Logo
Print deze pagina

Webers bureaucratiebegrip

  • Gulden middenweg tussen ‘negatieve’ en optimistische opvatting van bureaucratie

Hij stelde zich de vraag:

“Hoe is het mogelijk dat in relatief achterlijk Europa een sprong is gebeurd in name bestuur, wetenschappen, rechten, modernisering, rationalisering, …?”

Zijn antwoord hierop was dat bureaucratische gezags-verhoudingen onmisbaar waren om tot moderne rationele maatschappijen te komen.

 Maar! Weber is ook van mening dat bureaucratie haar zwakke kanten heeft.

Hij stelde een ideaaltype op voor het bureaucratisch bestuursapparaat volgens volgende eigenschappen:

  • Duidelijke gezagshiërarchie
    : bureaucratie lijkt op piramide met aan top enkele posities

: duidelijke bevelslijn ()

: ieder niveau controleert en superviseert het niveau eronder

  • Geschreven regels
    : gedrag van ambtenaren, op alle niveaus van de organisatie, wordt hierdoor bepaald

: hoe hoger het gezagsniveau, hoe meer toepassing van flexibiliteit en interpretatie van de regels vereist

  • Voltijds & gesalarieerd

: ieder die een job uitoefent in de bureaucratische hiërarchie wordt vergoed

: promotie is mogelijk op grond van anciënniteit, capaciteit, of mengeling van beide

  • Strikte scheiding

: privé  organisatie/bureaucratie

: in geen geval mogen beide vermengd worden

: ‘thuis’ altijd fysiek gescheiden van werkplaats

  • Geen controle over de productiemiddelen

: de ambtenaren bezitten de middelen waarmee ze werken niet, geen eigendom.
 traditionele gemeenschappen boeren en ambachtslui die nauwe controle hadden over productieproces en de werktuigen waarmee zij werkten bezaten

Copyright © 2017. All rights reserved.