Menu

STRATEGIEËN VOOR HET VERANDEREN VAN RISICOGEDRAG

- Geven van informatie over gezondheidsrisico’s is niet voldoende

- Individuele therapie

- Rekening houden met het feit dat verschillende mensen verschillende mate van motivatie hebben om een verandering te overwegen of uit te voeren <> confectiebenadering

- Gedragsveranderingsmodellen

- Beperking = slechts 40% kan in 1 fase worden opgedeeld

- Motivatie tot verandering kan het best als continuüm worden gezien dat mogelijk kan worden gemeten als de intensiteit van de intentie tot verandering en niet als een reeks stappen van een cognitieve en gedragsmatige toestand naar een andere

- Weinig zin van mensen te laten zien hoe ze verandering kunnen bewerkstelligen als ze zich in de precontemplatie of mogelijk ook in de contemplatie bevinden

MOTIVERINGSGESPREK

- Doel = versterking van de motivatie om een verandering te overwegen en niet om te laten zien op welke wijze deze verandering tot stand zou moeten worden gebracht

- Alle mogelijke ambivalentie onderzoeken en oplossen

- De betrokkene in een toestand van cognitieve dissonantie brengen

- Bewust niet confronterend

- Het uiten van empathie door het toepassen van reflectief/actief luisteren

- Het vermijden van meningsverschillen door aan te nemen dat de betrokkene verantwoordelijk is voor de beslissing te veranderen

- Meegaan met weerstand in plaats van betrokkene hiermee te confronteren of tegenstand te bieden

- Zelfredzaamheid en optimisme voor verandering ondersteunen

INFORMATIEVERSTREKKING

- Niet over wat te veranderen maar over de wijze waarop

- Eerst lag de nadruk op ziekten en gevolgen, tegenwoordig worden plannen en
veranderingsstrategieën benadrukt

BENADERING VIA PROBLEEMOPLOSSING

- Hulp nodig hebben om te bedenken hoe ze dat moeten doen

- Egan: probleemgerichte therapie

- De juiste analyse van het probleem waarmee de betrokkene te maken heeft, vormt een cruciaal
element van het counselingproces

- Reserves van de betrokkene te mobiliseren om problemen nauwkeurig te identificeren en tot
strategieën voor oplossingen te komen

- Probleemverkenning en –verheldering

o Directe vragen
o Promoting “vertel eens…”
o Empathische feedback

- Formulering van een doel

o In specifieke termen
o Rekening houden met de vermogens van de betrokkene, aan de sociale omstandigheden en aan de omgeving

- Facilitatie van handeling
o De wijze waarop

Lees meer...

SCREENIN GSPROGRAMMA’S

voordelen en problemen:
o Kiezen preventief te handelen obv de resultaten
o Geneesmiddelen slikken
o Kiezen hun leefstijl te veranderen

ERFELI JKHEIDSONDERZOEK

- BRCA1 en BRCA2 (verantwoordelijk voor respectievelijk 45 en 40 procent van de gevallen van
borstkanker en ovariumkanker bij mensen met een erfelijke aanleg <> 4-5 % van de gevallen van borstkanker)

- Voorbeeld van detectieprogramma:

o Huisarts naar dienst
o Brief aan patiënt met vragenlijst
o Indeling in hoog-matig en laag risico

- Kennis van het risico kan een belangrijke invloed hebben op het individu en op de kinderen van het individu
- 20%-25% -28% van de vrouwen een fors niveau van angst
- 35% van de partners
- Relatief constant en een langdurig verschijnsel
- Meestal nadat de deelnemers over hun risiconiveau waren geïnformeerd
- Ook bij goed nieuws

ZIEKTEDETECTIE: HET VOORBEELD VAN MAMMOGRAFIE

- Regelmatige mammografiescreening
- Eventuele latere onderzoeken = echografie, biopsie, …
- Stress
- Gedurende een jaar na hun aanvankelijke beoordeling
- Door deze angst nemen veel vrouwen geen deel aan screening
- Doel onderzoek = nagaan hoe de stress met dit type onderzoek gepaard gaat en hoe bestreden

- Stressreductie:

o One-stop testing
o Vals-positieven in counseling
→ De noodzaak om counseling aan te bieden alleen aan diegenen die het nodig hebben of
wensen
- Participatie verhogen

o Informatie alleen niet genoeg
o Complexere technieken maar met beperkt resultaat

VERANDERING VAN RISICOGEDRAG

- Roken, voeding met een hoog cholesterolgehalte, weinig lichaamsbeweging
- OXCHECK-groep: gezondheidscheck
o Sommigen hebben baat bij het screeningsprogramma

- Family Heart Study: gezondheidscheck en counseling gedurende het volgend jaar met tussenpozen van 2 tot 6 maanden
o Counseling vormt een nuttige uitbreiding

Lees meer...

MODELLEN VAN GEFASEERDE GEDRAGSVERANDERING

Een gefaseerde theorie heeft 4 eigenschappen (Weinstein):

o Een classificatiesysteem om de fasen te definiëren
o Rangschikking van de fasen
o Er zijn veelvoorkomende barrières voor verandering waar mensen in dezelfde fase mee te
maken krijgen
o Verschillende barrières voor verandering in verschillende fasen

HET TRANSTHEORETISCH MODEL

Prochaska en Di Clemente 1984

- Stoppen met roken, afkicken van cocaïne, gaan sporten, consequent condoomgebruik, gebruik van zonblok, gewichtsbeheersing, testen van woning op radon, vermindering van vetopname, mammografie, modificatie van crimineel gedrag

- Neemt een prominente plaats in binnen richtlijnen

TTM EN RISICOREDUCEREND GEDRAG

- Sommige veranderingen lijken eerder het gevolg van de overgang ipv voorafgaand aan de overgang

- Zelfredzaamheid geen voorspellende factor voor het welslagen hoewel het wel was gerelateerd aan het ondernemen van een stoppoging


TTM EN PREVENTIE

- Zelfredzaamheid > beslissingsevenwicht
- Validiteit wordt in vraag gesteld

BEPERKINGEN VAN HET TTM

  • Tijdsperiode => weinig empirisch bewijs
  • Gedrag in het verleden heeft een sterke voorspellende factor
  • Vraagtekens gezet bij de validiteit van 5 onafhankelijke fasen van ‘bereidheid tot verandering’
  • Onvoldoende rekening gehouden met de sociale aspecten

HET MODEL VAN HET PRECAUTION ADOPTION PROCESS MODEL

1. niet bewust
2. ongemotiveerd: onrealistisch optimisme
3. consideratie
4. actief beslissen om niets te doen
5. beslissen te veranderen

DE HEALTH ACTION PROCESS APPROACH

- Motivatiefase

o Intentie
o = de resultante van verschillende attituden, cognities en sociale factoren
o Zelfredzaamheid en resultaatsverwachtingen zijn belangrijke factoren voor doelintentie
o Percepties over de ernst van de bedreiging en de persoonlijke kwetsbaarheid (vermeend
risico) spelen alleen een rol tijdens de motivatiefase

- Volitiefase (bewuste keuzen maken)

o Belang van een proces van planning = intentie tot implementatie van eerder = waar, wanneer en hoe
o Zelfredzaamheid tot initiatief = geloof dat hij in staat is het initiatief te nemen wanneer de
geplande omstandigheden zich voordoen
o Zelfredzaamheid mbt coping (of instandhouding) = geloof in het eigen vermogen barrières te overwinnen en verleiding te weerstaan => versterkt de veerkracht, de positieve houding en leidt tot een groter uithudingsvermogen

Lees meer...

CONTINUE MODELLEN VAN GEDRAGSVERANDERING

De weg van intentie tot implementatie

HET HEALTH BELIEF MODEL

- De kans dat iemand een bepaald gezondheidsgedrag zal vertonen is afhankelijk van demografische factoren
o Sociale klasse, sekse, leeftijd en uiteenlopende opvattingen
- Deze factoren kunnen het gevolg zijn van een bepaalde interne of externe cue tot handelen
- HBM en preventief gedrag

  • Veel mensen worden nauwelijks beïnvloed door voorlichting en al helemaal niet door publiekscampagnes
  • R = 0.09 voor het effect van grote publieke campagnes op het gebied van gezondheid, op hetfeitelijk gedrag - Onderzoek toont dat verschillende onderdelen van HBM meer of minder relevant zijn:

o Borstkanker ~vermeende kwetsbaarheid, lage subjectieve barrières, en cues tot handelen
o Mammografie niet ~vermeende kwetsbaarheid
o Sporten~ vermeende voordelen een voorspellende factor
o Therapietrouw: vermeende barrières en voordelen

DE THEORY OF REASONED ACTION EN DE THEORY OF PLANNED BEHAVIOR

DE THEORIE VAN BEREDENEERD GEDRAG

  • Individuen gedragen zich op doelgerichte wijze
  • De implicaties van hun handelen worden op rationele wijze afgewogen
  • Doel = verkenning en ontwikkeling te geven van de psychologische processen die een rol spelen bij het leggen van verbanden tussen attituden en gedrag

BEPERKINGEN VAN TRA

  • Ontwikkeld voor bewust gedrag
  • Geen rekening gehouden met de potentiële interactie tussen de voorspellende variabelen en de
    resultaten van intentie of gedrag

DE THEORIE VAN GEPLAND GEDRAG

  • Opname van het concept “vermeende controle over het gedrag” = perceived behavioral control
  • = het geloof van het individu dat het in bepaalde situaties controle heeft over het eigen gedrag; zelfs als het individu met bepaalde barrières wordt geconfronteerd
  • PBC van directe invloed zou zijn op de intentie en daarom, indirect op het gedrag
  • Een directe relatie tussen gedrag en PBC wordt eveneens mogelijk geacht
  • De correlatie tussen PBC en intentie is gemiddeld 0.71 wat duidelijk maakt dat dit construct een belangrijke toevoeging is
  • Meta-analyse => de variabelen van deze theorie waren verantwoordelijk voor 40-50% van de variantie van de intentie en van 19-38% van de variantie van het gedrag

TPB EN PREVENTIEF GEDRAG

  • Vermeende controle over het gedrag en attitude waren beide voorspellende factoren voor intentie
  • Intentie om deel te nemen aan screeningsprogramma’s kon worden voorspeld aan de hand van attitude, vermeende controle over het gedrag en subjectieve norm, hoewel alleen attitude en
    vermeende controle voorspellende factoren waren voor feitelijke deelname aan screening
  • Subjectieve normen zijn geen voorspellende factoren om hulp van de huisarts in te roepen bij symptomen voor borstkanker
  • Ziekterepresentaties kon 22% van de variantie van de intentie verklaren
  • Subjectieve norm en vermeende controle zijn significante voorspellende factoren voor intenties over het ondergaan van mammografie
  • Attituden en PBC vormden voorspellende factoren voor de intentie om een klinisch onderzoek van de borsten te ondergaan

TBP EN RISICOREDUCEREND GEDRAG:

  • Condoomgebruik~eerder gebruik van condooms, een positieve attitude tov het gebruik, subjectieve normen van anderen, zelfredzaamheid mbt aanschaffen en het gebruiken van condooms
  • Voor sommigen meer gewoonte en in mindere mate door intentie

BEPERKINGEN TPB


Voorspellende waarde van de TPB-variabelen is voorgedrag significant kleiner dan voor intentie Ook andere factoren belangrijk zoals affectieve factoren of deze gerelateerd aan planningsgesprekken: zelfredzaamheid, anticipatoire spijt en intentie tot implementatie

DE WEG VAN INTENTIE TOT IMPLEMENTATIE

  • Adequate plannen maken over de wijze en het tijdstip waarop en de plaats waar ze hun intentie zullenuitvoeren
  • Het publiek maken van deze intenties en plannen leidt tot een grotere implementatiekans
  • Doelintenties versus intenties tot implementatie
Lees meer...

MODELLEN VOOR GEZONDHEIDSGEDRAG

GEDRAGSVERANDERING

1. het tijdsbom model angst
2. lege vaten model informatie
3. Goliath model gehoorzaam
-> Naïef
-> Tegengesteld effect

PIETERSMA 2009

- onderzoek naar de effectiviteit van voorlichting:
o Eerst een compliment geven
- Continue versus gefaseerde gedragsverandering

Lees meer...

INVLOEDEN OP GEZONDHEIDSGEDRAG

PERSOONLI JKHEIDSKENMERKEN

DRIEFACTORENMODEL VAN EYSENCK

- Extraversie versus introversie
o Open, sociale aard versus verlegen, solitaire aard
- Neuroticisme versus emotionele stabiliteit
o Angstige, zorgelijke aard, beheerst door schuldgevoel versus ontspannen, tevreden aard
- Psychoticisme versus zelfbeheersing
o Egocentrische, agressieve, antisociale aard versus vriendelijke, voorkomende, gezonde aard

VI JFFACTORENMODEL VAN MCCRAE EN COSTA

- Neuroticisme
- Extraversie
- Openstaan (voor ervaringen)
- Inschikkelijkheid
- Nauwgezetheid

LONGITUDINAL STUDY ON THE GENESIS OF INDIVIDUAL COMPETENCIES (ASSENDORF 2008)

- ‘veerkrachtige’ kinderen (extravert, inschikkelijk en openstaan voor ervaringen)
- ‘overcontrollers’ (nauwgezetheid en neuroticisme)
- ‘ondercontrollers’ met meer agressie (psychoticisme)

GOLDBERG EN STRYCKER 2002
- Relatie tss persoonlijkheid en voedingsgedrag
- Openstaan = voorspellende factor voor uiteenlopend voedingsgedrag (gezonde bereidingswijze,
geringe consumptie van vet vlees en inname van veel vezels)

STEPTOE ET AL. 1995
- Openstaan gaat gepaard met bereidheid om nieuwe situatie te proberen
- Nauwgezetheid~ positief gezondheidsgedrag
- Neuroticisme ~negatief gezondheidsgedrag

NEUROTICISME
- Gepaard met ‘kieskeurigheid’ (MacNicol et al., 2003)
- Sterke mate van consumptie van de gezondheidszorg
o Meer ‘negatieve’ aandacht voor lichaamsfuncties
- Inconsistente resultaten dus neuroticisme een onvoldoende verklaring voor gezond of risicovol gedrag

ONDERCONTROLLERS

- Vertonen meer risicovol gedrag
- Onderactief stressysteem met een genetische kwetsbaarheid voor een verlaagd niveau van serotonine

LOCUS OF CONTROL

(Rotter, 1996; Wallston et al., 1978) (MHLC = multidimensional health locus of control)
- Interne locus of control
o Hoge mate van gedrag dat gezondheid beschermt en associatie met het construct
‘zelfredzaamheid’
- Externe locus of control
- Gezaghebbende anderen
o Gezondheid wordt bepaald door handelingen van gezaghebbende anderen zoals artsen

Lees meer...

ONBESCHERMD SEKSUEEL GEDRAG

NEGATIEVE EFFECTEN VAN ONVEILIG VRI JEN OP DE GEZONDHEID

  • Ongewenste zwangerschap
  • Infecties

PROBLEEM: seks = ‘sociaal’ gedrag

PREVALENTIE VAN CHLAMYDI A EN AN DERE SO A’S

  • Adolescenten: chlamydia genetiale herpes simplex en genitale wartten (HPV)
  • 7.2% tussen 20-24 besmet met chlamydia
    SEKSUEEL GEDRAG EN HET GEBRUIK VAN CONDOOMS
  • Jonge mensen vaker condooms gebruiken dan oudere mensen;
  • Vrouwen minder vaak condooms gebruiken dan mannen;
  • Bij zowel mannen als vrouwen het condoom het vaakst gebruikt werd bij een nieuwe seksuele
    partner;
  • Condoomgebruik was aanzienlijk lager bij mensen die meldden dat ze verschillende nieuwe partners hadden gehad;
  • Het percentage condoomgebruik was het laagst bij mannen die verschillende partners hadden met wie ze al eens eerder seks hadden gehad;
  • Het vrouwelijk condoomgebruik werd minder beïnvloed door de vraag of verschillende partners
    ‘nieuw’ voor hen waren of niet.
  • Barrières voor condoomgebruik:

o Verwacht bezwaar
o Verlegenheid
o Impliceren dat ze zelf met een soa is besmet
o Gebrek aan zelfredzaamheid of handigheid mbt condoomgebruik

Lees meer...

ROKEN

- Wettelijk toegestaan middel
- Na cafeïne en alcohol, de meest gebruikte psychoactieve drug

NEGATIEVE EFFECTEN VAN ROKEN OP GEZONDHEID

- Verantwoordelijk voor:

o 30% van de gevallen van de aandeoningen van de kransvaten
o 75% van de tumoren (90% van de longkankers)
o 80% van de chronische blokkade van de luchtwegen
o Passief roken ~25ù van de sterfgevallen onder niet-rokers

PREVALENTIE VAN ROKEN

ROKEN ALS VERSLAVING

- Nicotine
- Β-endorfinen
- Stimuleert de stofwisselingssnelheid

WAAROM ROKEN MENSEN?

DOLL & PETO 1981

Het risico op longkanker bij mensen die tijdens de jeugd gaan roken, was verhoogd in vergelijking met dat van mensen die pas als volwassenen waren gaan roken.

- Beginnen met roken:

o Voorbeeld volgen
o Sociale druk, sociaal leren en bekrachtiging
o Gewichtsbeheersng
o Geslachtsverschillen: vrouwen = ‘cool’ <> mannen past niet bij fitheid
o Als deel van een grotere reeks risicovolle of problematische gedragingen
o ‘onrealistisch optimisme’

- Blijven roken:

o Plezier of genot als gevolg van het gedrag, de smaak en de effecten versterken een positieve houding tov roken
o Roken uit gewoonte
o Roken als vorm van zelfmanagement
o Ontbreken vd overtuiging dat de betrokkene in staat is om te stoppen

- Stoppen met roken:

o Kans op longkanker daalt met meer dan 90% onder mensen die op 30-jarige leeftijd stoppen
o Duidelijk verband met het netwerk van de roker

Lees meer...

ALCOHOLGEBRUIK

AANBEVELINGEN VOOR ALCOHOLGEBRUIK

- ~lichaamsgewicht, voedselinname en stofwisseling, de sociale context waarin wordt gedronken en de cognities en verwachtingen van het individu
- ‘veilig’ niveau is moeilijk te bepalen
- Wat is de ‘standaard’ maat: sterkte versus volume?

PREVALENTIE VAN ALCOHOLGEBRUIK BI J JONGEREN
- 16-24 jaar: evolutie constant
- 11-15 jaar: stijging

LAAT KINDERHERSENEN ZO GROOT MOGELIJK WORDEN

Kinderarts reist door het land om ouders voor te lichten over gevaren van alcoholgebruik door jongeren

Ouders onderschatten de risico’s van alcohol voor jongeren, zegt kinderarts Van der Lely. Vergiftiging kan grote gevolgen hebben. Tot hun 23ste moeten ze helemaal niets drinken.

HEEFT HET DRINKEN VAN ALCOHOL OOK POSITIEVE EFFECTEN?

- J-vormige relatie
- Matige alcoholconsumptie de concentratie van LDL in het bloed verlaagt.

WAARDOOR KRI JGEN SOMMIGE MENSEN EEN DRANKPROBLEEM?

- Nieuwsgierigehid en gezelligheid
- Verschil tussen ‘veilige’ drinkers en probleemdrinkers:

o Erfelijkheidsfactoren en een familiegeschiedenis van alcoholmisbruik
o De aanwezigheid van psychologische kwetsbaarheid/ persoonlijkheid
o Sociaal leren

Lees meer...

OVERGEWICHT

HOE WORDT OVERGEWICHT GEDEFINIEERD?

- BMI
- Taille omtrek

NEGATIEVE GEVOLGEN VAN OVERGEWICHT VOOR DE GEZONDHEID

- Longitudinaal onderzoek (Framingham): relatie tusen overgewicht en mortaliteit komt alleen op lange termijn voor

PREVALENTIE VAN OVERGEWICHT

- EU: 31% van de volwassen bevolking overgewicht en 10% klinisch obees
- Geïdentificeerd als de meest voorkomende aandoening bij kinderen in Europa

OORZAKEN VAN OVERGEWICHT

- Energie-inname groter dan het energieverbruik
- Een erfelijke component
- Gerelateerd aan omgevingsfactoren: ‘obesogene’ omgeving

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen