Menu

nominaal nationaal inkomen

is het nationaal inkomen in euro’s van een bepaald jaar.

Het nominaal nationaal inkomen kan veranderen door:

1. Prijsveranderingen. Onder invloed van voortdurende prijsstijgingen – inflatie – kan het nominaal nationaal inkomen toenemen zonder dat er een stijging van de productie plaatsvindt.

2. Veranderingen in de geproduceerde hoeveelheid goederen en diensten. Een verandering van de totale geproduceerde hoeveelheid goederen en diensten noemen we een verandering van het reëel nationaal inkomen.

Het reëel nationaal inkomen is het voor inflatie gecorrigeerde nationaal inkomen.

Tussen het nominaal nationaal inkomen en het reëel nationaal inkomen bestaat het volgende verband:

Indexcijfer reëel nationaal inkomen = indexcijfer nominaal nationaal inkomen : consumentenprijsindexcijfer x 100

Lees meer...

effectieve vraag

is de totale vraag naar goederen en diensten in een land in een jaar.

Het verloop van het nationaal product is opgebouwd uit:

1. De trend. Dit is de groei van het nationaal product over langere tijd. Door incidentele gebeurtenissen als natuurrampen wordt de groei (tijdelijk) onderbroken. We spreken dan van een trendbreuk.

2. De conjunctuur. Dit zijn schommelingen in de productie als gevolg van schommelingen in de effectieve vraag. De werkelijke productie ontwikkelt zich nu eens sneller dan de trend, dan weer langzamer.

3. Het seizoen. Hieronder verstaan we de schommelingen in de bedrijvigheid onder invloed van de jaargetijden.

De productiecapaciteit – de maximale hoeveelheid goederen en diensten die en land op korte termijn kan voortbrengen – is de som van de totale productiecapaciteit van alle bedrijven en de overheid.

De productiecapaciteit van een bedrijf en van de overheid wordt bepaald door de hoeveelheid en kwaliteit van de productiefactoren waarover kan worden beschikt. De wijze waarop de productiefactoren in het productieproces worden gecombineerd, geeft de toegevoegde waarde – de productie – van een bedrijf of de overheid.

Lees meer...

import

verstaan we alle betalingen aan het buitenland die voortvloeien uit de aanschaf van goederen en diensten in het buitenland.

De geldstroom die van bedrijven naar de sector ‘buitenland’ (import) loopt bestaat uit de uitgaven voor in het buitenland gekochte goederen en diensten.

De geldstroom die van het ‘buitenland’ naar de bedrijven loopt (export) omvat de ontvangsten voor aan het buitenland verkochte goederen en diensten.

Lees meer...

bestedingen

van de overheid bestaat uit:

- Ambtenarensalarissen - Materiële overheidsconsumptie (dit zijn de aankopen door de overheid bij bedrijven) - Overheidsinvesteringen (dit zijn ook aankopen van de overheid bij bedrijven)

De particuliere sector bestaat uit gezinnen en bedrijven.

De gezinnen gebruiken hun inkomen (het nationaal inkomen) voor consumptie, belastingbetalingen en sparen e rest.

Bedrijven verzorgen een deel van het nationaal product, te weten de gezinsconsumptie en de nettoinvesteringen van bedrijven.

De overheidssector ontvangt van gezinnen belastingen. Verder verzorgt zij een deel van de nationale productie door haar bestedingen in de vorm van ambtenarensalarissen, materiële overheidsconsumptie en overheidsinvesteringen. Eventuele tekorten van de overheid worden aangevuld door leningen van de financiële instellingen.

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen