Menu

Item gefilterd op datum: december 2012

Vervlechtingspatroon, geweldmonopolie, zelfdwang en persoonlijkheid

Figuratiesociologische benadering. Kern van civilisatietheorie = verband tussen sociale structuur en persoonlijkheidsstructuur ~> verband tussen sociogenese en psychogenese.

  • verband tussen de aard van het vervlechtingsnetwerk van de samenleving en de mate van geweldmonopolie
  • verband tussen de mate van geweldmonopolie en de dominante vorm die geweld in een samenleving aanneemt
  • verband tussen de vorm van geweld en de persoonlijkheidsstructuur van de leden

De geweldmonopolisering heeft plaatsgevonden als een gevolg van de toenemende arbeidsverdeling (en dus verlenging en toenemende complexiteit van de interdepentieketens).

In de ME kwam geweldpleging frequent voor, opvliegend en onbeheerst gedrag werd in zekere zin beloond  de enige dwang waaraan het individu blootstond was de externe dwang uitgaande van eventuele geweldpleging van anderen.

Deze toestand veranderde naarmate meer en meer geweldmiddelen in handen kwamen van de centrale machten (kleine groepjes die voordien zowat vrij spel hadden, werden gedwongen zich te ontwapenen). Gepacificeerde gebieden ontstonden als noodzaak.

Mensen waren veel meer van elkaar afhankelijk, meer behoefte aan vrede en veiligheid.

Gevolgen persoonlijkheidsstructuur individu: de enkeling die leeft in een gepacificeerd gebied, de vrede kan enkele gehandhaaft blijven indien ieder individu zichzelf beheerst (Selbstzwang). Mensen zijn in het voordeel zichzelf te beheersen.

Hoe dichter het interdependentievlechtwerk; des te groter zijn de sociale ruimtes waarover dit netwerk zich uitstrekt; des te meer wordt het sociale bestaan bedreigd door degene die toegeeft aan spontane opwellingen en hartstochten.

De mens wordt van jongs af aan gedwongen zich te realiseren welke verdergaande effecten zijn handelingen of die van anderen hebben. Daarom valt de gedragsverandering noodzakelijkerwijze samen met de monopolisering van fysiek geweld, verlenging van handelingsketens en vergroten interdependentie = civilisatie.

Lees meer...

Civilisatie voortgestuwd door distinctie?

De manieren van het hof golden als toonaangevend, ook voor de mensen die niet aan het hof verschenen. Daardoor verloren de geïmiteerde gedragingen voor de hoogste kringen echter hun waarde als onderscheidingsteken ~> ontstaan van een dynamiek van steeds meer verfijnen en ontwikkelen, zo werd het civilisatieproces almaar verder gestuwd zodat de “pijnlijkheidsdrempel” almaar opschoof.

Lees meer...

Civilisatie als toenemende beheerstheid en nuancering van affecten

Gedrag dat wij nu onder beschaafd verstaan kwam vroeger niet voor.

bv. gebrek aan hygiëne, ruwheid van zeden

Wat is er precies veranderd en wat waren de oorzaken?

Vergelijking van de manierenboekjes: gebruikt door opvoeders aan de hoven om kinderen van hun heer de juiste, voor hun stand gepaste, manieren aan te leren (vanaf 12e eeuw) ~> later ook in burgerlijke kringen = niet zozeer een representatief staal van hoe men zich in feite gedroeg, maar een idee van wat men vond dat hoorde: standaard van goed gedrag (maar verschil tussen sociale groepen).

Twee grote tendenzen:

1 toenemende beheersing van driften en impulsen

ME: men liet in alle opzichten zijn impulsen de vrije loop: directer, met minder hulpmiddelen, ongegeneerder en impulsiever uitvoeren van lichaamsfuncties

met allerlei hulpmiddelen, met toenemend gevoel voor schaamte en gêne werd men beheerster

2 tempering van de beleving van affecten

ME: beleefde zijn affecten extremer en naïever bv. vriend of vijand

minder extreem en appreciatie voor nuanceverschillen in emotionele belevingen

 ons innerlijke breidt altijd maar uit ~> gevoeliger voor de minste verandering in affecten

Lees meer...

Het Civilisatieproces, Ueber den Prozess der Zivilisation

Er zijn een aantal lange-termijn processen in het Westen:

- verlenging interdependentieketens

- tendens tot monopolisering van gewelduitoefening van de staat

- toename zelfbeheersing individu

- verhoging schaamtedrempel

= deelprocessen van de civilisering: de ontwikkeling van persoonlijkheidsstructuren hangt samen met de ontwikkeling van sociale structuren (figuratie, instabiliteit

Lees meer...

Modernisering als civilisatie. Norbert Elias

- Sluit goed aan bij Webers rationalisatie: andere accenten en zoekt zijn verklaringen niet in de sfeer van de godsdienst maar in de sociale structuur.

- Weber: rationalisatie = toenemende zelfcontrole, planmatig controleren van eigen en andermans handelingen, van de toekomst en een toename van een wetenschappelijke houding

- Grote verschil in de verklaring:

~> Weber: cultuursociologische verklaring: geloofsopvattingen

~> Elias: nadruk op toenemende sociale vervlechting van individuen en groepen (sociale bindingen)

Lees meer...

Weber over calvinisme, arbeidsethos en de “geest van het kapitaisme”

Reeds bij de schepping was bepaald wie er uitverkozen was om te delen in de hemelse genade.

- De mens moest zich neerleggen bij Gods onwrikbare beslissingen.

- Leer van de tekenen: God koos die mensen waarvan hij wist dat ze een onwrikbaar geloof zouden hebben ~> aan de standvastigheid van hun geloof kon men te weten komen of men al dan niet uitverkozen was.

- Ieder mens moet zichzelf beschouwen als uitverkoren en twijfel verwerpen als duivelse influistering.

- De mens moest een werktuig zijn in Gods handen, als hij zijn taak al dan niet aankon, zou de uitverkorenheid blijken.

- Calvinisme leidt tot fanatisme.

- Men moest zonder zonden blijven.

- Hard, tot het uiterste gepland en gecontroleerd leven.

- Beroepsarbeid: alleen arbeid voorkwam zonde en twijfel en alleen in de arbeid kan de gelovige zich waarmaken als instrument van God.

- Het verrichten van arbeid was enkel goed in combinatie met een ascetische ingesteldheid.

- Calvinisme ~> ontstaan van verzakelijkte arbeidsverhoudingen: men diende God geheel op eigen krachten te zoeken ~> wilskracht  maar solidariteit 

- Er was geen plaats voor mededogen en kleine kantjes (paradoxaal karakter) ~> onverschilligheid tegenover de medemens.

- In de arbeid voor God en het eigen heil moest niets worden ontzien, niet de mens maar God moet gediend worden.

- Terwijl de calvinist zijn hele leven inrichtte volgens de eisen van de planmatige arbeid, richtte hij in feite zijn leven in volgens de eisen van de kapitalistische economie: de geest van het kapitalisme.

- Zonder religieus fanatisme had de disciplinaire arbeidsorganisatie in de fabriek nooit in die mate wortel kunnen schieten als nu het geval was.

- Geen oorzakelijk verband, wel een Wahlverwandtschaft, een affiniteit tussen beide (kapitalistische houding en protestantse levenshouding).

- Kapitaalaccumulatie door ascetische spaardwang.

- Eenmaal de kapitalistische economie goed en wel gevestigd, zou de protestantse ethiek verdwijnen (godsdienst zou op de lange duur structureel in tegenspraak kunnen komen met de rationele, methodisch-wetenschappelijke levenswijze in de kapitalistische maatschappij).

- Met de godsdienst zouden alle sporen van godsdienstigheid uit de calvinistische ethiek verdwijnen en zou enkele de zakelijke arbeidsethos overblijven.

- Kritiek

Geschiedkundigen: negatie van de bloeiende kapitalistische economieën in de katholieke landen.

Sociologen: eenzijdig idealistisch of mentalistisch verklaringsmodel

 weinig constructief, onvolledigheid

Verdediging: enorme omvang van taak.

Lees meer...

Moderne arbeidsethos, kapitalisme en protestantisme

  • waardering voor (efficiënte) arbeid
  • vanaf 16de eeuw: nieuwe arbeidsethos ~> arbeiden als een plicht, arbeid werd een doel op zich
  • De mens werd meer door een innerlijke drang gedreven tot arbeid  overdreven: belangrijke mate van dwang bv. landloze boeren maar de houding tegenover arbeid veranderde drastisch.
  • Voor de reformatie: traditionalistische kijk op arbeid: van nature wil de mens niet steeds geld en nog meer geld verdienen; hij wil gewoon leven zoals hij altijd gewerkt had en hij wil een inkomen hebben dat hem dat mogelijk maakt zo te leven als hij altijd gedaan heeft.
  • Moderne economie: arbeid wordt een beroep (roeping) ~> mede het resultaat van een langdurig opvoedingsproces.
  • De religie speelde hierin een belangrijke rol: vooral de Calvinistische predestinatieleer.

Lees meer...

Webers “algemene” en “specifieke” rationalisatiethese

Rationalisatieproces = geheel van elkaar versterkende en bestrijdende processen. De term heeft bij Weber twee betekenissen: een algemeen-theoretische en een bijzonder-empirische.

Algemeen theoretische ~> 3 aspecten: vroeger zag men slechts de verwantschap tussen dingen en maakte men geen onderscheid tussen waardesferen.

  • Het steeds duidelijker van elkaar differentiëren van configuraties van belangen en laatste waarden (axiomata = wat je niet kan deduceren) die het handelen motiveren.
  • Het logisch-formeel deduceren van wat er besloten ligt in die laatste waarden ~> ontstaan van een systematisch wereldbeeld.
  • Daar vervolgens consequent naar handelen ~> een methodisch leven leiden.
  •  Een gerationaliseerde maatschappij bestaat uit gedifferentieerde waardesferen die met elkaar in conflict liggen in de mate hun laatste waarden en belangen onverenigbaar zijn. De tegenstellingen worden scherper.
  • ~> toch kan de wezenlijke samenhang van de Westerse cultuur, en vooral waarom het rationalisatieproces hier zo een succes had, hiermee niet volledig verklaren ~> meer empirische benadering nodig.

Bijzonder empirische

Onderzoek naar concrete rationaliseringsprocessen binnen verschillende waardesferen (bv. kunst). Ieder van deze sferen wordt gekenmerkt door een “eigen logica” van toenemende rationalisering.

bv. formalisering en legalisering in het recht

~> deze processen vormen alle samen het rationaliseringsproces.

Het rationaliseringsproces in het Westen onderscheidde zich omdat het gericht was op de beheersing van de wereld: met uitzondering van het domein van de kunst en de erotiek is iedere waardesfeer gericht op wereldbeheersing.

Eén van de oorsprongen van dit streven naar wereldbeheersing situeerde Weber in de economische ethiek van het Calvinisme (protestantismethese). Het was hem echter niet enkel te doen over het veronderstelde verband tussen de protestantse ethiek en de geest van het kapitalisme ~> het ging om iets veel algemeners: het verband tussen een bepaalde godsdienst en het Westerse rationalisatieproces.

Lees meer...

Modernisering als rationalisatie. Max Weber

Hoe komt het dat juist in het Westen een sprong werd gemaakt naar een cultuur met een nooit gezien peil van kennis? Het ethisch rationalisme van de monotheïstische godsdiensten vormde een zeer belangrijke drijfkracht in de ontwikkeling van de moderne kapitalistische, op berekening en beheersing gerichte westerse wereld.

Lees meer...

Modernisering

  • omvattend en slecht afgebakend begrip
  • sleutelbegrip in de cultuursociologie
  • het geheel van lange termijnprocessen die kenmerkend zijn voor de overgang van een landbouwsamenleving naar een geïndustrialiseerde maatschappij
  • een kluwen van een proces dat erg complex is, gezien de ingewikkelde wisselwerkingen tussen de verschillende maatschappelijke domeinen
  • positieve connotatie: vooruitgang, lineaire historische ontwikkeling
  • negatieve connotatie: in de cultuursociologie: cultuurpessimisme, als een dwangmatig verlopend proces: proces waar bij sociale handelenden onderhevig zijn aan een aantal beperkingen die het individu dan ook voelt

Weber: het rationalisatieproces sluit de mens steeds meer op in een ijzeren kooi van doelrationeel handelen

Elias: civilisatie, toenemende zelfbeheersing (zelfdwang)

Foucault: toenemende disciplinering

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen