het gedrag versterken door een gewilde stimulus te geven na het gedrag. Voorbeeld: pikken op een rode sleutel om zo voedsel te krijgen voor een dier of een nieuwe outfit aan hebben geeft veel complimentjes. Dit kan ook voorkomen als het gedrag niet positief is.
(elke gebeurtenis die volgt op een gedrag en de waarschijnlijkheid dat een gedrag nogmaals vertoont wordt verhoogt) is elke consequentie die ervoor zorgt dat het gedrag versterkt. Dus per definitie is de frequentie vaker of de duur langer bij gereinforced gedrag.
(het gebruik van conequentoes om het gedrag te versterken) wordt vaak gezien als een beloning.
gebeurtenissen die volgen op een actie. Deze relatie kan gezien worden als een antecedent-behaviour-consequence (of A-B-C) relatie. Het type en timing van een consequensie kan zowel het gedrag versterken of verzwakken.
gebeurtenissen die voorafgaan aan een actie.
het leren waarbij het vrijwillige gedrag wordt versterkt of verzwakt door consequenties of antecedenten.
B.F. Skinner wordt gezien als grondlegger in 1953. Veel menselijk gedrag zijn operanten en geen respondenten.
vrijwillig (en over het algemeen doelgerichte) gedrag gedaan door een mens of dier.
Het meeste gedrag zijn geen onwillekeurige responsen.
een aangeleerde respons op een eigenlijke neutrale stimulus.
Verhaal op blz. 247.
