Menu

Aantal vragers en aanbieders

Aantal aanbieders

1

Monopolie

Enkele

Oligopolie

veel

Volmaakte mededinging

In praktijk is er altijd veel vraag.

Hoe groter het aantal vragers en aanbieders op de markt, hoe beperkter de macht van 1 van die partijen.

Bij een beperkt aantal bestaat de kans dat 1 van de ruilende partijen een sterke marktpositie inneemt en dus het ruilvoordeel naar zich toe trekt.

De prijs vormt een belangrijk element in de marktwerking.

  • Prijsnemerschap = marktatomisme

Vbn.

Monopolie: NMBS

Oligopolie: Belgische banken

Volmaakte mededinging: groenteveiling

Als op de arbeidsmarkt de werkgevers en werknemers onderhandelen over de lonen

  • Bilateraal monopolie

Bij monopolie is de ene aanbieder de prijszetter.

Lees meer...

Typologie van markten

De markt wordt opgedeeld in een aantal types op basis van de volgende kenmerken:

- Aantal vragers en aanbieders

- Graad van informatie voor alle kopers en verkopers

- Graad van productdifferentiatie

- Toetredingsmogelijkheden tot de markt

Lees meer...

de werking van de markt – het prijsmechanisme

De essentie van het vrije marktgebeuren is een ruiltransactie tussen koper en verkoper.

De kopers proberen een zo laag mogelijke prijs te betalen.

De verkopers proberen een zo hoog mogelijke prijs te halen.

De beide partijen streven eigenbelang na en beslissen op vrijwillige basis om tot ruiltransactie over te gaan.

Er zijn 2 ruilende partijen:

- Vragers, kopers

- Aanbieders, verkopers

Uit de interactie tussen deze 2 partijen vloeit een marktprijs voort.

deze prijs is een signaalfunctie om te bepalen waar de productiefactoren moeten worden ingezet en voor wie.

In bepaalde omstandigheden zorgt de vrije prijsvorming ervoor dat een welvaartsoptimum tot stand komt.

Lees meer...

Positieve en normatieve uitspraken

Positieve uitspraken

  • Hebben betrekking op wat is. Er is geen discussie mogelijk

Vb. als de werkloosheidsuitkering omhoog gaat zullen er meer werklozen zijn en is de stimulans om te werken kleiner.

Normatieve uitspraken

  • Hebben betrekking op wat zou moeten zijn. Er is wel discussie mogelijk

Vb. de werkloosheidsuitkering zou moeten dalen.

Het opbouwen van een economische theorie

De formalisering van de economische wetenschap wordt de laatste jaren meer en meer ondersteund dmv wiskundige modellen en technieken.

Er wordt gebruik gemaakt van functies en variabelen.

Voorraadvariabelen: worden gemeten op 1 punt in de tijd. 1 bepaald tijdstip

Vb. de aardappel vraag op een bepaald tijdstip

Stroomvariabelen: worden gemeten over een tijdsinterval.

Vb. inflatie

Deductieve redenering: vertrekt vanuit een theoretisch model en gaat dat empirisch toetsen.

Vb. reis

Eerst: alleen rijke mensen gaan op reis (theorie)

Dan: in zaventem gaan kijken op de luchthaven (waarneming)

Inductieve redenering: vertrekt vanuit een waarneming en leidt daaruit theoretische uitspraken af.

Vb. eerst: veel rijke mensen zien in zaventem (waarneming)

Dan: staven dmv theorie

Lees meer...

Rationele economische agenten

De basisveronderstelling van de economische wetenschap is dat de economische agenten rationeel zijn.

Iemand zal zijn keuze veranderen als hij hierdoor zijn situatie kan verbeteren.

Bij een rationele situatie is er evenwicht.

Dit is een toestand waarin de economische agenten zich niet kunnen verbeteren.

Vb. wachtrijen aan kassa’s in een grootwarenhuis.

De economische agenten streven een doel na.

Het doel is maximalisatie van de winst en daarbij moeten ze rekening houden met een aantal beperkingen.

Vb. de wachttijd aan de kassa minimaliseren

De economische agent zal evenwicht bereiken als hij zijn winst niet kan doen toenemen, noch door meer of minder te produceren.

Opbrengst van de productie van een bijkomende eenheid > kost

  • Productie uitbreiden

Opbrengt van de productie van een bijkomende eenheid < kost

  • Productie inkrimpen

Opbrengst van de productie van een bijkomende eenheid = kost

  • Evenwicht
  • Marginale kost = marginale opbrengst

De kost van het produceren van 1 extra eenheid = marginale kost

De opbrengst van het produceren van 1 extra eenheid = marginale opbrengst

Zie figuur in samenvatting p3 achterkant!!!

Lees meer...

Eenvoudige economische kringloop

Zie figuur p 41!!!

  • Inkomenscreatie vindt plaats in het productieproces waar de toegevoegde waarde wordt gecreëerd.
  • Er is inkomensverdeling over de eigenaars van de productiefactoren (de gezinnen)
  • Er is inkomensbesteding door de gezinnen

De binnenste kringloop spreekt in termen van arbeid, goederen en diensten.

De buitenste kringloop spreekt in termen van geld.

Een andere belangrijke economische agent is de overheid.

Dit zijn zowel de centrale als regionale overheden.

  • De overheid bepaalt het wettelijke kader waarbinnen de economische agenten kunnen opereren.
  • De overheid maakt de maatschappelijke keuzes en voert deze uit. (het gaat hier om beslissingen met gevolgen voor de welvaart van een groot deel van de leden van de maatschappij tegelijk.)
  • De overheid neemt deel aan het productieproces door publieke goederen te produceren.

Dit zijn goederen en diensten die door hun aard en kenmerken niet zullen aangeboden worden op de private markt.

Private goederen: vb brood, een auto, een knipbeurt bij de kapper,…

Deze zijn voor private toe-eigening.

Wie er niet voor betaalt wordt uitgesloten.

De private goederen die ik consumeer zijn niet meer voor anderen beschikbaar.

Publieke goederen: vb openbare orde, nationale zekerheid, openbare verlichting..

Deze zijn niet uitsluitbaar.

Het is moeilijk om er een prijs voor aan te rekenen.

De overheid heft belastingen om de kosten hiervan te dekken.

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen