Logo
Print deze pagina

Theorie als een samenhangend stelsel van uitspraken

Een theorie biedt een overkoepelend kader waarbinnen onderzoek kan plaatsvinden en naar aanleiding waarvan onderzoekers specifieke hypothesen kunnen opstellen en toetsen.

Een theorie moet je benaderen via het deductief-nomologisch model
> hierin worden specifieke uitspraken afgeleid uit algemene uitspraken (wetmatigheden).

Net als de deductieve fase uit de empirische cyclus.

Een theorie vormt pas en DN-model als er is voldaan aan de volgende voorwaarden:

-Zeer precies formuleren. Over betekenis woord mag niet getwist kunnen worden.
-Uitspraken geordend naar algemeenheid
-Logisch verband tussen de verschillende uitspraken binnen een theorie.
-De specifieke uitspraken van het model – de hypotheses- moeten aan empirie getoetst kunnen worden.

Syllogisme: Een strikt logische redenering waarin uit 2 uitspraken een conclusie afgeleid wordt.

Een hypothese die volgt uit een bepaalde theorie is een conclusie die is af te leiden uit algemene uitspraken( de kern) en assumpties van de theorie.

Een belangrijke eigenschap van verklaringsmodellen binnen de sociale wetenschappen is dat de verschillende uitspraken binnen een model niet altijd deterministisch zijn.

> Vaak moet er iets toegevoegd worden van ‘over het algemeen’, ‘gemiddeld genomen’.

De verbanden zijn probabilistisch: waarschijnlijk etc.

De theorieën bestaan vaak uit vele uitspraken doordat de abstracte begrippen moeten worde vertaald naar meetbare, concrete begrippen. > ook uitspraken die op het eerste gezicht overbodig lijken te zijn, moeten worden behandeld. Ook moet vermeld worden dat de groep proefpersonen representatief is voor de grotere populatie.

In de discussie overweeg je wat er niet klopt aan je theorie en stel je nieuwe hypothesen op > zo is de empirische cyclus weer rond.

Copyright © 2017. All rights reserved.