Menu

Een mens is meer dan genen

Alle waarneembare eigenschappen vormen het fenotype, de genen vormen het genotype. Het fenotype is het gevolg van het genotype en van in- en uitwendig milieu. Het fenotype bij je geboorte is een aangeboren eigenschap. Het milieu heeft al voor de geboorte invloed op je. Dit is niet erfelijk, maar aandoeningen door slechtere genen wel. Sommige afwijkingen zijn erfelijk en beïnvloed door milieu. Van sommige eigenschappen (bv creativiteit) is het niet duidelijk of het genetisch is of komt door beïnvloeding. De nature-nurture (genen-opvoeding) tegenstelling is al jaren onderwerp van onderzoek. De meeste gegevens komen uit tweelingonderzoek. Een eeneiige tweeling heeft hetzelfde genotype, onderlinge verschillen zijn toe te wijzen aan de omgeving. Twee-eiige tweelingen verschillen genetisch veel. Voor tweelingen is verschil in milieu minimaal.

Lees meer...

Wat je chromosomen ‘vertellen’

Je hebt twee geslachtschromosomen (bij een vrouw XX, bij een man XY), de andere chromosomen zijn autosomen. Het gespiraliseerde X-chromosoom bij vrouwen heet het lichaampje van Barr. Het SRY-gen zorgt totstandkoming van mannelijk geslacht. Chromosomen zijn zichtbaar in een karyogram (chromosomenportret), waarin je ziet of het juiste aantal chromosomen aanwezig is. Monosomie (ontbreekt 1/23 paren, lijdt tot miskraam) en trisomie (extra chromosoom) zijn chromosomale afwijkingen, als gevolg van een fout tijdens de meiose. De homologe chromosomen (m I) of chromatiden (m II) gaan niet uiteen (non-disjunctie). Trisomie van chromosoom 21 veroorzaakt het syndroom van Down.

Lees meer...

Je bent uniek

Genetica bestudeert hoe overeenkomsten/verschillen tussen organismen ontstaan en hoe/in welke mate eigenschappen vastliggen in genen/chromosomen. Het ontstaan van nieuwe combinaties van erfelijke eigenschappen door meiose en bevruchting heet recombinatie. Als tijdens de profase I de homologe chromosomen dicht bij elkaar liggen, kunnen chromatiden elkaar kruisen (crossing-over), waardoor er twee chromosomen ontstaan uit delen van beide homologe chromosomen. Mutaties dragen ook bij aan variaties. Mensen verschillen in genetisch opzicht maar 5 %.

Lees meer...

Virussen

Als er door HIV te veel witte bloedcellen worden aangetast gaat het immuunsysteem slechter
werken. Op zichzelf onschuldige bemettingen kunnen dan tot de dood leiden.
Virussen bestaan uit DNA/RNA omgeven door een eiwitmantel en hebben andere organismen nodig
voor vermeerdering. HIV is een retrovirus bestaande uit RNA en hecht zich vast aan de receptoren op
de T-lymfocyten van het afweersysteem en gebruikt deze als gastheer.

Als een moeder Herpes simplex heeft kan zij het bij de geboorte op haar kind overbrengen omdat het
virus jarenlang in het centraal zenuwstelsel blijft zitten. Een baby kan hiervan sterven, blind worden
of schade aan het zenuwstelsel hebben.

Aids: Een ziekte die ontstaat door HIV.

HIV: Humaan immunodeficiëntie virus, een retrovirus die het immuunsysteem aantast.

Imuunstysteem: Beschermt je lichaam tegen infecties en maakt binnendringende
bacteriën en virussen onschadelijk.

Seropositief: Mensen met afweerstoffen tegen HIV.

Herpes simplex: Een soa, DNA-virus, veroorzaakt pijnlijke plekken en zweertjes op de
gestlachtsorganen.

Lees meer...

Ingrijpen in de vruchtbaarheid

Er zijn verschillende methoden om een zwangerschap te voorkomen en af te breken. Er zijn voorbehoedsmiddelen, men kan zich laten steriliseren. Hierbij worden operatief de eileiders/zaadleiders verwijdert. 1 op de 6 paren in Nederland is onvruchtbaar. Door uitstellen van het krijgen van kinderen, de voedingstoestand, roken en alcohol, temperatuurstijging bij de geslachtsdelen worden de kansen op nakomelingen minder. Als een paar onvruchtbaar is maar toch kinderen wil krijgen kunnen ze kiezen voor reageerbuisbevruchting. De bevruchting vindt plaats in een schaaltje en na enkele delingen brengt de arts een klompje cellen via de vagina in de baarmoeder. Bij ICSI brengt een arts onder een microscoop met een glazen naald één zaadcel in een eicel. De rest van de behandeling is gelijk aan die bij IVF.

Morning-afterpil: Een kuur van een paar dagen om te voorkomen dat je na het onveilig
vrijen niet zwanger wordt. Moet binnen 48 uur na het vrijen
ingenomen worden.

Morning-afterspiraaltje: Een spiraaltje dat innesteling voorkomt na het onveilig vrijen. Moet
binnen 5 dagen worden geplaatst.

Abortus: Het proces waarbij de baby wordt weggehaald en de zwangerschap
wordt afgebroken.

Onvruchtbaar: Het niet kunnen krijgen van kinderen.

IVF: In verto (glas) fertilisatie (bevruchting), reageerbuisbevruchting.

ICSI: Intra cytoplasmatische spermacel injectie.

Lees meer...

Een oproep aan de organen

Door een verhoogde afgifte van geslachtshormonen aan het begin van de pubertijd krijg je last van o.a. puistjes, stemmingswisselingen, menstruatie. Bij een meisje gaan elke cyclus onder invloed van FSH enkele onrijpe follikels rijpen. Tijdens deze rijping maken de follikels oestrogenen. Deze hormonen remmen de FSH-productie en stimuleren en LH-productie door de hypofyse. De toename van LH veroorzaakt de ovulatie en de voltooiing van de meiose. De eicel barst uit de follikel en komt vrij uit het ovarium. De achterblijvende lege follikel neemt veel vetachtige stoffen op, krijgt hierdoor een gele kleur (het geel lichaam) en gaat het geslachtshormoon progesteron vormen. Dit zorgt ervoor dat een nieuwe menstruatie achterwege blijft.

Bij de zwangerschap maakt de trofoblast het hormoon HCG. Dit hormoon houdt het geel lichaam in stand. Na ongeveer 9 maanden is de foetus volgroeid. De foetus zorgt voor de aanmaak van prostaglandinen door de placenta. Deze hormonen veroorzaken samentrekkingen van de baarmoederwand. Onder invloed van de druk van de baby op de baarmoeder maakt de moeder oxytocine. Dit hormoon stimuleert de samentrekking van de spieren van de baarmoederwand. De geboorte komt op gang. Doordat de hypofyse van de moeder ook het hormoon prolactine vormt, komt de melkvorming op gang.

Geslachtshormoon: Hormonen die voor veranderingen in de pubertijd zorgen.
Pubertijd: De tijd waarin je verandert door een verhoogde afgifte van
geslachtshormonen.
Menstruatie: Maandelijkse afstoting van het baarmoederslijmvlies o.i.v.
schommelingen in concentraties vrouwelijke geslachtshormonen.
Zwangerschap: 9 maanden waarin er een baby groeit in de baarmoeder.
Geboorte: Het proces na 9 maanden waarin de baby ter aarde wordt gebracht.

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen