Menu

het opstellen en uitreken van een ABC

Stap 1: het opstellen van de kostenverdeelstaat

- zelfde als kostenverdeelstaat

Stap 2: het bereken van de kostendragers

- met de resource driver splits je de kostenplaats op in een aantal activiteiten

- met de kostendriver zul je iedere activiteit toekenen aan een kostendrager

- (de totale kost activiteit / costdriver) = kost per eenheid costdriver

- vb als er kost 200 is voor 10 orders dan is ieder order kost 20, de kostendrager die 6 orders gebruikt heeft krijgt dan 120 toegekend

Stap 3 : het lijstje van joke = een aantal berekeningen die je moet uitvoeren op de kostendrager

- zelfde als bij kostenverdeelstaat

Opm: door de extra verfijning kunnen de conclusies van ABC totaal verschillend zijn van de kostenverdeelstaat

Opm: soms worden producten die zwaar verlieslatend zijn toch gehouden omdat het mss deze producten zijn die de verkoop van andere producten instaat stelt

intra-comptabele kostencalculatie

opm: Pg 223-266: de uitleg rond het schema in klas gemaakt, op pg 266 staat een gelijkaardig schema als hetgeen dat we gemaakt hebben maar er staat teveel op dus beter dit schema gebruiken

Intra-comptabel houd in dat je dezelfde berekeningen doet als bij de kostenverdeelstaat maar dat je ze op een andere vorm uitschrijft, het resultaat dat je uitkomt, moet het zelfde zijn als bij extra contabel

Lees meer...

Activity based costing (ABC)

- een nauwkeurigere versie van de kostenverdeelstaat methode

- ieder productieproces bestaat uit een aantal activiteiten, we zullen de kostenplaatsen opdelen in de activiteiten die erin plaatsvinden

- je zult met een resource driver (een sleutel die op dezelfde manier werkt als de sleutels uit kostenverdeelstaat) de kostenplaats opdelen in verschillende activiteiten en deze activiteiten dan met een costdriver (ook een sleutel) de activiteiten op deen kostendrager zetten

- costdrivers en resource drivers werken op dezelfde manier als in kostenverdeelstaat en zijn dus een variabele waarmee je kunt opdelen

Lees meer...

Verdeling vaste kosten op basis van de traditionele methodes

er zijn een aantal methodes om vaste kosten toe te kennen

- delingscalculatie = (( ∑ vaste kosten) / (∑ productie-eenheden ) ) = vaste kostprijs per eenheid

- deze methode kan enkel gebruikt worden voor homogene massaproductie van goederen

- als de productie daalt, zal de kostprijs per eenheid stijgen en zal de afzet dalen en als de productie stijgt dan zal kostprijs per eenheid dalen en zal afzet stijgen. Dit noemt men onderbezettingsverlies en overbezettingswinst

- variabele kosten kunnen geen onderbezettingsverlies en overbezettingswinst krijgen omdat als de productie veranderd de kost mee veranderd

- equivalentiecijfermethode: voor producten die verwantschap vertonen maar die niet gelijk zijn (zie pg 136-138)

- toeslagcalculatie: voor producten die geen gelijkenissen vertonen (pg 138-142)

- verdeling gemeenschappelijke kosten (pg 157-158)

Lees meer...

Concreet: het opstellen en uitreken van een kostenverdeelstaat

Stap 1: het opstellen van de kostenverdeelstaat

- je begint van het kade op pg 88

- links staan de verschillende kostensoorten die gemaakt zijn

- boven staan de kostenplaatsen, er is in theorie geen limiet aan hoeveel plaatsen men kan maken maar meestal worden volgende gebruikt:

- hulpkostenplaats (hebben niets te maken met de essentie van het bedrijf maar zijn nodig )

- algemene kostenplaats (vervuld algemene taken: vb personeelsbeheer, management,….)

- industriële kostenplaats = productiekostenplaats = fabricagekostenplaatsen

- opm: als er meer dan 1 kostendrager is zal iedere kostendrager heel waarschijnlijk zijn eigen industriële kostenplaats hebben

- verkoopkostenplaats

- opm: de oefening moet je zeggen welke kostenplaatsen ze willen dat je gebruikt.

- rechts boven staan de kostendragers, ook hier is er geen limiet aan hoeveel kostendragers er kunnen zijn

- je vult dit kader op met alle kosten uit de gegevens en berekend de totalen van iedere kollom.

Stap 2: toewijzen van kostenplaatsen naar kostendragers

- je moet het totaal van iedere kostenplaats (behalve verkoopkostenplaats) toewijzen aan een kostendrager of een andere kostenplaats, je begint van links naar rechts. Hoe ieder totaal opgesplitst wordt hangt af van de verdeelsleutel. Deze is gegeven of moet uitgerekend worden. Op het einde he b je enkel een totaal voor iedere kostendrager en een totaal voor verkoopkostenplaats.

Stap 3 : het lijstje van joke = een aantal berekeningen die je moet uitvoeren op de kostendrager

kostendrager (wat je uit de kostenverdeelstaat vond )

- verkoopwaarde afval (want dit is een extra opbrengst)

+ afvalverwerkingskosten

+ BV goederen in bewerking (de kost is al gemaakt maar nog niet verwerkt)

- EV goederen in bewerking (de kost zal later verwerkt worden )

- kostprijs 2de keuze = kostprijs bijproducten = uitval (producten die niet slagen voor kwaliteit maar die wel verkocht kunnen worden en dus nog waarde hebben)

(+ fabricagekostprijs van de verkochte goederen van een verwerkte kostendrager)

= fabricagekostprijs van de geproduceerde goederen

+ beginvoorraad van geheel product

+ beginvoorrraad van uitval

- eindvoorrraad gereed product

- eindvoorraad uitval

Opm: deze goederen zijn niet in de kostenverdeelstaat gemaakt, het is hierdoor dat zij een andere waarde kunnen hebben dan wat in de kostenverdeelstaat wordt aangetoond. Je moet deze goederen waarderen op basis van FIFO, LIFO,….

= fabricagekostprijs van de verkochte goederen

+ verkoopskosten

= verkoopskostprijs van de verkochte goederen (1)

Omzet (= verkoopsprijs* verkocht aantal eenheden – (1) = analytisch resultaat

- maw wat de kostendrager je opleverd

Opm: iedere kostendrager heeft zijn eigen lijstje

Opm: Als je verschillende kostendragers hebt die verwerkt worden in elkaar (een voorbeeld hiervan is dat een kostendrager 1 een product is dat in kostendrager 2 wordt verwerkt) ga je als volgt tewerk:

- je zult rekenen tot de fabricagekostprijs van de verkochte goederen van het te verwerken product, deze tel je bij de kostendrager 2 op (zie lijstje voor waar dit moet) je stopt nu in kostendrager 1 en doet verder in kostendrager 2

- men stopt hier omdat men nooit verkoopkosten kan hebben als men aan zichzelf verkoopt.

- kostendrager 1 wordt als een grondstofkost gzn die nog niet toegekend was aan kostendrager 2 in de kostenverdeelstaat

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen