Op groepsniveau
- Gepubliceerd in Marketing
- Reageer als eerste!
facilitator van groepen waarbinnen dialoog plaatsvindt.
facilitator van groepen waarbinnen dialoog plaatsvindt.
procesontwerper om beleids- en veranderingsprocessen communicatiever (interactiever) te maken.
hiervan zijn eigenlijk alle medewerkers eigenaar en is de communicatieafdeling interactief. Verder is de informatiedoelstelling niet langer een traditioneel communicatiedoel, want het platform ondersteunt medewerkers in hun werk.
Soorten samenwerkingsgereedschappen:
Naast de functie van ‘uithangbord’ voor zendergerichte boodschappen (actie-visie), is het intranet een samenwerkingsgereedschap.
Een wiki is een website waarin gebruikers (content managers) samen werken aan stukken content.
Duidelijk is dat samewerkingsgereedschappen anders zijn dan een journalistieke contentproductie.
Co-creatie: samenwerken aan content of producten.
Prosumer: de in (content) productie participerende consument.
Crowd sourcing: het aanboren van de collectieve ideeënbus die wij als webgebruikers vormen.
De interne variant voor organisaties van Twitter = Yammer.
dit zijn middelen in de communicatie- of mediamix. Hiervan is de afdeling Communicatie redactioneel de eigenaar, de richting is centraal vastgesteld (van zender naar ontvanger) en de communicatiedoelstelling is zendend informerend en persuasief. Communicatiemiddelen horen vooral bij de actie-visie. VB. personeelsblad, nieuwsbrief, thema-dvd, instructies en regelingen, knipselkrant, etc.
De digitalisering heeft een grote impact op de rol van communicatieprofessional. Waar de communicatieprofessional zich voorheen hoofdzakelijk met papieren communicatiemiddelen bezighield (folders, brochures, nieuwsbrieven, etc.), is haar werkterrein de laatste jaren snel verbreed met digitale middelen en samenwerkingsgereedschappen die interactie mogelijk maken.
Web 2.0 media: verwijst naar de ontwikkeling van internet tot een interactief medium en waarbij gebruikers informatie uploaden en internet niet meer uitsluitend gebruiken zoals een televisie.
Drie niveaus in interactie (De Ruijter):
Dit is het niveau van multimediale schijn van interactie op bijv. een website. Websites worden interactief beschouwd als ze gebruik maken van foto’s, filmpjes, animaties, etc. Er is echter niet echt sprake van interactie en bieden slechts een multimediale schijn van interactie.
Dynamische webpagina’s sturen voortdurend zoekopdrachten naar databases om datgene op te halen waar een gebruiker om vraagt.
Het online kunnen communiceren tussen mensen, met gebruikmaking van digitale gereedschappen, zoals een social network (Facebook, Hyves, etc.)