Soorten territoria en inbreuken op territoria
Mensen bezetten verschillende soorten territoria:
- Publieke territoria:
- Territoria die we delen met anderen
- Worden vaak in de gaten gehouden (bv: politie)
- Er gelden bepaalde regels
Bv: park, shoppingcentrum
- Thuisterritoria:
- Gebieden die eigendom zijn van en gecontroleerd worden door individuen
- Grotere vrijheid om te bepalen wat men doet
- Men heeft nood aan zo’n persoonlijke plek
Bv: clubhuis in huis
Bv: groepen mensen op een feestje; mensen verwikkeld in een conversatie nemen interactioneel territorium in
- Lichaamsterritoria:
- Meest private
- Rechten om aan andere lichamen te komen of ze te bekijken zijn beperkt
Territoria schenden:
- Contaminatie:
- Territorium wordt vervuild of onaanvaardbaar gemaakt
- Moet worden schoongemaakt eer het weer gebruikt kan worden
Bv: thuisterritorium bevuilen door vandalisme, graffiti
- Overtreding:
- Oneigenlijk gebruik van het territorium
Bv: een dakloze slaapt in een station
- Invasie:
- Meest serieuze vorm
- Mensen die geen recht hebben op het territorium nemen het territorium in
Bv: motorbende die een park inneemt
Ruimtegebruik: zit- en kantoorindeling
Manier waarop we thuis- en publieke territoria indelen, beïnvloedt onze levens.
Ruimtelijke indeling heeft effect op de hoeveelheid en aard van de interacties.
Actiezone in een aula (driehoekig gebied, breed vooraan en smaller achteraan)
Manier plaatsing van meubels
Bv: plaatsing werktafels: barrière of niet – relatie die docenten met hun leerlingen willen aangaan (grote/kleine afstand) – effect op interactie die er plaatsvindt (hoe comfortabel de studenten zich zullen voelen)
Figuur 24
Figuur 25
Persoonlijke ruimte
Persoonlijke ruimte is soort van draagbaar territorium (soort luchtbel).
Als anderen dichtbij komen, verplaatsen zodat we ons weer op ons gemak voelen.
Toenadering zoeken als anderen te ver staan.
- Mensen variëren betreft persoonlijke ruimte
Zelfde ruimtenormen: weinig moeite om met elkaar te interageren
Verschillende ruimtenormen: moeite met coördinatie van hun noden
Invloed op persoonlijke ruimte:
- Liking: mensen die elkaar graag hebben, gaan dichter bij elkaar staan
- Status: mensen met meer status krijgen meer ruimte van anderen
- Gender: mannen hebben grotere persoonlijke ruimte dan vrouwen
- Aard van de interactie (grotere afstand bij gesprek met prof dan met vrienden)
Hall (1966): 4 soorten interactiezones (Amerika):
- Intieme zones (0 – 45cm):
- Zeer persoonlijke conversaties
- Persoonlijke afstand (45-120 cm):
- Gewone, vriendelijke interacties
- Sociale afstand (120 – 350 cm):
- Onpersoonlijke, zakelijke interacties
- Publieke afstand (350 cm en meer):
bv: lessen, als we geen interactie willen aangaan
Crowding:
- Wanneer onze behoefte aan persoonlijke ruimte wordt geschonden
- Geeft aanleiding tot staat van opwinding en angst
- Afname van cognitief functioneren
- Toename verbaal en fysiek talent
- Oogcontact en verbale interactie vermijden – lichaamsdelen of objecten gebruiken als barrière (Typisch voor alle situaties waarin mensen zich op één of andere manier bedreigd voelen – veiliger voelen)
- Typisch voor alle situaties waarin mensen zich op één of andere manier bedreigd voelen. (veiliger
Figuur 26
Mensen willen tegenover vreemden een zekere afstand bewaren:
Bv: bij gebruik publieke urinoirs, zo ver mogelijk van anderen staan.
Bv: opstappen bij bus of trein (zigzagpatroon)
Mensen vinden het niet plezierig om te dicht bij anderen te staan:
Bv: politieverhoorstrategiën
Figuur 27