Logo
Print deze pagina

Sociale ruil en macht

= Voorbeeld van hoe eenvoudige sociale interacties kunnen overgaan in stabiele sociale structuren. Het is ook een voorbeeld van hoe ruil omslaat in iets anders dan ruil.

De emergentie van macht uit ruil. Hoe valt macht te verklaren uit ruil? Ruil kan soms vorm van monopolie aannemen.
Voorbeeld: A ↔ B ↔ C ↔ D
en E bezit water => E moet altijd water geven, anderen geven vanalles terug. Op de duur: ongelijke ruil! A, B, C, D kunnen nog maar 1ding geven, namelijk gehoorzaamheid: bevelen en wensen machthebber gehoorzamen.

Machtsverschillen ontstaan wanneer de een de ander voortdurend voorziet van belangrijke diensten zonder dat die iets van gelijke waarde kan terugdoen. Dit is het geval indien:

  • De ontvangende partij niet beschikt over hulpbronnen om aan de gever een gewaardeerde wederdienst te bewijzen, zodat geen directe ruil kan plaatsvinden.
  • De ontvangende partij dat waaraan hij behoefte heeft niet uit een andere bron kan putten.
  • De ontvangende partij niet in staat is of niet bereid is zich de schaarse goederen door geweld toe te eigenen.
  • De ontvangende partij zijn behoeften niet kan of wil wijzigen zodat hij zou kunnen afzien van de goederen die hij aanvankelijk nodig had.

→Als al deze voorwaarden vervuld zijn, is de enige manier om het ruilonevenwicht te compenseren de gevende partij macht te schenken.

De voorwaarde van de interactie wordt door de machthebber opgelegd: hij bepaalt wat de ondergeschikte moet doen en wanneer hij het moet doen, volledig in tegenstrijd met de beginselen van de elementaire ruil.

Na het ontstaan van machtsrelaties doen er zich nog verdere emergente processen voor die niet verklaarbaar zijn met Homans’ model (op voet van gelijkheid met elkaar ruilende mensen). Vb. enerzijds legitimering en organisatie, anderzijds oppositie en sociale verandering.

Iemand met macht kan eisen stellen aan ondergeschikten, maar niet ongelimiteerd: normen van sociale rechtvaardigheid. Hoe meer diensten de machthebber verleent aan zijn ondergeschikten, hoe meer hij mag eisen. Zijn gedrag wordt dan gelegitimeerd en hij zal beloond worden met sociale bijval en loyaliteit.

Organisatie en legitimatie kunnen geanalyseerd worden vanuit een ruilproces, enkel nadat een vorig ruilproces het ontstaan heeft gegeven aan machtsstructuren. Deze ruil is SECUNDAIR.

Machthebber gaat dingen organiseren. Hij wordt wat van hem wordt verwacht. Als hij hun leven niet goed organiseert dan wordt hij niet geaccepteerd, de macht wordt als niet voldoende beschouwd. Indien de ondergeschikten de machthebber niet legitimeren zullen ze oppositie voeren en de machtsstructuur trachten te veranderen zodat er opnieuw een rechtvaardig evenwicht ontstaan tussen eisen en diensten.

Copyright © 2017. All rights reserved.