Logo
Print deze pagina

Mutaties

  • Op niveau van chromosomen
  • Op niveau van nucleotiden
    • Coderende sequenties
    • Niet-coderende sequenties
  • MISSENSE MUTATIE : vh ene naar het andere AZ
  • vb. TTA (leucine) ->TCA (serine)
  • SYNONIEME MUTATIE (= silenct mutation): verandering ve base, maar wel codering voor hetzelfde AZ (3e plaats van nucleotidetriplet meestal irrelevant)
  • NONSENSE MUTATIE: stopcodon waar er geen moet zijn -> eiwit te kort vb. TTA (leucine) -> TGA (UGA), normaal wordt dit eiwit meteen afgebroken door de lysosomen
  • LEESRAAMMUTATIE: één base wordt vergeten -> alles schuift één positie op vb. TTACGT…->TACGT…
  • = outframe mutation (inframe = in zelfde leesraam blijven, want een veelvoud van 3 valt weg -> 1 of meer AZ val(len) weg. Kan ook omgekeerd -> basen erbij) Probleem : stopcodon valt verkeerd -> eiwit te kort/lang/verkeerd
  • Syndroom van Gilbert: mutatie ih regulerend systeem vh eiwit
    • In lever: bilirubine in lever geglyculorideerd en nr galblaas (normaal)
    • MAAR: bij stress, oververmoeidheid, ziekte,… lever werkt niet goed  geel uitzicht (banale aandoening)
  • Gelijkaardige fouten: splice sites, exon skipping (exon overgeslagen), niet splicen van intron (einde niet herkend -> intron opgenomen in mRNA)
  • Tegen sommige mutaties selectie, vb. Miskraam (niet meer voortzetten op volgende generatie, minder belangrijke wel, daardoor zichtbaar wie van wie afstamt.)
  • DYNAMISCHE MUTATIES (trinucleotide repeat expansies)

Fragiele X-syndroom:

  • Verstandelijke beperking
  • Ligt in promotorregio
  • 5’NTR < 50 repeats (niet zo’n probleem), >50 repeats (over generaties heen toenemende lengte, gevaarlijker), >200 repeats (C’s gemethyleerd -> gn transcriptiefactoren meer op promotorregio -> gn mRNA gemaakt -> gn transcriptie, gn eiwit
  • 3’NTR : CTG-repeat -> niet gemethyleerd
  • Maar: erger generatie op generatie + symptomen op steeds jongere leeftijd vb. Myotone distrofie, ziekte van Steiner

Copyright © 2017. All rights reserved.