Menu

Economische modellen

Kenmerken: model is altijd onrealistisch. Kritiek op economische modellen is naïeve kritiek, omdat dat geldt voor alle modellen. Economische modellen moet je beoordelen op hun bruikbaarheid, niet op realiteitswaarde van hun hypothese en hun veronderstellingen.

Vb model: gegevens over verkochte hoeveelheid, data, prijzen.

Scatter diagram maken ervan, dat is puntenwolk, je zet alles uit ie assenstelsel. De conventie is dat de hoeveelheden op de horizontale as worden gezet en de prijzen op de verticale as. Wat kan je dan doen? Al die punten uitzetten. Volgende stap: als je er een model van wil maken, al die data samenvattenaan 4 punten een lijn te trekken die zo goed mogelijk die punten benadert. Veel technieken om dat te doen, om dat zo nauwkeurig mogelijk te doen.

Hoe gebruiken? Bv nagaan wat de prijs is die de omzet maximeert. 1e stap: die rechte uitdrukken ie algebraïsche formule. Simpele manier: prijs = constante x Q. Hoe helling bepalen? De helling is negatief. Als de prijs met 10 daalt, stijgt de kwantiteit van 100 naar Stuvia.com - De Marktplaats voor het Kopen en Verkopen van je Studiemateriaal

200. Dan de intersept = al.

Omzet is prijs x kwantiteit.

Gebruik ervan: proberen te zien wat de prijs is die de omzet maximeert.

Er zijn verschillende types modellen: je hebt verbale modellen of ook notionele modellen. Die geven meestal enkel de richting aan van effecten. De richting ve bepaalde samenhang. Bv een notioneel model van bv de vraag. Als de prijs stijgt, wordt er minder verkochteerste wet vd vraag. Notionele modellen kan je ook grafisch voorstellen. Grafisch: vraagcurve. 3e soort modellen: mathematische modellen. Ofwel specifiëren in cijfers, maar je kan ook notioneel gebruiken.

Soorten verbanden in economie.

4 grote klassen.

Gedragsrelaties, van bv consumenten, producenten of politici. Naargelang het model. De vraagcurve is eigenlijk een gedragsrelatie. Na een tweede klasse zijn technische relaties. Technische relaties beschrijven de stand vd technologie waarmee je inputs kunt omzetten in outputs. Dat wordt bepaald door de technologie.

Dan heb je definities: bepalingen, dingen die eenvoudige wetmaat hebben. Belangrijke vergelijking in groei, menselijk kapitaal. Vb ve definitie: de kapitaalvoorraad op het einde vh jaar. De stopkennis die je hebt is de kennis die je had in het begin + nieuwe kennis. Er kan ook depreciatie zijn (als je iets vergeet). Laatste: institutionele relaties: beschrijven samenhangen die resultaat zijn van instituties, regels, regulering..

bv in macroeconomie: de banken worden gecontroleerd of ze genoeg kapitaalreserves hebben in vgl met de leningen die ze toestaan. Uit veiligheidsoverwegingen vragen regulators vaak dat banken een percentage van totaal geleende bedrag houden in reserve. Europees banksysteem kan voorschrijven dat banken een Stuvia.com - De Marktplaats voor het Kopen en Verkopen van je Studiemateriaal bep reservecoëfficiënt moeten aanhouden en het verschil tss leningen en de reserves is een vb van institutionele relatie.

Soorten verbanden: oefeningen

Econometrie = hulpwetenschap, combinatie van economie,

statistiek en wiskunde. Bedoeling is ahv statistische technieken proberen modellen te testen of te kwantificeren. Kritieken op economie, meest populaire opgesomd.

Rationeel keuzegedrag en markten

Standaardmodel, werkpaard vd economie is rational choice theorie of rationele keuzemodel. Kern daarvan, er zijn 2 aspecten in:

Waargenomen gedrag is wat economen doen en waarin ze verschillen van andere sociale wetenschappers. Als ze iets zien, proberen ze dat uit te leggen of het een resultaat is ve afweging, tav voorkeuren, uitkomst ve afweging tss dingen die mensen willen, zoals ze dat zien in hun eigen belang onder beperkingen. Dat is het basismodel vd homo economicus. Hij streeft zijn eigen belang na, doet dat doordacht, maar heeft beperkingen. Komt altijd terug. Hij heeft een budget en moet betalen voor wat hij wil. Producenten streven naar winst, maar hebben beperkingen: technische beperkingen en marktbeperkingen. Je kan maar die dingen kwijt die de consument wil kopen. Er zit een homo economicus achter de producent. Dat is een belangrijk soort veronderstelling over gedrag: maximeren van eigen belang onder beperkingen.

Veronderstelling dat als je wil kijken naar veranderingen van gedrag van mensen over de tijd, zeggen economen: begin eerst te kijken naar hoe mensen hun mogelijkheden veranderd zijn.

Belangrijk in dit verhaal: als je jong bent, de meeste mensen hun preferenties veranderen niet meer, maar de mogelijkheden wel. Dat is een belangrijk idee bij economen: ze kijken eerst naar de Stuvia.com - De Marktplaats voor het Kopen en Verkopen van je Studiemateriaal mogelijkheden van mensen en de preferenties, daar trekken ze zich niet te veel van aan.

Lees meer...

Nominale en reële waarden

Totale productie ve land, volumes van goederen en diensten vermenigvuldigd met hun prijzen = totale productie ve land.

Nominale waarde: prijzen gebruiken die gelden in het jaar waarin je de metingen doet.

Probleem: als je 2 jaren vergelijkt en ziet een stijging in een totale productie, kan het te wijten aan dat er meer geproduceerd wordt, maar kan ook zijn dat stijging te wijten is aan stijgingen in de prijzen.

Het kost gewoon meer. Dus je kan nooit bij lopende prijzen weten aan welke vd 2 het te wijten is. Dan andere techniek: men gaat hoeveelheden vermenigvuldigen met constante prijzen. Dan krijg je reële waarden of meting in constante waarde. Voordeel: als je 2 jaren vergelijkt, ben je zeker dat stijging te wijten is aan reële stijging in productie.

Lees meer...

indexcijfers

2 types indexcijfers. 1 type: om de evolutie ve tijdreeks op een vergelijkbare manier met andere tijdreeksen voor te stellen. Het indexcijfer kan ook een soort gewogen gemiddelde waarde zijn ipv simpele formule.

Bij een index gebruikt men altijd een basisjaar. Bv de index van olieprijzen in 2010 op basis van 2000. 2000 is het basisjaar. Hoe berekenen we het nu?

Je neemt de waarde vd variabele in een specifiek jaar, bv waarde van olieprijs in 2010 en dat delen door olieprijs in 2000. Dit nog vermenigvuldigen met 100.

Vb: veronderstel: 2 prijzen van metaal: aluminium en koper. Prijs in dollar per ton.

2e toepassing indexen: gewogen gemiddelde.

Lees meer...

Typische onderwerpen law and economics

Wetenschapelijk denken en data

1e stap: onderzoeksvraag formuleren. Eerst onderwerp wetenschappelijke analyse bepalen, begint met formuleren onderzoeksvraag. Niet simpel. Vergt jaren opleiding en studie

2e stap: kijken naar realiteit: descriptieve analyse, proberen data te verzamelen. EU trekt vooral laaggeschoolde migranten aan, terwijl VS vooral hooggeschoolde migranten aantrekt.

Waarom is dat zo? Onderliggende redenen: verklaring zou kunnen zijn dat er looncompressie is. In EU heeft men welvaartstaten die ervoor zorgen dat de laagste lonen omhooggeduwd worden, extra inkomens voor mensen die ad onderkant van inkomensverdeling zitten. Looncompressie: de onderkant wordt omhooggeduwd en bovenkant naar beneden.

Impliceert dat mensen met talent, die hooggeschoold zijn beter af zijn in VS dan in EU. Looncompressie ad onderkant maakt dat voor arme mensen hier interessant is. Toch decent inkomen, zelfs met lage scholing. Het looncompressiemechanisme is een hypothese.

Die kan je verifiëren. Hoe? Zoeken ofwel naar natuurlijk experiment, bv je kan gegevens zoeken over migranten met alle gelijke factoren, buiten opleiding en dan kijken naar hun bestemming. 1 groep hoogopgeleiden en 1 groep laagopgeleiden en op die manier hypothesen testen en verifiëren.

Data is heel belangrijk, heb je nodig om hypothesen te testen. Types economische gegevens: 3 soorten.

2 soorten variabelen: stockvariabelen (metingen op een bepaald tijdstip) en flowvariabelen: iets wat je meet gedurende een bepaalde periode.

2e type gegevens: doorsnedegegevens: metingen op een bepaald moment over verschillende entiteiten. Bv huishouden: maandelijkse uitgave aan voeding door verschillende huishoudens. Meting van 1 variabele over verschillende entiteiten. Zo kan je ook iets meten over ondernemingen. Bv Banken van 2011.

Paneldata/longitudinale data = combinatie vd 2: metingen ve variabele over verschillende entiteiten over de tijd. Bv waarde van regionale productie verzamelen van 2005, 6, 7 enz. Zo‟n tabel: panel data.

Id meeste tijdreeksen: trend en cyclische schommelingen. Tekening: als olieprijs hoger is dan de trend, zit de goudprijs onder de trend en omgekeerd. Te maken met inflatieverwachtingen. Dus als de prijzen van olie stijgen, dan verwachten mensen inflatie, dat alle prijzen zullen stijgen en dan zullen ze goud kopen. Dus als de olieprijzen sterk stijgen, heb je meestal een inflatieverwachting en effecten op de goudprijzen.

Doorsnedegegevens: doorsnede van landen. Jaarlijkse groei reëleBNP, geeft aan hoe het zwaartepunt vd wereldeconomie zich verplaatst vh westen naar de nieuwe industrielanden zoals India, China, Rusland.

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen