Menu

TOEKOMSTIGE INZICHTEN IN PI JN – DE NEUROMATRIX

  • Gate control theory over pijn kan fantoompijn niet verklaren want geen prikkeling A- en C-vezels
  • Complexere theorie door Melzack
    • Dezeam wordt als
    • lfde neurale processen bij pijnperceptie in geamputeerde been/arm als in intacte lichaam
    • Pijn is waarneembaar in afwezigheid van invoer vanuit het lichaam
    • Licha
    • eenheid waargenomen en als ‘zelf’ herkend, afgescheiden van de rest


NEUROMATRIX

  • Netwerk van neuronen waardoor thalamus, hersenschors en limbisch systeem verbonden zijn
  • Verwerking en integratie van pijngerelateerde informatie binnen de neuromatrix
  • Neurosignature = netwerk van info over aard van pijnprikkel en onze emotionele reactie hierop
    • Matrix lichaam-zelf = verwerking en integratie sensorische en emotionele info
    • Handelingsneuromatrix = gedragsmatige reacties in reactie op netwerken
  • Reacties op pijn NA (gedeeltelijke) verwerking en integratie van info over aard van de pijn, oorzaak en lichamelijke en emotionele gevolgen
  • Projectie van geïntegreerde netwerk van info op sentient neural hub = zetel van bewustzijn
  • Neuromatrix zo geprogrammeerd dat we aannemen dat ledematen zich kunnen bewegen. Na amputatie worden signalen tot beweging nog uitgezonden. Bij gebrek aan beweging worden sterkere en frequentere signalen uitgezonden: als pijn waargenomen
  • Brede ondersteuning voor theorie, locatie van neuromatrix in hersenen onduidelijk

Lees meer...

DE PI JNBELEVING

  • Functioneel: waarschuwt voor potentiële lichamelijke beschadigingen, pogingen oorzaak te vermijden of pijn te verminderen
  • Congenital universal insensitivity to pain
  • Destructief en problematisch indien chronisch, beheerst leven
  • Vb. reumatoïde artritis, fantoompijn


TYPEN PIJN

ACUUT OF CHRONISCH

  • Acute pijn
  • Pijn korter dan drie tot zes maanden
  • Mogelijk recidiverend (vb. migraine)
  • Chronische pijn
  • Langer dan drie tot zes maanden
  • Twee brede typen
  • Met duidelijke oorzaak (vb. reumatoïde artritis)
  • Zonder duidelijke oorzaak (vb. 85% van rugpijn)
  • Twee groepen chronische pijn:
  • Chronische goedaardige pijn: constante hevigheid van pijn (vb. pijn in de onderrug)
  • Chronische progressieve pijn: pijn wordt heviger (vb. reumatoïde artritis)
  • AARD VAN DE PI JN:
  • Type pijn (vb. stekende pijn, pijnscheuten, brandende pijn, …)
  • Hevigheid van de pijn (vb. licht ongemak tot onhoudbare pijn)
  • Patroon van de pijn (vb. kort van duur, voortdurend, met tussenpozen)


DE PREVALENTIE VAN PI JN

  • 19 - 21% van algemene publiek enige mate van chronische pijn
  • O.a. verwonding, sportblessure, gezondheidsprobleem
  • Bijna 80% raadpleegde arts gedurende voorbije 6 maanden
  • Vooral ouderen, gescheiden personen, personen met een baan met hoge lichamelijke belasting
  • Belangrijkste reden om arts te bezoeken:
  • 40% van bezoeken 1e lijnszorg, 80% hiervan beperking van lichamelijk functioneren
  • Pijn vooral in onderrug, buik, hoofd
  • Patiëntengroepen met hoger pijnniveau
  • Vb. 64% terminale patiënten
  • Economische kosten:
  • Direct: voor gezondheidszorg voor behandelen pijn
  • Indirect: ziekteverzuim, productieverlies, kosten van ‘informele’ zorg
  • Indirecte kost groter dan directe kost

LEVEN MET PI JN

  • Effecten van pijn:
  • Verhinderen deelname aan lichamelijke en sociale activiteiten en aan werk, dagelijkse zorg, negatieve invloed op sociale relaties en huwelijken, financiële situatie, …
  • Mogelijk verlies van baan wegens invaliditeit: vooral bij mensen met lichamelijk zwaar werk
  • Depressie: oorzaak of gevolg van pijn? Mogelijk wederkerige relatie
  • Interacties met sociale omgeving
  • Kosten en (onbewuste) voordelen
  • primaire (intrapersoonlijke) winst
  • Uitingen van pijn leiden tot stoppen of afnemen van aversieve consequentie
  • Secundaire (interpersoonlijke) winst
  • Positieve consequentie van pijn, vb. zorg
  • Tertiaire winst
  • Voldoening of plezier ervaren door andere dan de pijnleider, wanneer deze de patiënt helpt
  • Opvattingen over eigen pijn: gebrek aan activiteit wordt versterkt door verlichting bij vermijden van de activiteiten
  • Problemen door beloningssystemen
  • Minder actief worden kan leiden tot verergering problemen
  • (vb. chronische rugpijn verergerd door afwassen)


Vijf nadelen:

1. Dramatisering

2. Niet meer gebruiken lichaamsdeel,inactiviteit

3. Middelenmisbruik

4. Afhankelijkheid van anderen

5. Invaliditeit

BELANG VAN SOCIALE ONDERSTEUNING

  • Vb. bij reumatoïde artritis: minder pijn en beter lichamelijk functioneren
  • Factoren die een rol spelen:
  • Gestimuleerd actief te zijn → blijven functioneren, soepel houden van gewrichten
  • Emotionele ondersteuning


ONDERZOEKSTHEMA

  • Pijnbestrijding bij sikkelcelziekte:
  • Ongewone vorm rode bloedcellen: hemoglobine S
  • Episoden met geblokkeerde vaten en hevige pijn
  • Behandeld met intraveneuze sterke pijnstillers
  • Als gevolg van pogingen tot pijnbestrijding:
  • 37% middelenmisbruik, 31% afhankelijkheid
  • Thema’s uit interviews: (1) middelengebruik als actieve poging to coping, (2) streven naar normaler leven, (3) bewustzijn van afhankelijkheid, (4) psychologische effecten bestrijden, (5) verstoring dagelijkse activiteiten

Lees meer...

VERZORGING

ONDERSTEUNENDE RELATIES
- Het ondersteunende systeem is uiteindelijk verantwoordelijk voor de zorg op lange termijn en kan ene aanzienlijke invloed hebben op de psychosociale prognose (Evans en Bishop, 1990)

- Voordelen van sociale ondersteuning:
o Toegenomen therapietrouw en toegenomen zelfzorg
o Betere emotionele aanpassing en coping met stressvolle gebeurtenissen
o Beter fysiologisch functioneren
o Verminderde mortaliteit of toegenomen levensduur

PRETTIGE EN MINDER PRETTIGE BENADERINGEN VAN DE VERZORGING

- Prettig = praktische hulp en uitingen van liefden bezorgdheid en begrip

- Onprettig = situatie bagatelliseren, onrealistische opgewektheid, het onderschatten van de effecten van de ziekte op de patiënt of kritisch of veeleisend zijn


Het negatieve effect van onprettige benaderingen lijkt sterker te zijn dan het positieve effect van prettige benaderingen

GEVOLGEN VAN VERZORGING

- Emotionele invloed van verzorging
o Driekwart ondervindt meetbaar klinisch significant psychisch lijden
o Geringere lichamelijke gezondheid en tevredenheid + depressie

- Lichamelijke effecten van zorg
o Afname van de eigen lichamelijke gezondheid

- Immunologische effecten van verzorging
o Onderdrukking immuunsysteem
o Meer ziektedagen

POSITIEVE ASPECTEN VAN DE VERZORGENDE ROL

- Gevoelens van vervulling, zich nuttig voelen, toegenomen gevoelens van intimiteit of toegenomen dagelijkse interacties doordat er samen meer tijd wordt doorgebracht

- Wanneer het aantal ergernissen groter was dan het aantal vreugdevolle momenten, werd meer
melding gemaakt van depressie

INVLOEDEN OP EFFECTEN VAN DE VERZORGING

- Kenmerken van de ziekte of de verzorgde
o Dynamisch en fluctueren
o Voorspellende factor voor depressie bij de verzorger = toename van de negatieve
eigenschapen van de patiënt
o Voorspellende factor voor de vermeenden belasting van de mantelzorger = afname van de
positieve eigenschappen
- De invloed van eigenschappen en de reacties van de verzorger
o Ziektepercepties
o persoonlijkheid
- Kwaliteit van de relatie

o Meer onderzoek naar de aard van en processen in zal van nut zijn voor ons inzicht in de
aanpassing aan ziekte
o Belang van de wederkerige en onderling afhankelijke relaties

- Kwaliteit van de huwelijksrelatie
- Verzorgers en patiënten hebben niet dezelfde opvattingen noch gelijke reacties
- Verschil = effect op de ziekte?
- Verzorgers bieden ondersteuning omdat ze menen dat die nodig is. Dat wil niet zeggen dat de patiënt deze als behulpzaam zullen beleven (discrepantie).

- Ziekterepresentaties:

o Ziektrepresentaties van de verzorger is belangrijker wanneer men spreekt over deelname aan revalidatie-oefeningen na hartaanval

o Zowel het maximaliseren als het minimaliseren van de kant van de verzorger kan negatieve gevolgen hebben terwijl gedeelde percepties adaptiever zijn

Lees meer...

ZIEKTE: EEN GEZINSPROBLEEM

GEZINSSYSTEMEN

- 3 fasen in een gezinssysteem in een continuüm van aanpassing:

o Fase van afweer
o Fase van herstructurering
o Fase van consolidering
~van cohesie aanpassingsvermogen en communicatie

COPING VAN OUDERS MET ZIEKE KINDEREN:
- Autonomie (coping door te proberen het welzijn te handhaven door gebruik te maken van sociale
relaties)
- Medische zorg
- Sociale ondersteuning - informatie
- Ondersteuning van het gezin

Geslacht, type, ziekte, duur van de ziekte en de mate waarin de ouder problemen had in het gezin of met het sociaal functioneren, waren allemaal van invloed op de vraag welk vorm van coping het meest nuttig werdbevonden

Lees meer...

HET METEN VAN KWALITEIT VAN LEVEN

- Meetinstrument om behandelingsveronderstellingen te toetsen
- Meetinstrument voor informatieverstrekking
- Meetinstrument om alternatieven te evalueren
- Meetinstrument voor communicatiebevordering

BRUIKBAARHEID VAN MEETINSTRUMENTEN
- Een goed onderzoeksinstrument is mogelijks niet geschikt voor klinisch gebruik
- Discrepantie tussen perceptie over het welzijn van de patiënt die door de artsen wordt vermeld versus dewelke die door de patiënt wordt aangegeven
- Tijd en moeite
- Cultuur en vertaalproces
- Leeftijd, vooral kinderen

o Indirecte verslagen
o Overeenkomst het grootst voor aspecten zoals het lichamelijke functioneren maar minder
groot voor emotioneel of sociaal functioneren
o Kinderen maken een geringere emotionele kwaliteit van leven i.v.m. hun ouders
o Ouders rapporteren meer problemen dan hun kinderen (pygmalion effect)

Lees meer...

ZIEKTE EN KWALITEIT VAN LEVEN

  • Het welzijn van de patiënt kan alleen worden beoordeeld door naar diens mening te vragen
  • Onderzoeken van de eigen percepties van de wijze waarop de behandeling of interventies de ziekteervaring en het algehele psychosociale functioneren heeft beïnvloed

WAT IS KWALITEIT VAN LEVEN?

  • Kwaliteit van leven is het functioneren van personen op fysiek, psychisch en sociaal gebied en de subjectieve evaluatie daarvan
  • Meerdere dimensies:
  • Fysieke en mentale gezondheid
  • Onafhankelijkheid
  • Sociale relaties
  • Sociale integratie
  • Persoonlijke, religieuze en spirituele overtuigingen
  • Vragenlijsten
  • SF-36, EuroQoL, QALY’s, DALY’s, …
  • Ziekte, invaliditeit en handicap
  • Bepalen hoeveel invloed een ziekte heeft op het functioneren van het individu
  • Gebruik gemaakt van een meetinstrument voor de ernst van de ziekte of van de symptomen ervan
  • Verband tussen pathofysiologie en invaliditeit vaak indirect (beïnvloed door psychosociale factoren en omgevingsfactoren)

WAARDOOR WORDT KWALITEIT VAN LEVEN BEPAALD?

  • Op de kwaliteit van leven zijn veel factoren van invloed:
  • Demografische factoren
  • De aandoening zelf
  • Behandeling
  • Psychosociale factoren

- Leeftijd en kwaliteit van leven

  • De gemeten kwaliteit van leven was voor 15 procent afhankelijk van fysieke beperkingen, 26 procent van psychische problemen en 15 procent van sociale beperkingen.
  • Meer dan 47 procent van de kinderen voelen zich afgewezen of gepest
  • Belang van onderzoek naar QoL bij jongeren want effecten zijn cumulatief en hebben een negatieve invloed op de ontwikkeling
  • Onderzoek geeft aan dat de generieke QoL minder door de gezondheidstoestand maar wel door SES factoren wordt bepaald.

- Vergrijzing

  • Afhankelijkheid te minimaliseren
  • Verlagen van de maatschappelijke kosten van de gezondheidszorg
  • Belangrijke domeinen: lichamelijke functioneren, relaties met anderen en behoud van gezondheid en sociale activiteit
  • Voorspellende factoren voor QoL = gezondheid maar ook het krijgen van een uitkering of inkomen, werkloosheidsduur, …
  • Belang van de verbetering en handhaving van het lichamelijk functioneren en het blijven functioneren in de rol

- Aspecten van ziekte en kwaliteit van leven

  • QoL heeft betrekking op de zaken in het leven waaraan mensen waarde hechten en dat de percepties van dergelijke zaken al dan niet door ziekte of lichamelijke invaliditeit kunnen worden gewijzigd
  • Cognitieve disfunctie

- Cultuur en kwaliteit van leven

  • Individualistische versus collectivistische cultuur

- Aspecten van behandeling en kwaliteit van leven

  • Bepalen welke invloed de behandeling op specifieke populaties heeft
  • om de sterkte effecten tussen behandelingsmogelijkheden te bepalen
  • Weinig gebruik van “patiëntgerichte” meetinstrumenten
  • Belang van veerkracht (“resilience”)

- Psychosociale invloeden op de kwaliteit van leven

  • Angstsymptomen
  • Depressie
  • Pijn

- Doelstellingen en kwaliteit van leven

  • Zelfregulatietheorie van Craver en Scheier beschrijft een proces van verwezenlijking (of frustratie daarvan) van doelstellingen bij confrontatie met verstoringen zoals ziekte
  • Voorspellende factor voor ziektespecifieke QoL en negatief affect= verstoring van doelstellingen
  • Invloed van dissonantiereductie: als blijkt dat we een bepaald doel niet kunnen bereiken maken we dit voor ons vaak minder belangrijk = neerwaartse vergelijking
Lees meer...

HET MINIMALISEREN VAN STRESS IN ZIEKENHUISOMGEVINGEN

VOORBEREIDING OP EEN OPERATIE

  • Onderzoek wijst uit dat we minder angst vertonen wanneer we enige mate van controle over de omstandigheden hebben.
  • “geven van controle” = voortdurend informeren over wat er met hen gebeurt zodat de vrees voor het onbekende wordt geminimaliseerd
  • Twee soorten informatie
    • Procedurele informatie:
      • Aan patiënten vertellen over de gebeurtenissen die voor en na de operatie zullen plaatsvinden; zoals het geven van een voorbereidende injectie, het bijkomen in de uitslaapkamer en een infuus in de arm hebben.
    • Sensorische informatie:
      • Aan patiënten vertellen wat ze zullen voelen voor en na de operatie; bv dat het normaal is enige pijn te voelen na de operatie of dat ze zich mogelijk verward voelen als ze bijkomen uit de verdoving.
  • Voldoen aan de behoeften van de patiënt
    • Afgestemd op de eigenschappen van de patiënt voor wie de interventie is bestemd
    • Ontwijkende coping
    • Probleemgerichte coping
  • - Uit onderzoek blijkt dat:
    • Patiënten met een gering angstniveau het meeste baat hebben bij procedurele informatie terwijl patiënten met een hoog angstniveau het meeste baat hebben bij een ongestructureerde bespreking.
    • Mensen met een enigszins verhoogd angstniveau het meeste baat hebben bij het toepassen van ontspanningstechnieken doordat ze de vaardigheden gemakkelijker kunnen toepassen dan patiënten met een hoog angstniveau.
  • Werken met kinderen en ouders
    • Procedurele informatie
    • Visuele informatie (Doorlopen van kamers, operatiezaal, … )
Lees meer...

WERKEN MET INDIVIDUEN

STRESSTHEORIE - EEN KORT OVERZICHT
- Basis =cognitief-behavioristische theorieën over stress

- Stress = negatief emotionele en fysiologische toestand als gevolg van onze cognitieve reacties op gebeurtenissen in onze omgeving

- Proces ipv effect

- Twee belangrijkste theorieën = Aaron Beck 1976 en Albert Ellis 1977

- Stemming wordt bepaald door onze cognitieve reactie op gebeurtenissen en niet door de
gebeurtenissen zelf

- Foutieve of “irrationele “ gedachten

→ Stress = resultaat van misinterpretaties van gebeurtenissen in de omgeving of van denkbeelden
→ Automatisch
→ Oppervlaktecognities versus cognitieve schemata

BECK:

aantal categorieën gedachten:

- Catastrofaal denken: een gebeurtenis als volledig negatief beschouwen en mogelijk rampzalig

- Overmatige generalisering: het trekken van een algemene (negatieve) conclusie o.b.v. 1 incident

- Arbitraire interferentie: trekken van een conclusie zonder voldoende bewijs om deze te ondersteunen

- Selectieve abstractie: het zich concentreren op een detail dat uit de context wordt gerukt

GERARD EGAN

1998: model van probleemgerichte counseling
- Probleemexploratie en –verheldering
- Doelen vaststellen
- Het handelen faciliteren

ONTSPANNINGSTRAINING

- Doel = aanleren van ontspanningsvaardigheden is het individu in staat te stellen zich zo veel mogelijk en op juiste wijze te ontspannen gedurende de dag en op momenten van hevige stress

- Leidt tot een toename van de feitelijke en vermeende controle over de stressreactie

- 3 fasen:
o Het aanleren van elementaire ontspanningsvaardigheden
o Het registreren van spanning in het dagelijks leven
o Het gebruiken van ontspanning in tijdens van stress
'

- Het aanleren van ontspanningsvaardigheden

- Lichamelijke spanning registreren
o Leerproces a.d.h.v. spanningsdagboek

- Ontspanning in de praktijk

COGNITIEVE INTERVENTIES

- Zelfinstructietraining

o Gericht op oppervlaktecognities
o Zelfspraak

  • Geheugensteuntjes
  • Als vorm van geruststelling

- Cognitieve herstructurering

o Het individu wordt gevraagd stressvolle gedachten als veronderstellingen, te beschouwen en niet als feiten, zodat de juistheid van de gedachten onbevooroordeeld kan worden onderzocht

GEDRAGSMATIGE INTERVENTIES

- Doel = het individu te helpen zodanig met stress om te gaan dat hij maximaal effectief met de oorzaak kan omgaan, zodat minimale stress ontstaat

- Enkele voorbeelden: ijs, tot 10 tellen, …

STRESSINOCULATIETRAINING

- Combinatie van cognitieve therapieën:

o Controleren of het gedrag past bij de omstandigheden
o Ontspannen blijven
o Zichzelf de juiste zelfspraak geven

Lees meer...

PREVENTIE VAN STRESS

HET AANLEREN VAN STRATEGIEËN VOOR STRESSMANAGEMENT

STRESSMANAGEMENT OP HET NIVEAU VAN ORGANISATIES

  • Belangrijke en stijgende druk op werkgevers om het personeel te voorzien van vaardigheden voor een effectief stressmanagement
  • Wettelijke verplichting
    • Aanbeveling. Geen consequenties wanneer bedrijf er onvoldoende aandacht aan besteed.
  • ‘Contactberoepen’
  • Beperkt succes:
    • Aantal personen die zich aangesproken voelen
    • Type personen die zich aangesproken voelen
    • → Slecht 10-40% van het personeel
    • Inconsistente onderzoeksresultaten wijzen op de noodzaak om deze problemen directer te beïnvloeden door de OORZAKEN van stress aan te pakken
  • Het identificeren van de oorzaken van stress in organisaties is complexer dan het geven van cursussen
  • Oorzaken van stress:
    • Slechte collegiale sfeer, pesten, elkaar niet helpen, voortdurende zware onderlinge concurrentie, slechte en,/ of onberekenbaar management, geen overleg, geen invloed hebben op het werktempo, de werklast, de eigen tijd niet kunnen indelen, weinig zicht op de planning, te moeilijk of juist te gemakkelijk werk, te veel werk, onduidelijke taak/ functie, monotoon werk, tegenstrijdige opdrachten, slechte fysieke omstandigheden (stof, licht, lawaai, …), slechte beloning, geen mogelijkheden tot persoonlijke groei, reorganisatie, ontslagrondes, te lange werktijden, veel reizen, onvoldoende informatie over het werk of de werkomgeving, discriminatie, ongewenste intimiteiten, verlies van status, overplaatsing, ontslag van of nieuwe collega’s, nieuwe baas, slecht gereedschap of slecht werkende
  • ICTapparatuur,…
  • Organisatieprobleem = “foutenculturen”
    • Intern gerichte culturen (de sfeer goed houden)
    • Sterk resultaatsgericht
    • Grote machtsverschillen
  • “conspiracy of silence” of twee niveaus van communicatie
  • Werken interventies op organisatieniveau?
    • Soms van nut
    • Afwisseling, verhogen sociaal contact, opleidingskansen vergroten, beslissingbevoegdheden vergroten, invoeren korte rustpauzen

Lees meer...

SOCIALE ONDERSTEUNING EN STRESS

DEFINITIES, TYPEN EN FUNCTIES VAN SOCIALE ONDERSTEUNING

  • Sociale ondersteuning → gevoel te worden liefgehad en verzorgd, gerespecteerd en gewaardeerd
  • Hulpmiddel in beoordeling en reactie op gebeurtenissen: buffer tegen stress
  • Verschillende types van sociale steun:
    • Instrumentele
    • Emotionele
    • informationele

SOCIALE ONDERSTEUNING EN MORTALITEIT

  • Onderzoek:
  • Verband met mortaliteit, zelfs na controle voor gezondheidstoestand en riskant
    gezondheidsgedrag
  • tweevoudige toename van de mortaliteit bij mensen met gering aantal sociale relaties
  • Sociale netwerken zijn sterk voorspellende factor voor mortaliteit ten gevolge van
    hartaandoeningen, kanker, herseninfarct
  • Gebrekkige sociale ondersteuning = voorspellende factor voor slechte gezondheidstoestand

SOCIALE ONDERSTEUNING EN ZIEKTE

  • Onderzoek
    • Sociale ondersteuning kan ondervinding van stress beïnvloeden vb. verband tussen
      levensveranderingen en hartaanval wordt verzacht door sociale steun
    • Beperkt sociaal netwerk bij reuma = voorspellende factor voor hevigheid vd ziekte na 3 jaar
    • Sociale steun buffert invloed van depressie op mortaliteit na hartaanval
    • Vooral belang sociale steun bij ziekten waarbij sprake is van lichamelijke afhankelijkheid van anderen
      en afgenomen sociale activiteit als gevolg van de ziekte

WELKE INVLOED HEEFT SOCIALE ONDERSTEUNING OP DE GEZONDHEIDSTOESTAND?

  • Psychisch lijden in tijden van stress wordt effectief verminderd door sociale ondersteuning
  • Ontbreken van sociale steun = bron van stress
  • Meer bewijs voor gunstige effect op verminderen van stress en psychisch lijden TIJDENS ziekte, dan
    voor de PREVENTIE van ziekte

KAN SOCIALE ONDERSTEUNING SLECHT VOOR JE ZI JN?

  • Vb. Mantelzorg bij pijnpatiënten: veel praktische hulp bij alledaagse taken leidt tot een gebrekkige aanpassing
  • Geboden hulp komt niet steeds overeen met de behoeften van de patiënt
    • mantelzorgers worden soms als opdringerig en bemoeizuchtig ervaren
    • instrumentele ondersteuning nuttig wanneer aspecten van de gebeurtenis aangestuurd
      kunnen worden (vb. leren wandelen na amputatie), emotionele ondersteuning is nuttiger als de situatie niet controleerbaar is (vb. na sterfgeval)
  • Onjuist of overbodige ondersteuning houdt de betrokkene in een afhankelijkheidspositie, belemmert herstelproces en veroorzaakt spanningen

VOORBEHOUD TEN AANZIEN VAN ONDERZOEK NAAR SOCIALE ONDERSTEUNING

  • Sociale ondersteuning = subjectief construct, afhankelijk van zelfrapportage
  • Variabelen zoals neuroticisme zijn mogelijk niet alleen van invloed op individuele percepties van de aard en de mate van sociale ondersteuning, maar ook op de tevredenheid daarover
Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen