Menu

Item gefilterd op datum: januari 2014

Externe effecten

Het pareto-efficiënte productieniveau van een bepaald goed wordt bereikt als de marginale bereidheid tot betalen van de consumenten gelijk is aan de marginale kosten van het goed.

In een situatie met VM kan dit bereikt worden zonder externe effecten.

Het gedrag van economische agenten heeft invloed op het nut of de productiemogelijkheden van andere economische agenten zonder dat daarvoor via de markt compensaties worden betaald.

  • Externe effecten zijn externe kosten of opbrengsten.
  • VM en vrije prijsvorming leiden tot een pareto-efficiënte situatie als de MK-curve alle productiekosten bevat.

Externe effecten zijn de productiekosten die niet in de MK-curve zitten.

  • Externe kosten leiden tot een stijging van de prijs en een daling van de productiehoeveelheid.

Hierdoor heft men een ecotaks

Vb. een bedrijf loost in een rivier en een brouwerij gebruikt het water van de rivier. De brouwerij moet dus eerst het water zuiveren. De productiemogelijkheden van de brouwerij dalen. De ene economische agent vergoedt de andere niet.

  • Externe kost

Vb. een tuinier met mooie bloemen. Het nut van de wandelaar stijgt.

  • Externe opbrengst

Zie figuur p 335!

Externe kosten zijn geen MK. Ze vallen niet ten laste van vb de verfproducent.

Externe effecten bevatten wel impliciete en expliciete kosten

Lees meer...

Eerste welvaartstheorema

VM en vrije prijsvorming leiden tot een pareto-efficiënte situatie.

Er zijn 2 beperkingen op dit welvaartstheorema:

- Aanwezigheid van externe effecten en de voorziening van publieke goederen

- Een pareto-efficiënte situatie leidt niet noodzakelijk tot een eerlijke verdeling

Lees meer...

Eerste welvaartstheorema

Volmaakte mededinging en vrije prijsvorming leiden tot een pareto-efficiënte situatie.

Prijsregulering en hoeveelheidregulering = leiden tot welvaartsverlies = SLECHT

  • Zie blad in slides na p 5!!!
Lees meer...

Consumenten- en producentensurplus

Consumentensurplus

= het verschil tussen de prijs die de consumenten maximaal willen betalen en de prijs die ze effectief moeten betalen.

Bovengrens: vraagcurve

Ondergrens: effectief betalen

Links: y-as

Rechts: 6000

Consumentensurplus = maximaal betalen – effectief betalen

  • Zie blad in slides voor berekening (na p 2)!!!
Lees meer...

Criterium van Pareto

Criterium van Pareto = het criterium waarmee we het resultaat van het marktgebeuren beoordelen.

Onder de voorwaarden van VM leidt het vrije marktgebeuren tot een pareto-efficiënt resultaat waarbij er geen paretoverbeteringen meer mogelijk zijn.

De vraagcurve reflecteert de bereidheid tot betalen van de consumenten voor extra eenheden van het goed.

De aanbodcurve geeft de MK van de producenten weer.

Zolang deze niet aan elkaar gelijk zijn, zijn er welvaartsverbeteringen mogelijk die niemand benadelen.

Een maatschappelijke toestand is Pareto-efficiënt als het onmogelijk is een wijziging door te voeren, waarbij de welvaart van ten minste 1 individu toeneemt, zonder dat de welvaart van ten minste 1 ander individu afneemt.

Een marktvorm is Pareto-efficiënt als het onmogelijk is de welvaart van de consumenten (of de producenten) te doen toenemen zonder dat de welvaart van de producenten (of de consumenten) afneemt.

Grafiek:

Zie figuur p 297!!!

De Paretogrens geeft weer hoeveel welvaart een individu maximaal kan verwerven wanneer de welvaart van alle andere individuen is vastgelegd.

De Paretogrens is vergelijkbaar met de productiemogelijkhedencurve.

Alleen gaat het hier om welvaartniveaus van de individuen in de samenleving, en niet over geproduceerde hoeveelheden.

Lees meer...

Averechtse selectie

Op de markt bestaan er goede en slechte producten. Door asymmetrische informatie kan het zijn dat de goede producten van de markt verdwijnen.

De aanwezigheid van slechte goederen beïnvloedt op een negatieve manier de prijs die de kopers voor het goed willen betalen.

Dit kan ertoe leiden dat goederen van betere kwaliteit uit de markt verdrongen worden. Zo neemt de kans op een slecht lot nog toe en wordt de biedprijs verder naar beneden aangepast.

Dit mechanisme drijft op zijn beurt nog meer producten van een iets lagere kwaliteit uit de markt.

Het uiteindelijke resultaat kan zijn dat de markt helemaal verdwijnt.

Vbn.

Auto verkopen

Koper

verkoper

Goed

3000

2700

slecht

2400

2100

Situatie 1:

De koper heeft gebrek aan informatie. De verkoper niet.

Vb. verborgen gebrek (asymmetrische informatie)

De koper gaat ervan uit dat 1/3 van de tweedehandsauto’s goed is en 2/3 slecht.

1/3 . 3000 + 2/3 . 2400 = 2600

De koper wil maximaal 2600 euro betalen dus de goede auto geraakt niet verkocht.

  • Alle goede auto’s verdwijnen van de markt omdat ze niet verkocht raken
  • Er zijn alleen nog slechte auto’s te koop

Oplossing:

Als je een goede auto hebt moet je het gebrek aan informatie van de koper opvullen.

Dit kan door vb 2 jaar garantie te geven. Dan denkt de koper dat 2/3 van de tweedehandsauto’s goed zijn en 1/3 slecht.

2/3 . 3000 + 1/3 . 2400 = 2800

  • Goede auto wordt verkocht
  • Averechtse selectie verdwijnt
  • Gebrek aan informatie wordt opgevuld
  • Asymmetrische informatie wordt kleiner

Andere vbn zie samenvatting!

Lees meer...

Asymmetrische informatie

Er is asymmetrische informatie als een partij meer weet dan de andere. De verkoper en koper beschikken over ongelijke informatie.

Vb. de prijs die de verschillende aanbieders aanrekenen is onbekend voor de consument.

ð De consument zal de laagste prijs moeten zoeken en daarbij loopt hij zoekkosten op.

Vb. een veelvoorkomend geval is dat de kopers de kwaliteit van het gekochte product onvoldoende kunnen inschatten.

ð Er ontstaat averechtse selectie

Asymmetrische informatie is niet gebonden aan een bepaalde marktvorm.

Lees meer...

Optimaal productieniveau

Op KT is het optimaal productieniveau bij MM vergelijkbaar met het optimaal niveau bij de monopolist.

Zie figuur p 278!!!

Op LT ontstaat er steeds een nulresultaat door vrije toe- en uittreding (dit geldt niet voor de monopolist!)

Zie figuur p 279!!!

Lees meer...

monopolistische mededinging

Een marktvorm met veel aanbieders die echter van elkaar verschillen doordat ze bewust streven naar heterogene goederen en dus naar productdifferentiatie.

Monopolistische mededinging heeft kenmerken zowel van VM als van MON.

Monopolie

VM

Marktmacht

Veel aanbieders

Prijszetter

Vrije toe- en uittreding

Marktmacht: iedere aanbieder heet een eigen deelmarkt

Veel aanbieders: er zijn veel aanbieders die een gelijkaardig product op de markt brengen

Zwart: Vmm

Blauw: Vmon

Rood: Vvm

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen