Menu

Item gefilterd op datum: december 2012

Budgetconcurrentie

Klant kan een bepaald bedrag (budget) slechts eenmaal uitgeven om een product te kopen.

Alle aanbieders zijn budgetconcurrenten van elkaar.

Lees meer...

BRVV

Bruto Rentabiliteit Vreemd Vermogen. De rente die over het geleende kapitaal (vreemd vermogen) verschuldigd

Lees meer...

Brutomarge

Bruto-omzetresultaat (omzet - variabele kosten van de verkochte producten) als percentage van de omzet.

Lees meer...

Galton

· Dacht dat intelligentie gemeten kon worden (eerst) door grootte van de schedel-hoe groter hoe meer hersenen. En later dacht hij dat het gemeten kon worden aan de hand van de Snelheid waarmee men reageerde op aangeboden stimuli. (Reactie tijd test)

· Galton had 2 foute vooroordelen

1. Mentaal gestoorde mensen reageerden volgens hem ook langzamer op stimuli (pijn etc).

2. Vrouwen hadden een minder ontwikkeld sensorisch vermogen en dus minder intelligent dan mannen.

· Galton ging met zijn Antropocentrisch Laboratorium de verschillen in bijv reageren op stimuli, grootte schedel etc meten van verschillende mensen. Deze verschillen waren essentieel – dit was juist niet zo bij bijv Fechner’s Law

· Galton was een neef van Darwin en werd beïnvloed door zijn ideeën.

◦ Veel van Galtons theorieën waren niet zonder fouten maar legden een belangrijke basis voor toekomstige soortgelijke uitvindingen.

· Andere uitvindingen/’basis-leggingen’ van Galton:

1. Weerkaarten: legde de basis voor hoge druk en lage druk gebieden opvatting.

2. Hij maakte als eerste gebruik van de Vragenlijst methode (meten psychologische verschillen).

3. Tweelingen-studie methode

4. Basis Intelligentie testen

5. Statistische Correlatie coëfficiënt

6. Vergelijking van Vingerafdrukken (door politie gebruikt tegenwoordig)

7. Nature Nuture-debat

8. Mental Imagery: Mensen moeten zich situatie voorstellen en uitgebreid beschrijven. - Veel

Associaties bij woorden kwamen vanuit kindertijd = Word-Associations Experiment.

· Galton geloofde dat Intelligentie erfelijk was. Hij zag dat als er in een familie een genie was, er grote kans bestond dat andere leden van de familie ook hoge academische posities bekleedden.

· Drie (niet sterkte) argumenten van Galton dat Intelligentie kwam door Genen:

1. Normale Verdeling: Er zijn veel mensen die op intelligentie testen gemiddeld scoren (midden van verdeling) en weinig die heel hoog scoren (uiteinde). Deze verdeling kwam overeen met de scores op lichamelijke eigenschappen zoals lengte en gewicht en Dat waren wel eigenschappen die met zekerheid genetisch bepaald waren.

2. Familieleden leken ten eerste de neiging te hebben om op dezelfde wetenschap gebieden uit te blinken (bijv natuurkunde). Dus het lijkt wel overgeërfd. Ten tweede waren zonen en dochters van een genie meer kans om ook geniën te worden dan bijv minder ‘close’ bloedverwanten als neefjes en nichtjes.

3. Met behulp van een vergelijkingsstudie tussen biologische siblings vergeleken adoptieve (niet genetisch bepaalde) siblings. Zo werd omgeving van ‘genen’ gescheiden.

Lees meer...

Külpe

· Presenteerde vrij gecompliceerde mentale opdrachten aan proefpersonen en vroeg achteraf wat ze erbij voelden/dachten (introspectie). Twee soorten ervaringen:

1. Imageless Thoughts: De deelnemers voelden geen specifieke gevoelens of sensaties bij bijvoorbeeld het bepalen van welk gewicht het zwaarst is.

· Wundts Kritiek: Te taken waren te complex en het experiment niet voldoende ‘controlled’.

2. Directed Association: (Asch&Watt) Nadat hun deelnemers hun opdrachten hadden gehoord gingen ze die als automatisch uitvoeren, niet meer bewust over de opdracht zelf nadenkend.

- Predetermining influence of motives on association and tought.

Lees meer...

Titchener

· Was het niet een met punt 1 van Wundts beperkingen en wilde JUIST achter de aparte, atomische elementen van bewustzijn te komen.

◦ Titchener nam slechts deels de opvattingen van Wundt over en de meest belangrijke opvattingen van hem verwierp hij zelfs.

· Structuralisme: De taak van experimentele psychologen is erachter te komen wat de Structuur (de aparte opbouw elementen) zijn van bewustheid. En als ze hierachter zijn gekomen moeten ze pas kijken naar de Functie van bewustheid.

· Alle bewuste ervaringen konden volgens Titchener door introspectie worden opgedeeld in basis elementen.

· Stimulus error: Men moest volgens Titchener bij introspectie Niet de fout maken om ‘betekenis’ te geven aan de basiselementen of ze te Interpreteren.

◦ Dit is wat Wundt JUIST WEL benadrukte als belangrijk.

· Gestalt Psychologie: De geest moet gezien worden in termen van georganiseerde helen en juist Niet in kleine, elementaire delen. Je moet alles in z’n geheel zien en dan pas hun aparte functies die In de helen bestaan benoemen.

◦ Tegenovergestelde van Titcheners Structuralisme.

◦ Wertheimer, Koffka, Köhler.

· Phi phenomeen: twee lichtjes (1 boven 1 onder) worden om de beurt aan-uit gedaan. Men ziet niet twee aparte lichtjes, maar 1 verspringend lichtje.

· Negative Afterimages: Een stilstaand object denk je in de tegenovergestelde richting te zien bewegen terwijl je zelf op het bewegende object zit. (In de trein bijv).

· Je ziet een figuur in contrast met haar achtergrond. Zonder achtergrond was er geen figuur.

· Continguity & Similarity: Volgens Gestalt psychologen hebben mensen de neiging bij percepties te ‘versimpelen’ en te organiseren zodat het logischer wordt om het te begrijpen. Zo zie je dit: ********************* niet gelijk als ‘16 sterretjes’ maar als ‘Een rij sterren’.

Lees meer...

Wundt

· Wundt vond een soort ‘tought meter’ uit waarmee hij kon meten dat men twee verschillende stimuli die tegelijkertijd worden aangeboden Niet precies tegelijkertijd kan ervaren.

· Aandacht: Er is aandacht nodig om een stimuli te integreren en zo hoor je eerst het geluid van de bel en zie je daarna pas de positie van de wijzer (bij thought meter). Dat dit Aandacht proces bestaat wordt bewezen door die extra milliseconde die men nodig heeft als twee stimuli tegelijk worden aangeboden.

· Verklaring Wundt voor het probleem van de astronomische observeerders:

◦ De verschillen tussen de lengtes van hun sensorische en motorische zenuwen die impulsen moeten doorgeven aan het brein.

◦ Ook konden ze verschillen qua snelheid in centrale processen in hun brein.

· Mentale Chronometrie: Zijn ‘Tought meter’ toonde aan hoe het reactietijd-experiment (Helmholz) kon worden ‘refined’ om de exacte duur van een centraal proces te meten, die in de hersenen zelf plaatsvindt doormiddel van zenuwen en die verantwoordelijk is voor de psychologische reactie:

Aandacht.

· Maar Mentale Chronometrie kon ook de duur van andere Centrale processen meten.

· Wundt was de assistent van Helmholz.

◦ Dus Wundt trad in de voetsporen van Fechner en Helmholz omdat hij pure psychologische (dus niet te observeren) processen, experimenteel onderzocht.

· Nieuwe soorten psychologie. Begonnen door Wundt:

1. Experimentele psychologie. (James werd de grote experim. psych promoter in de VS) (Vanaf 1879)

2. Völkerpsychologie

· Wundt wordt vaak gezien aks de Vader van de psychologie, omdat:

1. Hij schreef het eerste boek waar psychologie als een wetenschap werd voorgesteld.

2. Hij richtte het eerste psychologisch instituut op aan de Universiteit van Leipzig.

· Psychologie werd een onafhankelijk erkend vak → in 1879 is Experimentele psychologie door Wundt begonnen.

· Waarom veel mensen Wundt niet serieus namen: Wundt vond dat veel psychologische uitdagingen alleen met non-experimentele technieken benaderd kon worden.

Lees meer...

Fechner

  • Overeenkomsten tussen Fechner & Helmholz:

  • Beiden geïnteresseerd in ‘Physics’, fysiologie, psychologie
  • Beide hadden aandeel bij het aantonen dat er wetten zijn waar het sensorisch systeem zich aan houdt bij het omzetten van stimuli naar sensatie&perceptie.
  • Verschillen tussen Fechner & Helmholz:
  • Beide mannen verklaarden hun theorieën met andere methoden. Helmholz met mechanistische wetten (Waar Fechner het niet mee eens was) en Fechner met wiskundige wetten.
  • Fechner concentreerde zich juist op de Overeenkomsten (en niet verschillen zoals Helmholz) tussen de externe, natuurkundige realiteit en de manier waarop deze ‘realiteit’ bewust wordt ervaren (Mentale wereld)
  • Dilemma van Fechner, welke theorie over de wereld is waar?
  • Nachtansicht: Het universum is een levenloos mechanisme. Bewustzijn is slechts een bijproduct van mechanische wetten. (Materiele wereld)
  • Dagenansicht: Het universum wordt subjectief door de mens waargenomen. (Mentale wereld)
  • Fechner concentreerde zich juist op de Overeenkomsten (en niet verschillen zoals Helmholz) tussen de externe, natuurkundige realiteit en de manier waarop deze ‘realiteit’ bewust wordt ervaren. Dit legde de basis voor Psychofyika.
  • Fechner raakte blind en invalide en kwam na jaren isolatie met nieuwe theorie:
  • Psychofysika: Het Niet het absolute, maar het Relatieve verschil moet bepaald worden tussen 2 stimuli.
  • Just Noticable Difference (JND): Minimale verschil die moet bestaan (bijv) tussen twee gewichten om het verschil in gewicht te kunnen waarnemen.
  • Absolute Treshold: De zwakste stimulus (maakt niet uit wat voor soort) die een mens net kan onderscheiden.
  • Weber’s Law: De JND van de intensiteit van de stimulus is evenredig aan de omvang van de standaard stimulus. Jnd=kM. Waarbij k = een proprtioneel constante (Weber fraction) dat verschilt per experiment. Bij gewicht moet het verschil 1/30 zijn zodat men het verschil ook kan voelen.
  • Fechners Law: De intensiteit van de sensorische ervaring van een stimulus is evenredig met de logaritme van de fysieke omvang van de stimulus. S= c Log M
  • Vb: Elke keer wordt er in een kamer een lichtje meer aangedaan. Maar terwijl met het toenemen van het aantal lichtjes de ‘fysieke omvang’ van de stimulus (licht) ook toeneemt, neemt het niet met precies dezelfde mate toe in de sensorische ervaring van een persoon. Dat gebeurt slechts in een logaritmische verhouding.
  • In een grafiek ontstaat hierbij een Exponentiele curve.
  • Method of magnitude estimation: Stevens gaf een bepaalde stimuli een cijfer (bijv 10) en vervolgens moest de deelnemer op een volgende stimuli vergelijken met de vorige (standaard) stimuli en het een cijfer geven. Zo kan de ‘intensiteit’ van hun sensorische ervaring gemeten worden.
  • Bijv: De volgende stimuli is twee keer zo intens voor de deelnemer, dan de tweede stimuli de cijfer ’20’ (twee keer zo groot dan 10).
  • In tegenspraak met Fechner’s Law.
  • Power Law: De intensiteit van een sensatie is evenredig met de intensiteit van de fysieke stimulus, met behulp van een constante kracht (power). S= cMp
  • Verschil Fechner’s Law en Power Law: Niet alleen de sensorische intensiteit is logaritmisch evenredig met de fysieke stimulus. Maar het logaritme van de sensorische intensiteit is evenredig met het logaritme van de fysieke omvang. Power Law (Magnitude=omvang/intensiteit)
  • Kritiek op fechners Law: Absolute Treshold verschilt per persoon en is dus subjectief. Het kan zelfs bij 1 persoon verschillen naarmate men een hogere leeftijd heeft.

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen