Menu

Item gefilterd op datum: december 2012

Leren als herinnering (anamnese)

Afkomstig van het hindoeïsme ( namelijk het idee van reïncarnatie) en van het orphisme (Orpheus, „goddelijke natuur van de geest‟). In „Phaedrus‟ gaat hij bijvoorbeeld een uitgebreid schema uitwerken over de cyclus van reïncarnaties:

  • Ziel wordt geboren in de wereld der vormen en aanschouwt daar de zuivere vormen.
  • Eerste reïncarnatie in het lichaam.
  • Toekomstig lot van de ziel hangt af van de deugdzaamheid van die persoon.
  • Kennis verwerven is een soort van herinnering aan de eerste schouwen (Socrates)

Hiermee kunnen we concluderen dat Plato een nativist is (i.t.t. het empirisme, je bent er mee geboren).

Lees meer...

Wiskunde en de leer van de vormen

Plato bestudeerde samen met Pythagoreërs de geometrie. Hij vond daarbij de weg naar de waarheid. Dit was volgens hem de logica en het redeneren. Echte kennis is volgens hem mogelijk dankzij redeneren. Volgens Plato zijn vormen de wereld van het zijn.

Verschijningen zijn de wereld van het worden. Deze stelling geldt zowel voor deugden, zoals schoonheid, als voor objecten. Plato was er niet mee eens dat smaken en kleuren niet te discussiëren zijn.

De positie van Plato is het metafysisch realisme. Dit is het realisme achter het fysische. Het metafysisch realisme houdt in dat vormen realiteit zijn en dat de fysische verschijning de kopieën ervan zijn. De schaduw is bijvoorbeeld de fysische verschijning van de realiteit.

Lees meer...

Waarheid

Men kan spreken van waarheid als het universeel is in tijd en ruimte en als het rationeel te verantwoorden is. Volgens Plato bestaat er een ideeënwereld en bestaat er een hiërarchie in deze ideeën. Op nummer 1 van deze ideeën staat God. Hij heeft hierbij een aantal overtuigingen van zijn voorlopers overgenomen:

Socrates: „Er bestaat een achterliggende realiteit.‟

Heraclitus: „phusis=vuur‟ en „de fysische wereld is steeds in staat van wording‟ De Sofisten: “Verschijning van de wereld is relatief.”

Lees meer...

Abstracte begrippen

Deze algemene termen bestaan er om dingen te kunnen begrijpen. Hetgeen dat mensen onderscheidt van de dieren is dat mensen kunnen reageren op abstracte (universele) kennis.

Wetenschap (incl. de psychologie) zoekt naar algemene, universele kennis. Plato was de eerste filosoof, denker die ging onderzoeken hoe kennis mogelijk is en hoe het geldig verklaard kan worden. Empirisme leveren volgens hem data met wisselend beeld op.

Lees meer...

KENNISLEER

Socrates zocht naar een algemene definities over termen over deugdzaamheid en deugdzaamheid op zich. Plato zocht algemene definities voor alle algemene termen (abstracte begrippen).

Lees meer...

PLATO (427-347 BC): zoeken naar volmaakte kennis

Plato was de leerling van Socrates. Hij komt van een aristocratische familie. Hij was destijds ontgoocheld in de politiek, omdat Socrates ter dood gesteld werd. Filosofie moest ten dienste zijn van rechtvaardigheid, zowel individueel als in de staat. En deze rechtvaardigheid moest goed doen op zich zijn, en niet voor roem en glorie (zoals de traditionele Grieken dat deden). Plato is een zeer belangrijke figuur voor de Westerse filosofie … Whitehead: “De hele Europese filosofie is een voetnoot van de filosofie van Plato!”

Lees meer...

Filosofische vernieuwingen

1) abstracte concepten -> het zoeken naar het gemeenschappelijke van wat goed is.

2) Eerste psychotherapie -> De methode van Socrates was de elenchus, dialoog als vroedkunde. Hij geloofde dat ieder individu morele waarheid bezit, maar vaak onwetend. Door gesprekken, discussies te voeren met hen, probeerde hij deze morele waarheid tevoorschijn te halen. Vandaar dialoog als vroedkunde. Verkeerd aangeleerde gedachten probeerde hij via gesprek bloot te leggen.

3) bewustzijn -> nodig om van echte of ware kennis te kunnen spreken. Kennis moest je kunnen verantwoorden en echte kennis was verantwoordbare kennis. Deze gedachte over echte kennis werd later ook overgenomen door Plato en daarna ook door de Westerse filosofie. Zij zetten zich af van twee andere vormen van menselijke ideeën. De eersten zijn de dogmatische religies (ratio vs. openbaring). De tweeden zijn het boeddhisme en de romantiek, waarbij intuïtie (gevoelens) boven de ratio staan.

4) de menselijke motivatie. Iedereen is volgens hem een gelukszoeker. Hij stelde dat er een sterke band bestaat tussen deugd en eudaemonia (geluk). Dit is een stelling i.t.t. het christendom, want het christendom legt geen link tussen deugd en geluk. Daarnaast meldt Socrates dat kwaad doen een gevolg is van onwetendheid. Het christendom en Plato (zijn leerling) waren het hiermee eens.

Lees meer...

Aporia

Dit was volgens Socrates wel al een grote vooruitgang. Het was vooral beter dan denken dat je het wel weet, terwijl het niet zo is. Naarmate de discussies vorderen, verdwijnt deze lichte onwetendheid en komt de echte kennis tevoorschijn.

Socrates was tegen hoogmoed (hybris) en arrogantie, daarom wilde hij de sophrosyne (zelfcontrole) herstellen.

Lees meer...

SOCRATES (470-399 BC): verlichting en eudaemonia

Socrates gebruikte zijn verstand voor in discussie te gaan. Hij wordt soms vergeleken met Christus; hij wou het zwakke in de mens boven halen. Hij was een provocateur, een nonconformist en een vragensteller. Hij stelde vragen over deugdzaamheid, schoonheid, moed, enz. Hij had een zoektocht naar ware deugdzaamheid (“het goede”).

Lees meer...

Gevaar voor Sofistisch humanisme

Er was wel een gevaar voor het sofistisch humanisme; namelijk dat de wetten werden gemaakt door de zwakkere, maar talrijke burgers. Deze „onderdrukken‟ dan de sterke en superieure volk dat normaal het zwakkere volk beheerst. Nietzsche en Freud gingen hier later mee eens.

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen