Item gefilterd op datum: december 2012

 HRM zou horizontaal en verticaal geïntergreerd moeten zijn
 horizontale integratie: verschillende HR toepassingen en methoden zijn onderling voldoende op elkaar afgestemd
verticale integratie: activiteiten op het HRM-terrein afgestemd op de algemene strategie van het bedrijf

2 principes

• Personeelsbeleid wordt in de lijn gevoerd
   alle lijnverantwoordelijken nemen volledige verantwoordelijkheid op zich voor de mensen die in hun afdeling werken
   nemen de belangrijke beslissingen
   personeelsafdeling is er voor advies, coaching en afstemming met andere afdelingen
• Personeelsbeleid is een professionele specialisatie

Wanneer deze 3 elementen terug te vinden zijn in het personeelsbeleid spreken we over HR

• Beleid is sterk proctief
• Personeelsbeleid sluit nauw aan bij bedrijfsstrategie
   HRM heeft vaak strategische klank gekregen
   strategie zal voldoende rekening houden met het beschikbare menselijke potentieel
• Topmanagement heeft een expliciete visie op de factor mens, het belang van deze factor en de manier waarop het bedrijf om wil gaan met mensen

 buzzmarketing: je zorgt ervoor dat consumenten je merk overnemen door erover te praten, te mailen, verhalen te vertellen, te roddelen
Een merk heeft 5 verschillende functies

• Herkomst
• Kwaliteit
• Signaalfunctie
• Onderliggende waarden
• Vertrouwen

Product
 niet alleen fysiek product maar ook attributen

Prijs
 prijs is vaak een moeilijke opgave
te lage prijs: onmogelijk winstgevend
te hoge prijs kan klanten afschrikken

Plaats
 product moet bij de doelgroep terechtkomen op de juiste plaats en op het juiste tijdstip
 doeltreffend distributiesysteem is onontbeterlijk

 heeft een hele grote impact op alle andere stappen binnen het marketingproces
 we kunnen 3 fasen onderscheiden

• Marktsegmentatie
  =bestaat uit een groep potentiële klanten die dezelfde kenmerken of behoeften hebben
  =het proces waarbij je klanten op systematische en relevante wijze indeelt in voor het bedrijf/de bedrijfsstrategie relevantie groepen
   markt kan opgedeeld worden in geografische, demografische, psychologische, gedragskenmerken
• Doelgroepkeuze of targeting
  targeting wordt bepaald door volgende factoren
   Strategische keuze
   Grootte en groei van het segment en de middelen van het bedrijf
  ->segment moet groot genoeg zijn voor potentiële groei als het bedrijf winstgevend wil zijn
  -> grootte van segment moet afgestemd zijn op beschikbare middelen
   structurele aantrekkelijkheid van het segment
  ->moet zich in een bepaald segment te begeven omdat het dan concurrentievoordeel bezit en opgewassen zijn tegen macht van leveranciers en klanten
• Positionering
  = product van het bedrijfin de ogen van een klant een zodanige plaats inneemt dat het anders is dan andere, vergelijkbare producten
  -> complexe en vaak langdurige bezigheid

= betekent dat men niet zozeer verliefd is op het eigen product of alle processen afstemt op de eigen superioriteit, maar dat wel degelijk de klant de ervaring heeft dat hij de belangrijkste stakeholder is van het bedrijf
 vijand is de production mindset

Marketing
= een filosofie en een methodiek waarbij de belangrijkste bedrijfsprocessen worden afgestemd op reële behoeften van de klant
 duurzame ontwikkeling van onze samenleving
 klant staat centraal
 zeer radicaal denken
 draait rondom klantwaarde

financieel management speelt belangrijke rol
 gaat na hoe overname gefinancierd kan worden
 zal kaders uitzetten voor het bepalen van de waarde van de aandelen van het bedrijf dat overneemt
-> boekhoudkundige methode: waarde is gebaseerd op de jaarrekening van het over te nemen bedrijf
->marktgerelateerde methode: waarde gebaseerd op vergelijkbare bedrijven van de markt
-> kasstroomgebaseerde methode: waarde gebaseerd op de waarde van de toekomstige kasstromen

 geven weer in hoeverre een onderneming via schulden gefinancierd is en in welke mate de onderneming in de mogelijkheid verkeert deze schulden terug te betalen

Algemene schuldgraad(%)

Vreemd vermogen

Totaal vermogen

 geeft inzicht in de financieringsbronnen van de onderneming en kan voor bepaalde partijen een eerste aanduiding zijn van de leencapaciteit van de onderneming

 nagaan in hoeverre de inkomsten van de ondernemingen voldoende zijn om de uitgaven te dragen

Current ratio

Vlottende activa

Vreemd vermogen op korte termijn

 gaat na in hoeverre de vlottende activa voldoende zijn om het vreemd vermogen op korte termijn te dekken

Acid test ratio

Kortetermijnvorderingen+geldbeleggingen+cash

Vreemd vermogen op korte termijn

 deze test gaat ervan uit dat voorraden niet gemakkelijk omgezet kunnen worden omgezet in liquide middelen en dus moeilijker aangewend kunnen worden