Menu

Item gefilterd op datum: januari 2014

Productdifferentiatie

Wanneer vergelijkbare producten als verschillend worden ervaren door de vragers, hebben we temaken met productdifferentiatie.

Vb. automarkt

Het is een doelbewuste strategie van producenten om marktmacht te verwerven.

Kan ontstaan door:

- Kwaliteitsverschillen

- Bestaan van merken

- Lokalisatievoordelen

- Dienstverlening gepaard gaande met de verkoop

Grote productdifferentiatie: kleine (zwarte rechte)

Q -> Q1 bij een prijsstijging van p -> p’

Er is veel marktmacht

Ze hebben iets bijzonders van het product gemaakt.

De daling in q is klein want er is een grote productdifferentiatie binnen mercedes.

  • Mensen blijven met mercedes rijden als de prijs stijgt.
  • Mensen zweren bij mercedes

Kleine productdifferentiatie: grote (rode rechte)

Q -> Q2 bij een prijsstijging van p -> p’

Er is weinig marktmacht

De daling in q is groot want er is een kleine productdifferentiatie binnen Fiat.

  • Mensen kopen geen fiat meer als de prijzen stijgen.
  • Vb. mensen willen niet perse een fiat. Ze willen een goedkope auto met minder hoge kwaliteit, ze nemen dus sneller een ander merk vb volkswagen.

V1 v2

Mercedes beschikt over meer marktmacht! Ze kunnen de prijs verhogen zonder dat dit invloed heeft op de vraag.

Lees meer...

Dominante strategieën

De dominante strategie hier is voor allebei bekennen.

= Nash evenwicht

Hierbij wenst geen enkele speler zijn strategie te wijzigen, ongeacht de strategie van de andere speler.

Nash evenwicht is hier niet het optimale resultaat.

Om het optimaal resultaat te bereiken zijn er bindende afspraken nodig zoals bij de maffia.

Er kunnen ook 2 Nash evenwichten zijn, welk dan gekozen wordt hangt af van de machtspositie.

Andere vbn zie cursus

Lees meer...

Spelers, strategieën en resultatenmatrix

De beslissingnemers = de spelers

De mogelijke acties van de spelers= zuivere strategieën

Speltheorie veronderstelt dat iedere speler door eigen belang wordt gedreven en voor zichzelf de best mogelijke uitkomst in het spel nastreeft.

De spelers worden dus verondersteld individualistisch te zijn.

Er is ook een rationaliteitsveronderstelling: de spelers verstaan de spelregels.

De uitkomsten worden weergegeven in een resultatenmatrix.

Het winstniveau hangt voor iedere speler niet alleen af van de eigen strategie, maar ook van de strategieën van de rivalen.

Vb.

Speler 2

bekennen

Ontkennen

Speler 1

Bekennen

8j,8j

1j,10j

Ontkennen

10j,1j

2j,2j

2 individuen hebben een roofoverval gepleegd, daarbij werd geschoten en zijn gewonden gevallen. Ze werden allebei gearresteerd, maar de politie heeft geen sluitende bewijzen. De politie kan alleen bewijzen dat de gebruikte wapens hun eigendom waren.

Ze worden apart gevangen gehouden en apart ondervraagd. Indien ze beide ontkennen krijgen ze allebei 2 jaar voor verboden wapenbezit.

Lees meer...

elementen van de speltheorie

bij oligopolie is het aantal aanbieders in die mate beperkt dat wel rekening moet gehouden worden met de beslissingen van de andere aanbieders.

Ook bij een spel moet je rekening houden met de beslissingen van de andere spelers.

Lees meer...

Oligopolie: een typologie

Oligopolie:

- Beperkt aantal aanbieders

- Iedere aanbieder heeft genoeg marktmacht om geen prijsnemer te zijn.

ð Hij kan dus meer verkopen als hij zijn prijs verlaagt.

- De vraag is niet gekend want men moet rekening houden met de reacties van de concurrenten op zijn actie.

Er zijn 2 mogelijke soorten oligopolies:

- Competitief oligopolie: de verschillende aanbieders maken onderling geen afspraken en staan in directe concurrentie met elkaar. Elke producent gaat zijn eigen winst maximaliseren.

- Coöperatief oligopolie: de verschillende aanbieders maken onderling afspraken omtrent de prijs en of de productiehoeveelheid. Ze treden daarom op als monopolist. Ze willen maximalisatie van de totale winst.

het marktresultaat bij een kartel is identiek als bij monopolie.

Nadelen:

  • Kartelvorming is onwettig
  • Stabiliteit van het kartel is problematisch (iedereen wil zijn eigen winst maximaliseren ten koste van anderen)
  • Kartel leidt tot een kleinere productie en een te hoge prijs.
  • Kartel is goed voor de producent maar slecht voor de consument.

Vb zie boek p 254 ev!!!

Lees meer...

Prijsdiscriminatie van de 2e graad

De markt wordt opgedeeld in verschillende segmenten = marktsegmentatie

De monopolist probeert dan de reservatieprijs te schatten aan iets waarneembaars van de consument.

Vb. jongeren en ouderen, mannen en vrouwen,…

Zie figuur p 245!

Lees meer...

Prijsdiscriminatie van de 1e graad

Voor elke eenheid van het verkochte goed wordt een verschillende prijs gevraagd = reservatieprijs.

Reservatieprijs: de maximumprijs die een koper bereid is te betalen om een bepaald goed te verwerven.

Indien een monopolist erin zou slagen om aan elke koper de reservatieprijs aan te rekenen zou zijn winst stijgen.

In praktijk kan dit niet want niemand gaat een eerlijk antwoord geven op hoeveel men maximum wil betalen.

Zie figuur p 244!

Lees meer...

Prijsdiscriminatie

De monopolist kan gebruik maken van prijsdiscriminatie of prijsdifferentiatie: de monopolist rekent dan verschillende prijzen aan voor verschillende eenheden. Verschillende klanten betalen dan verschillende prijzen.

Lees meer...

Technologische belemmeringen

  • Schaalvoordelen en natuurlijke monopolies:

- Schaalvoordelen vormen een natuurlijke drempel die ondernemingen uit de markt houden. Als de gemiddelde kostencurve op LT een negatief verloop kent over een groot domein van de mogelijke outputs, hebben grotere ondernemingen beduidend lagere gemiddelde kosten dan kleinere ondernemingen. Het aantal ondernemingen dat in een markt actief is, wordt bepaald door toetreding en uittreding op basis van winstperspectieven. De prijs wordt dan gelijk aan het minimum van de gemiddelde kosten.

- Natuurlijk monopolie: het minimum van de gemiddelde kosten valt samen met de marktvraag. De markt leent zich er van nature toe om de vorm van een monopolie aan te nemen. Er is maar plaats voor 1 onderneming, anders is er overproductie.

  • Absoluut kostenvoordeel: hier zijn de kosten van de concurrent altijd hoger. De redenen hiervoor kunnen zijn: uitzonderlijk goed personeel, uitzonderlijk goede locatie,…
  • Exclusief gebruiksrecht van productiefactoren: als een onderneming de exclusieve eigenaar is van een schaarse grondstof, ligt een monopolie voor de hand.
  • Technologische kennis: het gaat vaak om unieke, niet imiteerbare kennis, die ervoor zorgt dat een productieproces geheim is. Vb Coca cola

in veel gevallen is de kennis van het productieprocédé wel imiteerbaar maar wordt de namaak van het product van rechtswege verboden.

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen