Logo
Print deze pagina

Het immuunsysteem:

Het immuunsysteem bestaat uit structuren die het lichaam beschermen tegen virussen en bacterieën.

Wanneer het te zwak is worden we ziek. Wanneer het te sterk is verzet het zich tegen alles, zelfs tegen eigen lichaamscellen (auto-immuunziekte).

De belangrijkste elementen van het immuunsysteem zijn de leukocyten of witte bloedlichaampjes. Ze worden geproduceerd in het beenmerg. Daarna verplaatsen ze zich naar milt, lymfklieren en …(thymus gland). Daar worden ze opgeslagen totdat er een vreemd iets in het lichaam komt. De leukocieten controleren het bloed en andere lichaamsvloeistoffen op indringers. Elke cel heeft bepaalde proteïnen op zijn oppervlak; de antigens. (antibodygenerator molecules). Wanneer een leukocyt een cel vindt met antigens die verschillen van de rest van het lichaam valt hij deze cel aan.

Eén type leukocyte is de B-cel, die rijpt in het beenmerg. Hij produceert anti-lichamen om een anti-gen aan te vallen. Antilichamen zijn Y-vormige proteïnen die in het bloed circuleren. Elk soort valt speciaal één soort antigen, zoals een sleutel maar op 1 slot past. Het lichaam ontwikkelt antilichamen tegen afzonderlijke anti-gens die gesignaleerd zijn. Deze antilichamen zorgen de volgende keer voor bescherming (immuniteit) tegen deze ziekte (b.v. mazelen). Andere leukocyten zijn de T-cellen, zo genoemd omdat ze in de thymus gevormd worden. Zij vallen direct binnendringende cellen aan of stimuleren responsen van andere immuun-systeemcellen. Een T-cel werkt meestal beschermend, maar bij een transplantatie vormen ze een probleem omdat ze het transplantaat kunnen afstoten.

Een andere verdedigingslinie van het immuunsysteem zijn de Natural Killer (NK)-cellen. Het zijn bloedcellen die tumorcellen en viruscellen aanvallen. Ze zijn niet zeer specifiek, zoals een antilichaam of een T-cel. Die vallen maar 1 soort indringer aan, terwijl een NK-cel veel verschillende soorten indringers kan aanvallen.

Het immuunsysteem scheidt ook chemicalieën af; de cytokines. Via het bloed beïnvloeden ze neuronale functies. Het zenuwstelsel en het immuunsysteem beïnvloeden elkaar dus.

De studie over de relatie tussen zenuwstelsel en immuunsysteem heet psychoneuroimmunologie.

Bepaalde soorten stress veroorzaken de afscheiding van endorfinen. Deze verhogen de pijngrens maar veroorzaken afname van het aantal NK’s. Daardoor worden we vatbaarder voor ziekten. Wanneer zich een tumor ontwikkelt zal dit sneller groeien.

Copyright © 2017. All rights reserved.