Menu

Item gefilterd op datum: januari 2014

Wettelijke belemmeringen

  • De overheid schrijft een wet dat er in België maar 1 bedrijf mag zijn dat postservice mag aanbieden.
  • Toekenning van octrooien en patenten

Als je een patent hebt ben jij de enige die x aantal jaar een product mag verkopen

  • Vestigingswetten

Een wet zegt dat er in een dorp met x aantal inwoners maar 1 apotheek mag zijn.

Lees meer...

Oorzaken van monopolie

Als een monopolist op KT verliezen boekt, zal hij alleen dan verder produceren, als de verkoop de variabele kosten dekt.

Op LT zal hij de markt verlaten, tenzij hij een productieniveau kan vinden dat alle opportuniteitskosten dekt.

Monopolies zijn enkel mogelijk als er toetredingsbelemmeringen zijn.

- Wettelijke toetredingsbelemmeringen

- Technologische toetredingsbelemmeringen

Lees meer...

optimale productiehoeveelheid

TO TO TO

GO GO

MO GO=MO=p MO TO

MO GO=p

Volmaakte mededinging monopolie

= prijsnemer = prijszetter

De optimale productiehoeveelheid wordt bepaald door de marginale gedragsregel.

MO(q*) = MK(q*)

MO(q) > MK(q) voor q < q* links

MO(q) < MK(q) voor q > q* rechts

Lees meer...

monopolie definitie

  • Het is een marktvorm waarbij een groot aantal afnemers geconfronteerd worden met slechts 1 aanbieder.
  • De monopolist is dus een prijszetter en bevindt zich in een machtspositie.
  • Komt weinig voor (dikwijls zijn er goede substituten)
Lees meer...

Marktaanbod

= de som van het aanbod van alle individuele producenten

Marktaanbod als alle ondernemingen eenzelfde kostenstructuur hebben

= irreëel

VM wordt gekenmerkt door vrije toe- en uittreding.

Zie figuur achterkant p 15 in slides!!!

Ondernemingen maken winst:

  • Toetreding van andere ondernemingen
  • Aanbod stijgt
  • Prijs daalt
  • Winst verdwijnt

Ondernemingen maken verlies:

  • Uittreding van bestaande ondernemingen
  • Aanbod daalt
  • Prijs stijgt
  • Verlies verdwijnt

Enkel een nulresultaat is een stabiele situatie

Marktaanbod als de ondernemingen een verschillende kostenstructuur hebben

Is meer reëel want niet elke onderneming heeft dezelfde kosten (vb transport, locatie,…)

De dynamiek van toe- en uittreding blijft gelijk.

Alleen de marginale onderneming moet een nulresultaat boeken.

Andere ondernemingen kunnen winst maken.

Zie figuur achterkant p 16 in slides + boek p 228 - 229!!!

Lees meer...

Aanbodcurve van de individuele onderneming

Aanbodcurve verbindt de prijs met de aangeboden hoeveelheid.

MK verbindt de prijs met de aangeboden hoeveelheid

  • MK-curve = aanbodcurve

(dit geldt alleen bij VM en bij de individuele onderneming)

Aanbodcurve op LT

Alleen het deel van de MK-curve boven de GK is relevant.

Want stel p < GK => q = 0

Marginale gedragsregel p1

Marginale gedragsregel p1 – p4

Marginale gedragsregel p1 – p4

Aanbodcurve op LT

Aanbodscurve op KT

Enkel het deel van de MK-curve boven de GVK-curve is relevant

Want stel p < GVK => q = 0

Aanbodcurve KT

Lees meer...

Optimale productiehoeveelheid q*

Kan op 2 manieren worden afgeleid:

  • Marginale gedragsregel
  • Analyse van de totale opbrengsten en kosten

Marginale gedragsregel:

MO(q*) = MK(q*)

MO(q) > MK(q) voor q < q* => algemeen
MO(q) < MK(q) voor q > q*

Voor volmaakte mededinging geldt:

GO = MO = p

De marginale gedragsregel wordt dan:

p = MK(q*)

p > MK(q) voor q < q*
p < MK(q) voor q > q*

Analyse van de totale opbrengsten en kosten

A: break-even punt

W is maximaal waar de afstand tussen TO en TK maximaal is en TO boven TK ligt. = q*

De afstand tussen die punten is de winst.

De winstmaximaliserende productie q* geeft de best mogelijke oplossing.

Deze garandeert niet altijd winst, het kan ook zijn dat het verlies wordt geminimaliseerd.

Nulresultaat

B is de best mogelijke oplossing voor dit bedrijf.

W = 0 want GO en MK vallen samen.

TK = TO

W = 0

B is optimaal want voor elk ander punt is er verlies.

Verlies

B is optimaal want hier wordt het verlies geminimaliseerd.

Lees meer...

Winstmaximalisering

De voorwaarde voor winstmaximalisering is dat bij de optimale productie q* de MK en de MO aan elkaar gelijk zijn.

  • Voor elk ander positief outputniveau is de winst kleiner dan bij q*.
  • Als de MO > MK kan de winst verhoogd worden door het outputvolume te verhogen.
  • Als MO < MK dan kan de winst verhoogd worden door het outputvolume te verminderen.

TO = p * q

GO =

MO =

In het winstmaximum moeten MO en LMK aan elkaar gelijk zijn.

Zie vb 220 + wiskundig!!

W = TO – LTK

GW =

Als GK = GO is de onderneming break-even.

Lees meer...

De marktvraag  de vraag voor de individuele onderneming

Marktvraag: som van de vraag van alle individuele consumenten

Som van de vraag voor alle individuele ondernemingen

qv=

qv=fi(p)

  • Geeft het verband tussen de gevraagde hoeveelheid door alle consumenten en voor alle ondernemingen enerzijds, en de prijs anderzijds.

De vraagcurve voor de individuele onderneming geeft het verband tussen de gevraagde hoeveelheid voor die individuele onderneming enerzijds en de prijs anderzijds.

De marktvraag heeft een dalend verloop (hogere prijs leidt tot lagere vraag).

De vraagcurve voor de individuele onderneming heeft een horizontaal of perfect elastisch verloop.

Marktvraag individuele vraag

P > p* => q = 0 men gaat niets verkopen

P = p* => q zelf te kiezen door de onderneming. Je zal zoveel verkopen als je wil

P < p* => zinloos

Bij VM is het aantal producenten zo groot dat elke producent een verwaarloosbaar klein deel van het marktaanbod vertegenwoordigt.

Een wijziging in de productie van 1 onderneming heeft geen merkbare invloed op het marktaanbod dus ook niet op de marktprijs.

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen