Menu

Beperkingen van het eerste welvaartstheorema

- Perfecte concurrentie

- Vrije prijsvorming leidt tot welvaartsoptimum in markt met perfecte concurrentie

- Weinig markten vertonen perfecte concurrentie Asymmetrische informatie, productdifferentiatie, weinig aanbieders, prijsafspraken...

- Publieke goederen en externe effecten

- Agenten beslissen zonder rekening te houden met effecten op andere agenten -

- Traditionele marktfalingen

- Verdeling

- Eerste welvaartstheorema zegt niets over verdeling

- Overheidsfalingen

- Doelstellingen overheid stroken niet altijd met doelen van burgers

- Overheid en markt

- Stap 1: Is er een duidelijke marktfaling?

- Stap 2: Wat is daarop het ‘ideale’ overheidsantwoord?

- Stap 3: Wat zijn de gevolgen van de interventie?

- Stap 4: Beslissing

Lees meer...

Het welvaartsverlies bij het niet tot stand komen van het marktevenwicht

- Beschouw gekleurde driehoek in Figuur 8.11.:

- Welvaartsverlies

- Verliesdriehoek

- Deadweight loss

- Excess burden

- Maximumprijs verhindert pareto-efficiëntie

- Producentensurplus: SEK => LMK

- Verlies: LSEM

- Consumentensurplus: SRE => LRQM

- Verlies: TQE

- Winst: LSTM

- Finaal verlies: MQE

Pareto-(in)efficiëntie bij hoeveelheid > bij marktevenwicht

Lees meer...

Het eerste welvaartstheorema

- Eerste welvaartstheorema

- “Wanneer prijsvorming vrij wordt gelaten in markt van perfecte concurrentie, leidt de evenwichtsprijs tot een Pareto-efficiënte situatie”

- Beschouw Figuur 8.10.:

- Voor 200ste broodje: bereidheid tot betalen (hier €4) > marginale productiekosten (€2)

- Potentiële ruilmogelijkheden blijven onbenut

- Stel: extra broodje geproduceerd en verkocht tegen €3,5

- Goed voor consument (bereidheid tot betalen > €3,5)

- Goed voor producent (marginale kosten < €3,5)

- Pareto-efficiëntie: Som van consumenten- surplus en producentensurplus is maximaal

- d.w.z. alle Paretoverbeteringen zijn uitgeput

Lees meer...

Welvaartsinterpretatie van vraag en aanbod

- Veronderstel:

- Waarde van goed = bereidheid tot betalen voor dat goed

- Consumentensoevereiniteit

- Consumentensurplus(stijgt met afname prijs)

- = Totale bereidheid tot betalen (OABC) – Hetgeen alle consumenten samen werkelijk betalen (Op0BC)

- Producentensurplus (daalt met afname prijs)

= Totale opbrengsten (Op1EF) – Totale kosten (ODEF)

- Perfecte concurrentie met identieke ondernemingen (vlakke aanbodcurve): producentensurplus = 0 (niet op grafiek)

Figuur 8.9.: De vraagcurve en de bereidheid tot betalen voor broodjes (a) en het consumentensurplus (b)

Figuur 8.9: De aanbodcurve en de prijs die de productenten vragen voor broodjes (a) en het producentensurplus (b)

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen