Menu

Bepaal het te installeren elektrische vermogen voor dit lokaal en geef een eenvoudig eendraadsschema voor deze installatie met aanduiding van de automaten en de sectie van de kabel

-> stel: 2.5W/m²/100lux

gemiddeld 500 lux
Oppervlakte: 150m2

Pverlichting: 2.5 W/m2/100 lux*(15m*10m)*500lux
Pverlichting: 2.5 W/m2/100 lux*150m2*500lux
Pverlichting: 2.5 W*150*5= 1875W

Stopcontacten:
-> stel: stroomsterkte=10A

spanning=220V
Benuttigingsgraad fu=0,5
Gelijkheidsfactor fg= 0,1

Pstopcontacten=45stopcontacten*10A*220V*0.5*0.1=4950W P=U*I

Totaal vermogen:
Ptot=Pverlichting + Pstopcontacten
Ptot=1875W+4950W= 6825W

Voor stopcontacten automaat van 20A en 2.5mm²
Voor verlichting automaat 16 A 1.5mm²

Lees meer...

Parate-kennisvragen 11 t/m 17

11. Hoe verklaar je dat het bij dooiweer toch vaak zo koud is? Om het ijs te kunnen laten smelten is warmte nodig. Deze wordt dan onttrokken uit de omgeving, waardoor het dan vaak nog koud is.

12. Van welke twee omstandigheden is de warmte, die benodigd is voor een smeltproces, afhankelijk? De hoeveelheid stof en de soort stof.

13. Geef een definitie van smeltwarmte. De smeltwarmte is het aantal joule dat nodig is om 1 kg vaste stof bij het smeltpunt geheel over te laten gaan in een vloeistof.

14. Geef een definitie van stollingswarmte. De stollingswarmte is het aantal joule dat vrijkomt als 1 kg vloeistof bij het stolpunt geheel overgaat in een vaste stof.

15. Is de stollingswarmte groter dan, gelijk aan of kleiner dan de smeltwarmte? De stollingswarmte is gelijk aan de smeltwarmte.

16. Welk symbool wordt gebruikt voor smeltwarmte en stollingswarmte? Het symbool rs 17. In welke eenheden wordt smeltwarmte uitgedrukt? In J g-1, In kJ kg-1 en J kg-1

Lees meer...

Smeltwarmte en stollingswarmte

Er is warmte nodig om een stof te doen smelten. Een stof die stolt geeft warmte af. Smelten oefent een afkoelende werking op de omgeving uit. De smeltwarmte – de hoeveelheid warmte die nodig is voor het smelten van een stof – en de stollingswarmte – de hoeveelheid warmte die vrijkomt bij het stollen van een stof – is afhankelijk van de soort stof en de hoeveelheid stof.

Onder de smeltwarmte van een stof verstaat men het aantal joule dat nodig is om 1 kg van de stof bij één bepaalde temperatuur geheel te doen overgaan in vloeistof. Onder de stollingswarmte van een stof verstaat men het aantal joule dat vrijkomt als 1 kg vloeistof bij één bepaalde temperatuur geheel overgaat in vaste stof. De smeltwarmte en stollingswarmte van een stof zijn gelijk aan elkaar.

Hiervoor wordt het symbool rs gebruikt. De meest gebruikte eenheden van smeltwarmte zijn J kg-1, J g-1 en kJ kg-1.

De hoeveelheid benodigde warmte om een stof te doen smelten of stollen kan men berekenen met Q = m x rs.

Lees meer...

Oefenopgave 66

We mengen 50 g ijs van 273 K met 1.000 g water van 298 K. Bereken de eindtemperatuur.

De eindtemperatuur ligt waarschijnlijk boven de 0 oC. 50 x 334 + 50 x 4,2 x t = 1.000 x 4,2 x (25 – t) 16.700 + 210t = 105.000 – 4.200t 4410t = 88.300 T = 20 oC.

Lees meer...

Oefenopgave 55

Hoeveel joule zijn er nodig om 3 kg ijs van 267 K om te zetten in 3 kg water van 273 K? 3 x 2.200 x (273 – 267) = 39.600 J is nodig voor de temperatuurstijging. Om 1 kg ijs om te kunnen zetten naar water is 334.000 J nodig, dus 3 x 334.000 = 1.002.000 J. In totaal is er dan 1.002.000 + 39.600 = 1.041.600 J nodig.

Lees meer...

Oefenopgave 4-

a. Wanneer kunnen waterleidingbuizen springen?

Als deze bevroren zijn geweest en dan weer ontdooien. Het volume, en daarmee de druk, binnen de buizen is daardoor toegenomen.

b. Wanneer merk je dat ze inderdaad kapot zijn? Na het ontdooien.

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen