Gustav Fechner (1801-1887)
- Gepubliceerd in Psychologie
color vision, afterimages, grondlegger
psychofysica, S = k logR . Vindt harmonie tussen mentale en fysieke wereld uitvinder van term ‘psychofysica’
color vision, afterimages, grondlegger
psychofysica, S = k logR . Vindt harmonie tussen mentale en fysieke wereld uitvinder van term ‘psychofysica’
Ook Hugo Münsterberg behaalde zijn Ph.D. voor psychologie onder Wundt aan de
universiteit van Leipzig en vertrok daarna naar Amerika. Dit zijn echter de enige twee
overeenkomsten die beide heren hebben. Waar Titchener slechts introspectie in een
gecontroleerde omgeving als psychologie erkende, was Münsterberg vooral te vinden
buiten zijn lab. Munsterberg hield zich juist bezig met de toepassingen van psychologie,
dus tegenovergestelde van Titchener. Hij bestudeerde de functies van de hersenen;
waarneming, onthouden, leren en beoordelen. Deze kennis paste hij toe in verschillende
vakgebieden; de klinische psychologie, het bedrijfsleven en het rechtssysteem. Hij wordt
gezien als eerste organisatiepsycholoog en legt de basis voor wat wij nu Forensische
psychologie noemen.
In zijn Boek On the Witness Stand (1908) beschrijft hij o.a. hoe het komt dat getuigen in
de rechtbank verschillende herinneringen kunnen hebben. Hoe verdachten bekentenissen
kunnen af leggen terwijl ze onschuldig zijn. En doet hij onderzoek naar het Amerikaanse
jurysysteem binnen de rechtsbank. Hij onderzoekt of de groep een beter beslissing kan
nemen dan een individu. Hij concludeert dat groepen dit inderdaad doen, mits het
mannen zijn.
In tegenstelling tot de ideeën van Titchener, worden de onderzoeken van Munsterberg
nog dagelijks gebruikt. Het ironische is echter dat bijna niemand meer weet dat ze van
hem afkomstig zijn. De reden is waarschijnlijk zijn Duitse afkomst. Het was not-done je
in te laten met alles wat Duits was tijdens de WOI. Zelfs het portret van hem dat op de
universiteit hangt is uitgewist, enkel aan de naam eronder is te zien dat het aan hem
toebehoort.
structuralisme (bouwstenen vh bewustzijn)
/ atomistische benadering, introspectie,
geen toepassing, alleen pure psychologie
kopieerde het hele laben de levensstijl van Wundt.
Het verschil met Wundt was dat zijn kijk op de psychologie, minder flexibel was. In zijn
versie van psychologie was geen ruimte voor Wundts Völkerpsychologie. Zijn psychologie
bestond enkel in alleen in zijn lab, als experimentele psychologie, dus volledig
controleerbaar. Hij zag psychologie als de studie van de “normale mens”, niet die van
kinderen, dieren of gekken.
Titchener werkte het idee van introspectie, een methode van Wundt, verder uit.
Introspectie betekent “naar binnen” kijken. Stel je ziet een rode bal. Welke sensaties
ervaar je dan? En in welke volgorde? Volgens Titchener kunnen alleen getrainde
proefpersonen kunnen dit, omdat je er de juiste terminologie en ervaring voor nodig
hebt. Hij gaat ervan uit dat bewustzijn bestaat uit verschillende dimensies van
waarnemingen. Door introspectie probeert hij deze dimensies te scheiden. De
introspectie van Wundt voert hij tot in het idiote door.
Zijn pure psychologie noemt hij ook wel ‘structuralisme
reactie tijden onder gecontroleerde
laboratorium condities. Hij gebruikte als timing apparaat een klokwerk
Hipp-Chronoscope die de tijd tot duizenden van een seconde kon
opnemen. In zijn simpele reactie tijd procedures, moest een persoon
reageren op een stimulus met een bepaalde reactie. Dit fase
model van mentale verwerking is de ondergrond van het gebruik van
reactie tijd metingen in Wundt’s Leipzig laboratorium
Wundt brengt als eerste “aandacht” in kaart. Hij omschrijft aandacht als een centraal
gestuurd proces. Hij toont dit aan met de “gedachtemeter”. De gedachtemeter bestaat
uit een slingerklok waaraan een naald hangt. In de buurt van de klok bevestigt hij bellen.
Wanneer de klok tegen de bellen aankomt analyseert hij zijn eigen waarneming en
concludeert dat hij eerst het geluid waarneemt en dan pas naar de slinger kijkt. De
waarnemingen vinden dus niet tegelijk plaats. Hiermee legt Wundt de basis voor het
meten van aandacht en dus ook andere hogere mentale processen (cognitie). Nu noemen
we dit de reactietijdmeting, het centrale meetinstrument in de psychologie.
Nu Wundt ontdekt heeft hoe je cognitie meet, heeft hij een bestaansgrond voor het
oprichten van een lab in 1879. Hiermee is hij de eerste, die buiten colleges om,
structureel experimenten gaat uitvoeren. Hierom wordt Wundt gezien als ‘vader’ van de
experimentele psychologie.
In zijn boek ‘the principles of physiology psychology’ beschrijft hij een vorm van
psychologie waar technieken worden toegepast die ook in de fysiologie gebruikt worden.
Het boek is een succes en de technieken worden gezien als een nieuwe discipline. Voor
Wundt had het als doel om het bewustzijn te bestuderen. Hij bedacht hiervoor de
“mediated experience’. Hij beschrijft door introspectie zijn innerlijke ervaring. Deze
bewuste ervaring deelt hij op in sensaties en gevoelens. Dit noemt hij de basisdimensies
van bewustzijn. Sensaties deelt hij onder in: kwaliteiten, intensiteiten, duur. Gevoelens
in: plezierigheid, spanning, activiteit. De chemie tussen deze elementen is de bewuste
ervaring. Wundt en zijn studenten deden onderzoek naar veel verschillende
onderwerpen. 17% van de experimenten had betrekking op reactietijd, 10% op
“attention” en 10 % op “feeling”. 50% naar sensatie en perceptie.
Wundt heeft niet alleen de psychologie “ontdekt” hij inspireerde veel studenten. Veel van
zijn volgelingen zijn bekende historici geworden, zoals Emil Kraeperlin, Hugo
Munsterberg, Viktor Henri,B Bourbon, Vladimir M, Charels Spearman Edward Tichener en
Hugo Eckener.In 1900 waren er in Amerika 34 psychologische laboratoria, waarvan 12
onder hoede van Wundt’s opvolgers.
Na verschillende proeven ging hij steeds verder, maar hij deed wel heel eerlijk en nauwkeurig verslag van zijn bevindingen. Uiteindelijk overleed de patiënt en deed leidde tot en schandaal
Hij gebruikte briljante experimenten (met ablatie en stimulatie)
om sensorische en motorfuncties te lokaliseren. (Precieze map gemaakte van de
hersenen)
Later ontdekt dat representatie van verschillende lichaamsdelen in de motorcortex
proportioneel waren t.o.v. hun functie i.p.v. hun lichaamsgrootte.
Ferrier ontdekte:
- visie, occipitale cortex (stimulatie veroorzaakte beweging in oogbal)
- Auditie, temporaal
- Sense, postcentraal regio
directe effecten van stimulatie van het brein
afasie, taal in linker frontaalkwab, gebied
van Broca
In 1874, identificeerde Carl Wernicke een ander type van aphasia. Wernicke’s aphasia is
het resultaat van schade aan het superieure deel van de linker temporale lob; spraak kan
snel en moeiteloos zijn en heeft het ritme en de melodie van normale spraak, maar het
bevat weinig betekenis.
localisatie spraakgedeelte in hersenen