Break even analyse
- Gepubliceerd in Boekhouden
- Reageer als eerste!
Break even afzet (het punt) = (vaste kosten + winst) / (vp/e – varK/e)
(vp/e – varK/e) = brutomarge
Break even omzet = break even afzet*vp/e
Break even afzet (het punt) = (vaste kosten + winst) / (vp/e – varK/e)
(vp/e – varK/e) = brutomarge
Break even omzet = break even afzet*vp/e
Er zin 3 stappen die je moet volgen: het budgetverschil (prijsverschil), het efficientieverschil (hoeveelheidsverschil) en het capaciteitsverschil
Stap 1: budgetverschil (prijsverschil): hier zul je bepalen hoeveel er teveel of te weinig is uitgegeven, eerst bepaal je de causale factor, dit is de eenheid die zegt hoeveel werk er geleverd is (vb het aantal gebruikte machine uren) dan ga je de berekening maken van wat er in werkelijkheid is gebeurd tov de standaard, standaardkost- werkelijke kost = budgetverschil
Stap 2: efficientieverschil (prijsverschil): hier bepaal je eerst hoeveel je in realiteit hebt geproduceerd, dan ga je kijken naar hoeveel het budget zij dat je mocht gebruiken in causale factor en geld voor deze productie tov wat je echt hebt gebruikt.
Stap 3: je gaat hier zien of men de capaciteit heeft gebruikt zoals voorspelt of dat men meer of minder capaciteit heeft gebruikt
Stap 4: globale verschil = som van uitkomst stap 1-3
Standaard kosten: worden gebruikt bij de budgettering (budgettering = incalculeren wat zal gebeuren vooraleer het gebeurd)
Budgettering vind plaats op 1 januari en de jaarrekening vind plaats op 31/12 dus er zit altijd een jaar verschil tussen beide
Budget wordt gemaakt onder optimale omstandigheden, dit is wat je logischerwijs kan verwachten wat zal gebeuren als niets onverwacht fout loopt, dit is NIET de ideale situatie
Opm: geraamde kosten = standaard kosten
Verschillenanalyse directe kosten
- hier ga je kijken hoe realiteit afweek van wat je verwachte
- hoeveelheidsverschil = ( Qs - Qw ) * Ps
- prijsverschil = ( Ps - Pw ) * Qw
- globale verschil = = ( Qs * Ps ) – ( Qw * Pw )
- legende
- Qs = geproduceerde hoeveelheid standaard
- Ps = prijs per eenheidstandaard
- Qw = geproduceerde hoeveelheid werkelijkheid
- Pw = prijs per eenheid werkelijkheid
- er kan dus een verschil ontstaan door de prijs van het product of de geproduceerde hoeveelheid
- opm: je bent het best om alles tot zijn prijs per eenheid te reduceren en dan te berekenen, zo ben je zeker dat je geen fouten maakt hierop
- je moet enkel deze formules kennen, wat in het boek staat is ingewikkelder en moet niet gekend zijn.
Verschillenanalyse indirecte kosten
- je gaat de causale factor gebruiken hier om de indirecte kosten te koppelen aan de producten. Je moet dus bepalen hoeveel van de causale factor ieder product gebruikt en hoeveel 1 causale factor kost
- ook hier zul je kijken wat het verschil is tussen de standaard en de realiteit
Opm: je moet een beschrijving van iedere stap onder de stap schrijven hoewel ze niet in de voorbeelden staan in deze samenvatting)
Stap 1: je boekt alle begin voorraden, dit doe je door een rekening permanente inventaris (P.I.) (98) te maken voor de grondstoffen, hulpstoffen, goederen in bewerking, gereed product, (als er verschillende producten zijn dan moet je ze apart opnoemen) en deze debiteer je, je crediteert dan de spiegelrekening (SR) (90) voor diezelfde beginwoorden (deze mag je wel tesamen nemen)
Stap 2: als dit nodig is neem je gereed product in bewerking , je crediteert de permanente inventaris rekening uit stap 1 en debiteert een 89 fabricage rekening voor ieder product
Stap 3: je boekt de aankoop van nieuwe materialen in. Dit doe je door de P.I. rekening van deze materialen te debiteren en de 90 SR van de aankopen te creditere
Stap 4: je boekt het materiaalverbruik in (hoeveel grond en hulpstoffen gebruikt zijn). Dit doe je door 80 huisvestingskostenplaats, 81 algemene kostenplaats, 83 industriële kostenplaats,88 verkoopkostenplaats en 89 fabricage te debiteren voor het bedrag dat zij grond en hulpstoffen hebben gebruikt en de P.I. grondstof en P.I. hulpstof te crediteren voor deze bedragen
Stap 5: je boekt de gebruikte diensten en diverse goederen in, dit doe je door op dezelfde manier de als de voorgaande stap de rekeningen te debiteren maar je crediteert hier de 90 SR diensten en diverse goederen rekening
Stap 6: je boekt hier de gebruikte bezoldigingen, pensioenen en sociale lasten in, zelfde manier als voorgaande maar je crediteert 90 SR bezoldigingen, pensioenen en sociale lasten
Stap 7: je boekt hier afschrijvingen, waardeverminderingen en voorzieningen. Je kunt dit tesamen of gesplitst doen, zelfde manier als voorgaande maar je gebruikt 90 sr afschrijvingen en waardeverminderingen en 90 sr voorzieningen voor risico’s en kosten
Stap 8: zelfde als vorige maar voor diverse kosten, je crediteerd 90 SR andere bedrijfskosten
Opm: dit komt overeen met stap 1 in de kostenverdeelstaat, als er nog andere kosten zijn die hier niet worden opgenoemd worden ze op dezelfde manier ingeboekt.
Stap 9: je slaat de eerste kostenplaats om (omslag), dit is stap 2 uit de kostenverdeelstaat. Je zult de kostenplaats die je wegwerkt crediteren voor zijn totaalbedrag en alle kostenplaatsen en kostendragers die iets te ontvangen debiteren
Stap 10: omslag van de algemene kostenplaats, zelfde als voorgaande
Stap 11: omslag van de industriële kostenplaats (aka Bepaling van de fabricage kostprijs). Hier zul je de industriële kostenplaatsen crediteren en ze op de kostendragers zetten, zelfde als voorgaande.
Stap 12: omslag van de verkoopkostenplaats: hier boek je dit naar het analitisch resultaat