Menu

Het koopgedrag

Marketing en koopgedrag

Kopers zijn onderhevig aan stimulansen (prikkels). Als gevolg hiervan gaan ze mogelijk bepaalde gedragingen vertonen.

Een stimulans is ieder element buiten de koper dat tot 1 of andere vorm van gedrag aanleiding kan geven.

Veel prikkels zijn commerciële prikkels (marketingmixelementen), maar er zijn ook andere prikkels zoals de sociale prikkels.

Vb. commerciële prikkel:

Iemand ziet op tv een demonstratie van een trimtoestel om zijn buikje weg te werken. Als reactie belt hij nog voor de klok van 2 naar het speciaal nummer waar hij het wondertje bestelt aan een vriendenprijs. Uitzonderlijk vandaag zijn de verzendkosten inbegrepen, indien besteld wordt voor het aangegeven uur.

Vb. sociale prikkels:

Iemand plaatst een online bestelling voor een bepaald merk kanarievoer na lovende commentaar van zijn tuinman.

Lees meer...

De culturele omgeving

De verschillende sociale groepen behoren zelf tot een groter geheel nl. de cultuur.

Cultuur = informatiesysteem waarin gecodeerd is hoe mensen in een gemeenschap met hun sociale en fysieke omgeving omgaan. Het is een verzameling van regels, gebruiken, omgangsregels, interpretatiewijzen, … binnen de gemeenschap.

Tijdsbeleving, rol van de vrouw, belang van het individu, …verschillen van cultuur tot cultuur.

Cultuur is de collectieve mentale programmering die de leden van een groep onderscheidt van die van een andere groep.

Het is niet genetisch bepaald maar wordt aangeleerd en van generatie op generatie overgebracht.

De cultuur bestaat niet alleen uit waarneembare manieren om zich te uiten, vb symbolen, rituelen,… maar ook uit het heel mentale complex waarop de uitingsvormen steunen: waarden.

In alle landen komen gemeenschappelijke problemen voor, maar in elk land zoekt men oplossingen die verschillen mbt volgende punten:

- Maatschappelijke ongelijkheid, waaronder de houding tov gezag

- De verhouding tussen individu en groep

- De gewenste rolverdeling tussen mannen en vrouwen

- Manieren van omgaan met onzekerheid

Op grond van deze resultaten spreekt Hofstede van de volgende culturele dimensies:

- Machtsafstand

- Collectivisme tegenover individualisme

- Femininiteit tegenover masculiniteit

- Onzekerheidsvermijding (van zwak naar sterk)

- LTdenken tegenover KTdenken

- De volharding in de ontwikkeling en toepassing van innovaties tegenover de drang naar waarheid en onmiddellijk resultaat

Ook marketers worden geconfronteerd met de gevolgen van cultuurverschillen.

Men kan bepaalde cultuurgewoonten en de bijhorende producten overnemen uit andere culturen, zelfs integreren.

ð Globalisering van het consumptiegedrag

ð Vb. pitta

Voorbeelden:

û De appreciatie van campagnes van bedrijven zijn zeer cultuurgebonden. Zo werd de advertentie waarop een zwarte vrouw staat afgebeeld die een blanke baby de borst geeft, verboden in de VS en UK terwijl ze in andere landen belangrijke prijzen kreeg.

û Ook wat voedsel betreft heeft iedere cultuur andere gewoontes en tradities. Toch doen er zich hier ook verschuivingen voor, zo verschijnen pasta en pizza nu geregeld op een Belgisch bord, iets wat 20 jaar geleden een uitzondering was. De wijze waarop een bepaalde cultuur met voedsel omgaat wordt sterk beïnvloed door de geloofsovertuiging.

Lees meer...

De sociale omgeving

Ieder individu maakt deel uit van 1 of meer sociale groepen:

û Gezin

û Werk

û School

û …

Het geheel van deze sociale groepen = sociale omgeving.

Bovendien laat het individu zich beïnvloeden door waarden en normen die door deze instanties worden opgelegd.

Waarde = abstract en algemeen principe dat aan de grondslag ligt van je gedrag; het is een wenselijke toestand. Waarden kunnen zijn:

û Gelijkheid tussen man en vrouw

û Loon naar werk

û Recht op inspraak

û …

Het mentality-model deelt Nederland op in sociale milieus.

De verschillende milieus hebben hun eigen karakteristieke waardeprofielen en kunnen ingedeeld worden adhv waardeoriëntaties:

- Een traditionele waardeoriëntatie gekenmerkt door de waarde ‘behouden’

- Een moderne waardeoriëntatie gekenmerkt door de waarden ‘bezitten’ en ‘verwennen’

- Een postmoderne waardeoriëntatie gekenmerkt door de waarden ‘ontplooien’ en ‘beleven’

ð Zie figuur p 193!

Op basis van deze waarden worden normen vastgesteld ten aanzien van het koop- en consumptiegedrag van het individu.

Norm = wat kan en wat niet.

Vb.: De Belgische textielsector probeert al jaren lang in te spelen op het consumentengedrag via de slogan ‘koop Belgisch’. Uitgaande van de idee dat consumenten bekommerd zijn om de groei van de Belgische economie (waarde) probeert men hier een daaruit voortvloeiende norm naar voren te schuiven. Hierbij is het noodzakelijk dat de waarde en norm voldoende gewicht inbrengen om het aankoopgedrag daadwerkelijk te beïnvloeden.

Marketer is geïnteresseerd in de waarde en normen die invloed hebben op de consumptiebeslissingen voor zijn product. Vaak laten ze zich inspireren door de bevindingen van bepaalde onderzoeksinstituten, trendwatchers genoemd. Trendwatchers vernoemd op p. 193/194/195 slechts te lezen.

Lees meer...

De technologische omgeving

Technologie is sinds 2 eeuwen de belangrijkste motor van de economische vooruitgang.

Men spreekt van 5 technologische revoluties: zie figuur p 188!

De omvang en snelheid van de technologische veranderingen zijn enorm. Het is dus van belang dat de ondernemingen de technologische ontwikkelingen op de voet volgen en er zelfs aan meewerken. Daarom zijn de onderzoeksbudgetten en de researchinspanningen binnen de bedrijven hoog. De Belgische onderzoeksuitgaven buiten de bedrijven liggen anderzijds laag in vergelijking met het buitenland. Investeringen in onderzoek en ontwikkeling door de overheid zijn dus cruciaal voor de toekomst van een kenniseconomie als België. De top van Lissabon van 2000 stelde dan ook vast dat de Belgische overheid een inhaalbeweging dient te maken om geen structurele concurrentiële achterstand te bekomen.

De technologische evolutie ligt aan de basis van de industriële revolutie.

  • Eerste industriële revolutie: machine
  • Tweede industriële revolutie: petroleum (goedkopere brandstoffen maken een spectaculaire ontwikkeling mogelijk van autonijverheid, lucht- en ruimtevaart), wegennet (handel en verkeer), …
  • Derde industriële revolutie: micro-electronica, biotechnologie, nieuwe materialen,…

Om een nieuwe technologische toepassing door te voeren is een zeer grote omvang van financiële middelen nodig. Dit is echter niet altijd een waarborg voor het bereiken van resultaten.

Lezen in boek p 188 – 191!

Lees meer...

De economische omgeving

Vraag naar goederen en diensten = interactie tussen verschillende factoren nl.:

Reëel besteedbaar inkomen is afhankelijk van nominale loonstijging en inflatie.

Dit bepaald de koopkracht van de consument.

  • Inkomensstijging:
  • Luxegoederen worden eerder gekocht dan inferieure goederen.
    • Inkomensdaling:
    • bezuinigingsstrategieën door de consument.
      • Goedkoper merk
      • Afwachten van aanbiedingen
      • Tweedehands producten

Renteverloop

  • Lage rente:
  • Bevordert de kredietopname en zet vooral aan tot grote aankopen.

Beursontwikkeling

  • Vraag naar Belgische goederen wordt bepaald door de sterkte van de munt ten opzichte van de andere valuta’s.

Consumenten- en bedrijfsverwachtingen

  • Bedrijfsverwachtingen
  • Bij pessimistische economische vooruitzichten zijn bedrijven minder geneigd te investeren.

  • Consumentenvertrouwen
  • Zijn de vorige factoren positief dan zit het met het consumentenvertrouwen ook goed. Bij een laag consumentenvertrouwen kan de economie moeilijk aangezwengeld worden door de binnenlandse vraag.

Lees meer...

De demografische omgeving

Demografie bestudeert de karakteristieken van de bevolking.

De doelmarkt van een onderneming kan belangrijke wijzigingen ondergaan wegens demografische ontwikkelingen.

Doordat de demografische evolutie vrij continu verloopt kan de marketer redelijk betrouwbare voorspellingen doen en dus tijdig op de wijzigingen inspelen.

Hoewel men kan stellen dat de correlatie tussen leeftijd en gebruik van bepaalde goederen steeds kleiner wordt, blijft de leeftijdsstructuur van de bevolking belangrijk omdat iedere leeftijd consumptiegebonden kenmerken heeft.

In West-Europa en in het bijzonder België:

Demografische nulgroei: babywegwerpluiers en shampoo kennen een stabiele vraag, zodat men op een nulgroei mag rekenen bij gelijke gebruiksgewoonten.

  • Na WOII tot ’64: baby-boom
  • Sindsdien continue daling geboortecijfer door:
  • Efficiënte anticonceptiva
  • Langere onderwijsparticipatie van man en vrouw
  • Stijgend buitenhuis tewerkstelling van de vrouw

Steeds kleinere gezinnen: 2,3 personen.

  • Slechte economische vooruitzichten weerhouden mensen ervan veel kinderen te hebben.

Gemiddelde koopkracht per kind groter doordat men steeds op latere leeftijd kinderen krijgt en de gezinnen alsmaar kleiner worden.

Vergrijzing

  • Specifieke aanpak voor deze seniorenmarkt:
  • meer service
  • etikettering met grote letters
  • klein meubilair voor verblijf in bejaardentehuis of serviceflat, …

Deelname vrouw aan socio-economisch leven

  • Stijging beschikbaar inkomen maar ook tijdsgebrek voor de huishoudelijke taken.
  • De hedendaagse gezinnen zijn dan ook voortdurend uit op tijdswinst, producten die weinig werk met zich meebrengen,…

Stijging aantal gezinnen:

  • alleenstaanden (30%)
  • Éénpersoonswoningen, hotelkamer voor 1 persoon, eenpersoonverpakking,…
    • Meer gewilde kinderloze echtparen
    • Minder aantal kinderen per gezin
    • Meer echtscheidingen

Nieuwe gezinsvormen

  • Samenwonen: voorbereiding op of alternatief voor het huwelijk.
  • Samenwonen na eerste huwelijk.
  • LAT-relatie na een echtscheiding
  • Lesbische of homoseksuele relaties en ouderschap.

Stijging van consumenten met een vreemde culturele achtergrond

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen