Logo
Print deze pagina

Economische kringloop

De Franse fysicocraat wees er al in 1758 op in zijn tableau économique dat de economie een kringloop volgt. Geld gaat van de ene huishouding naar de andere. De een zijn uitgaven zijn de ander zijn inkomsten.

Diverse economische eenheiden worden in homogene groepen onderverdeeld naar gelang hun functie: gezinnen, bedrijven en overheid.

 dit zijn de eigen ingezetenen van een land.

 alle economische eenheden die een permanent belangencentrum in een land hebben. (ook gastarbeiders, wedde naar buitenland is gift)

Buitenlandse huishoudingen: bv. diplomaten, toeristen en geëmigreerde Belgen.

 eenvoudige economische huishouding

Er zijn hier geen overheidsinstituties voorgesteld  enkel gezinnen en bedrijven.

De gezinnen stellen productiefactoren ter beschikking en krijgen een evenwaardige inkomen in de plaats.

 bedrijven gebruiken die productiefactoren en maken goederen die ze terug aan gezinnen verkopen  krijgen vergoeding productiefactoren teruf als ontvangst van de verkoop.

 in deze kringloop sparen gezinnen niet en is er geen bedrijfsreservering.

  • rode lijn: reële stromen

 leveren productiefactoren van gezinnen aan bedrijven, die op hun beurt goederen leveren aan gezinnen

  • blauwe lijn: financiële stroom

 productieve inkomens van bedrijven naar gezinnen, en consumptie uitgaven van gezinnen naar bedrijven.

Door alle transacties een financiële waarde toe te kennen, kan men de meest diverse goederen onder 1 noemer samenbrengen.

 niet alle transacties gaan gepaard met betalingen, men gaat soms de monetaire waarde van een transactie ramen (imputeren)  bv. een boer die zijn eigen oogst verbruikt,…

Groeperen van huishoudingen  intermediare leveringen van ene bedrijf naar andere is niet meer zichtbaar, evenals de transacties binnen de groep gezinnen blijven buiten beschouwing.

Rekeningenstelsel  systematiseren van de economische kringloop.

Transactie kan een uitgave of een ontvangst zijn  een uitgave op de ene rekening is dus een ontvangst op de andere rekening.

Het geheel van rekeningen  nationale boekhouding.

 maakt het mogelijk:

- macro-economische concepten te meten  beeld eco. activiteit.

- voornaamst macro-economische relaties in kaart brengen.

 economische kringloop zonder buitenlandse transacties

Nobelprijswinnaar en Engelse econoom J.R. Stone’s werk, is de basis van hedendaagse macro-economische rekeningen. (assistent van Keynes)

 werkte samen met J. Meade (ook nobelprijswinnaar) voor Keynes om zo het systeem van nationale rekeningen te ontwerpen.

Copyright © 2017. All rights reserved.