Logo
Print deze pagina

Clanmaatschappij

: Weinig leden
Als er te veel leden waren; opsplitsing.

: Overlevingseconomie
 Economie die erop gericht is dat alles wat “geproduceerd” is, benuttigd
wordt voor directe consumptie.

 M. Sahlins berekende hoeveel uren arbeid men had in dergelijke
economie, resultaat was 4 uur per dag.

: Zeer flexibele maatschappij

: Machtsvorm  Charismatisch
: Eigendom speelde niet veel rol
 Gevolg: Geen uitgebreid recht

: Gewoonterecht
 Men nam beslissingen zoals dat gewoon was van de voorouders
: Animistisch wereldbeeld
 Wereld rondom hen heeft een ziel (Bv. Een wil), gelijkaardig aan hen.
Bv. “Wolk heeft zin om te regenen”, “rost heeft zin om te vallen”

: Aanpassing aan de natuur

: Individuen beschikten in veel mindere mate over identiteit. Vereenzelvigden zich met de groep.

Copyright © 2017. All rights reserved.