Item gefilterd op datum: december 2012

 emoties verschillen in intensiteit dan in aard
gevoelens vormen een bron van unieke soort zekerheid
 emoties geven signalen rondom grenzen
 negatieve emoties vormen geen probleem, wel hun duur en chronisch karakter
geaccepteerde negatieve gevoelens oefen een beperkte negatieve kracht uit
 niet-geaccepteerde negatieve gevoelens winnen vaak aan kracht en zoeken een uitweg
 niet-geaccepteerde positieve gevoelens zwakken af en kunnen negatief worden
 geen emotiemanagement zonder goed gevoel van eigenwaarde

5 dimensies:

• Zelfbewustzijn
• Zelfregulering
   hoge interne locus of control
• Motivatie
   hoge intrinsieke motivatie
• Empathie
   heeft te maken met de vaardigheid om de andere, maar ook de context waarin de dingen gebeuren, te begrijpen en met deze informatie betere beslissingen te nemen
• Sociale vaardigheden

= het vermogen om op effectieve wijze om te gaan met eigen en andermans emoties

Past in 3 wetenschappelijke stromingen

• Neurowetenschappen
• Evolutionaire biologie
• Cognitieve psychologie

Heeft 2 dimensies

• Interpersoonlijke emotionele intelligentie
   wanneer we effectief om kunnen gaan met andermans emoties
  scoren hoog op empathie, beïnvloeden gemakkelijk en leren snel bij op het vlak van onderhandelen, leidinggeven, verkopen
• Intrapersonele emotionele intelligentie
   omgaan met eigen emoties
   prestatiemotivatie, zelfmotivatie, emotionele controle
  kunnen volhouden ondanks tegenslagen/afwijzingen
   laten zich niet overspoelen door extreme emoties en blijven gemotiveerd
   kunnen gemakkelijk kortetermijndoelstellingen negeren om langetermijndoelstellingen te bereiken

Hightechstarter kan verschillende groeistrategieën volgen
bedrijf kan venture capital ophalen: bedrijf zal groeien que werknemers, maar niet onmiddellijk qua verkopen
 bedrijf dat geen of weinig financiering ophaalt: zal moeten zorgen voor nodige inkomende kasstromen om uitgaven te dekken en zal daarom vroeger de markt opgaan of vlugger groeien in verkopen, aantal werknemers zal trager groeien

Duurzame groei kan alleen bereikt worden door voldoende rendabiliteit !
Groeimodel Timmons en Spinelli: onderzoeksfase->opstart->snellegroei->maturiteit->stabiliteit

= een denkproces, waardoor nieuwe ideeën concreter vorm krijgen
 resulteert vaak in businessplan= een formeel geschreven document dat het resultaat van het denkproces weergeeft
3 doelstellingen bij het schrijven van een businessplan
 het definiëren van de business en de haalbaarheid nagaan
 toekomstige bedrijfsactiviteiten aan externen duidelijk maken met bedoeling investeringen, leningen of andere ondersteuning te verkrijgen
 organisatie beheren en controleren doorheen verschillende fasen

 eerste stap in organiseren van succes

Volgende onderdelen zullen er altijd deel van uitmaken

• Product/technologie
   oorsprong van het idee wordt beschreven
  uniciteit van het idee wordt toegelicht
  eventuele beschermingsconstructies worden toegelicht
  mate waarin ondernemer freedom to operate heeft
• Markt
   er wordt marktsegmentatie gemaakt, doelgroep bepaald, grootte en groei van de markt beschreven, waardeketen geanalyseerd, marktonderzoek gerapporteerd, concurrentie in kaart gebracht
   verschil tussen bedrijven die op een B2B markt of op B2C) markt gaan spelen
   marktonderzoek helpt om doelgroep beter te definiëren
   in geval van radicale innovaties-> moeilijk-> gebruik maken van kwalitatieve methoden
  - focusgroepen organiseren: waarbij attitude ten opzichte van een nieuw product of dienst nagegaan wordt
  -lead users worden aangesproken: kennen doelmarkt goed en kunnen inschatten hoe die in de toekomst zal evolueren
  -concepttesting: waarbij potentiële klant een concrete weergave van het product of dienst krijgt en gevraagd wordt naar een reactie en de interesse om een dergelijk product of dienst te kopen
• Businessmodel
  = een bondige maar krachtige voorstelling van hoe een set van onderling afhankelijke beslissingsvariabelen op het gebied van ondernemingsstrategie; ondernemingsarchitectuur en zakendoen wordt geconfigureerd om een aan te houden competitief voordeel te creëren op de markten waarop men actief i s
   beschrijft welke producten/diensten op de markt aangeboden worden
   beschrijft hoe producten en diensten aan de verschillende marktsegmenten aangeboden worden
  specificeert de operaties vd onderneming die ervoor zorgen dat logistiek en infrastructuur efficiënt verlopen
  beschrijft welk inkomensmodel gehanteerd wordt
  freemium businessmodel: basisversie van hun dienst gratis aanbieden, maar daaropvolgende versies betalend
  homeparty: waarbij verkopers via huisparty’s producten aan de man proberen te brengen
• Team
• Financiële paragraaf
   ondernemer geeft overzicht van resultatenrekening, kasplanning en balans
  stelt geprojecteerd financieel plan op
  uitweiden over assumpties die aan basis liggen van financieel plan
   rendabiliteit van onderneming wordt nagegaan via resultatenrek
  kasplanning geeft zich op kasstromen en eventuele kastekorten
   hoeveelheid financiering die bij partijen opgehaald moet worden

Businessplan bevat verder vaak
-> risicoanalyse=beschrijft factoren die cruciaal zijn voor het al dan niet slagen van de onderneming
-SWOT analyse= ondernemer vermeldt belangrijkste sterktes,zwaktes, opportuniteiten en bedreigingen voor het bedrijf

- GEM meet ondernemerschap als een geheel van zowel aanvangend ondernemerschap(ondernemers die hun bedrijf nog niet opgestart hebben maar wel al activiteiten uit voeren die leiden tot de opstart) als van nieuwe bedrijven(bedrijven tussen 3 maanden en 3,5 jaar oud)

-TEA-index geeft aan welkpercentage van de bevolking betrokken was bij een van deze 2 activiteiten
-Europese landen doen het relatief slecht wat betreft ondernemerschap
-> ons sociale zekerheidssysteem voorziet opvangnetten voor werknemers en werklozen
-> de attitude ten opzichte van falen
-> zwaarder reglementeringen wat betref faillissementen en terugbetalingsverplichtingen
Discharge-periode= periode na het faillissement waarin men verplicht is schulden terug te betalen

Onafhankelijke ondernemers
 starten hun zaak op basis van een zelfstandig ontwikkeld idee of kennis
Afhankelijke ondernemers
 zijn afhankelijk van de overdracht van kennis/technologie vanuit een bestaande organisatie

Academische spin-offs
afhankelijke ondernemers vanuit onderzoek door universiteiten of onderzoeksinstellingen en zijn ze afhankelijk van hun voor overdracht van kennis
Corporate spin-offs
 ontstaan vanuit bedrijven en zijn afhankelijk van overdracht van kennis vanuit moederbedrijf
venture capital gefinancierde ondernemingen
 zien het groots
starten met een uitgebalanceerd team en vaak radicaal nieuwe technologie
 halen geld op bij venture capital fondsen
Prospectors
 hebben idee of technologie maar nog op zoek naar juiste businessmodel om markt te benaderen
 technologie vaak nog in een vroege fase en incrementeel van aard
Productstarters
 starten met een innovatief product
 starten met geringe middelen
 klein, ervaren ondernemersteam
Transitionele starters
 bieden een dienst aan
 hebben relatief weinig financiële middelen nodig
Intrepeneurschap
 mensen in een grotere organisaties het gedrag en de rol van ondernemers op zich nemen tijdens de uitvoering van hun taak binnen een bedrijf als werknemer

= karakteriseert de kernprocessen van ondernemerschap
bestaat uit 5 dimensies:

• Autonomie
   verwijst naar een onafhankelijke actie van een individu of team met de bedoeling een idee of visie te realiseren
• Innovativitei
   reflecteert de neiging van een bedrijf om nieuwe ideeën en creatieve processen te genereren en te ondersteunen
• Risico-oriëntatie
  reflecteert het hogere risico van de zelfstandige ondernemer ten opzichte van de werknemer
• Competitieve agressiviteit
   verwijst naar de observatie dat een ondernemer het gras voor de voeten van een concurrent weg wil maaien
• Proactiviteit
   duidt op anticipatie van toekomstige problemen, behoeften of wijzigingen
  tegenovergestelde van passiviteit