Socialisatie: I, me en self
- Gepubliceerd in Sociologie
- Lees 772 keer
Menselijk zelfbewustzijn en menselijke identiteit ontwikkelen zich tijdens het internalisatieproces. Een mens wordt van zichzelf bewust als hij de houding van de ander aanneemt. A beziet zichzelf in de rol van B: hij maakt zichzelf tot object en ervaart zo zichzelf. Toch is het niet zo dat een subject zich simpelweg vereenzelvigt met de rollen die hij internaliseert.
Mead onderscheidt 2 componenten in het ‘social self’: ‘I’ en ‘Me’:
Het ‘me’ bestaat uit rollen die iemand geinternaliseerd heeft.
Het ‘I’ is de capaciteit om te internaliseren en op het geinternaliseerde te reageren. Het I is de oorspronkelijke, niet door de omgeving gedetermineerde component van de menselijke persoonlijkheid.
vb. Mister Bean wandelt op straat, hij kijkt naar de camera en loopt tegen een paal. Even later wandelt hij op datzelfde stuk, stopt net voor de paal, denkt aan de vorige keer, hij wilt er langs wandelen en valt in een put.
-> Iedereen lacht: je voelt, leeft mee, maar je voelt de pijn niet → Eerst lachen, dan snel inhouden (vb. hand voor mond omdat je denkt dat het eigenlijk wel pijnlijk is)
= Interactie I en Me, Me is reactie op I.