Logo
Print deze pagina

voeding en sociale ongelijkheid

In een arme economie = Voeding vergt een groot aandel van de totale uitgaven. Zolang dit aandeel niet afneemt, kan er weinig of geen ruimte komen voor andere bestedingen

 De strikte doorbraak voor de massaconsumptie lag bij de voeding

Reële prijs =
> Wordt uitgedrukt in minuten of uren om een product te kopen

Sociale grenzen = Rijke mensen verschafte de voeding een aangenaam middel om sociale grenzen af te bakenen en allerlei aspiraties te tonen

Voeding betekende verzadiging onder het motto

  • Zelfstandigen: 'Goed en veel'
  • Arbeiders: 'Veel primeerde, niet het proberen van een of ander nieuw gerechtje'

De geïndustrialiseerde wereld kent na de WO II geen honger of monotone, eenzijdige maaltijden meer. Honger en ziektes werden geëxporteerd naar andere delen van de wereld

In de 19e eeuw leidden dure voeding en schaarste tot scherpe sociale tegenstellingen, de overheid besloot om basisvoedsel goedkoop te houden

Overheid grijpt in = Door de combinatie van relatief lage prijzen verbeterde de gemiddelde voeding (1890-1930)

Gevolgen van industrieel kapitalisme = De arbeidersgezinnen kregen met de gevolgen van de economische sectoren te kampen, hongercrisissen , ernstige conflicten en toenemende invloed van de vakbonden heeft het land wakker geschud

Conspicuous consumption = De rijke klasse wenst zich te onderscheiden door demonstratieve consumptie (Opvallende consumptie)
> Thorstein Veblen

Eetcultuur = Eten en drinken was een sterk middel om sociale grenzen af te bakenen. Het creëerde een gevoel van herkenning en klassenverbondenheid voor de bourgeoisie van verschillende landen
> Haute cuisine

 De enorme kloof in de voeding weerspiegelt de grote sociale ongelijkheid uit de 19de eeuw
Gevolg? Massaal arbeidsverzet omdat de kloof tussen arm en rijk steeds groter werd

Commodity flow = Landbouwproductie + Invoer – Uitvoer
> Rekening houdend met schade, industriële verwerking, fraude

Hoogkapitalisme (1870-1950) = De big companies oefenden grote invloed uit op wat en hoe geproduceerd werk en hoe producten werden verkocht

Gevolg? Arbeidersklasse begon anders te denken en te werken als gevolg van de nieuwe behoeften van de grootindustrie

- Harder werken tijdens kortere arbeidsduur

- Calorierijk voedsel gepromoot

- Verbruik van suiker steeg heel snel

 Kunnen kiezen werd een hoofdkenmerk van het economische systeem

Vlees is een goede parameter van kwalitatieve en kwantitatieve veranderingen

Consumptiemaatschappij is geboren = Langzaam maar zeker werd de consumptie van arbeidersgezinnen opgenomen in het economisch systeem. Loon diende niet enkel voor zijn gezin in leven te houden maar ook om de vraag naar consumptiegoederen te bevorderen

Tussen 1950 en vandaag groeit de economie sneller dan ooit van tevoren dankzij

  • Groeiende internationalisering
  • Verwaarlozing milieu
  • Westen is enorm rijk ten koste van de rest van de wereld
  • Consumptie enorm = 2 inkomens en dan vaak ook nog lenen

Industrialisering en commercialisering van voedingsindustrie leidde tot massaconsumptie bewerkte voedingswaren

Onvoorstelbare paradox = Arme mensen besteden hun weinige geld aan relatief duur voedsel (chips, hamburger, ..)
> Onder invloed van de publiciteit

Hoogconjunctuur (1970)

  • Aandacht voor traditionele schotels verslapt
  • Consumeren van nieuwe dure voedingsmiddelen
  • Lichaamsideaal: slank en gezond

Copyright © 2017. All rights reserved.