het procesrecht
- Gepubliceerd in Wetgeving
1e aanleg:
- rechtsingang op tegenspraak
- beginsel: partij neemt initiatief
- de eiser brengt de zaak voor de rechter en stelt een eis/vordering en de verweerder (verdedigende partij) kan een tegenvordering instellen
- ordering (=eis) voor de rechter brengen
c.i. dagvaarding: processtuk dat door de gerechtsdeurwaarder wordt betekend (aangetekend zodat je niet kan zeggen dat je de brief niet hebt ontvangen)
c.ii. verzoekschrift: griffier roept de partijen op via een gerechtsbrief om te verschijnen op de zitting die de rechter bepaalt
c.iii. vrijwillige verschijning: partijen stellen een verklaring op die ze op een vastgestelde inleidingszitting voorleggen aan de rechter
- inleidende zitting
- partijen verschijnen in persoon of hun vertegenwoordigers (advocaat) voor de rechter (in fiscale zaken zijn de vertegenwoordigers de accountant of bedrijfsrevisor en in sociale geschillen de afgevaardigde van een vakbond)
- er zijn korte debatten mogelijk op inleidende zitting
- meestal wordt de zaak niet op de inleidende ritting behandeld
- conclusies
- geschreven akte waarin partij eis of verweer formuleert
- vermeldt de middelen waarop de eis gebaseerd is
- een tegenvordering is mogelijk
- wordt de in staat stelling van een zaak genoemd
- instaatstelling
- vaststellen pleitdatum (=rechtsdag)
- partijen komen zelf overeen over een aantal en termijn voor de conclusies, die vervolgens worden bekrachtigd door de rechter
- terechtzitting
- pleidooien: gebeuren openbaar (uitz. zedezaken), partijen moeten niet zelf aanwezig zijn
- uitspraak
- na de pleidooien worden de debatten gesloten = de RB trekt zich terug voor beraad
- de uitspraak van de rechter is dan uitiendelijk binnen een maand na het sluiten van de debatten, gebeurt eveneens openbaar, is gemotiveerd vonnis= beslissing van lagere RB arrest= beslissing van een hof
- gezag van gewijsde:
c.i. beslissing is bindend voor de partijen
c.ii. rechtsmiddelen kunnen nog worden aangewend (beroep of verzet of cassatie)
c.iii. de RB wordt geacht juist te zijn, en is dit ook
c.iv. relatief gezag van gewijsde= uitspraak is bindend voor die partij (in particular)
c.v. absoluut gezag van gewijsde= als het het GW-hof is bijvoorbeeld = erga omnes
- kracht van gewijse
d.i. uitspraak is definitief
- rechtsmiddelen:
- verzet (als je niet komt opdagen zal er een verstek zijn = uitspraak terwijl je er niet bent, verzet is dan wanneer je wel komt en je gaat naar dezelfde rechtbank)
- hoger beroep (geen algemeen rechtsbeginsel, de appellant is de eiser in hoger beroep en de geïntimeerde is de verweerder in hoger beroep
- cassatie (gaat om de interpretatie, en het kan dus dat je doorwerzen wordt naar een rechtbank van het zelfde niveau, maar ergens anders)
- = middelen die de wet aan de partijen of aan derden toekent om een nieuwe beslissing te verkrijgen in een geschil waarin een rechter reeds uitspraak heeft gedaan
- gewone: verzet en hoger beroep, kan door de verliezende partij worden aangevraagd, heeft een schorsende werking: er mag niks worden uitgevoerd tot de nieuwe uitspraak)
- buitengewone: voorziening in cassatie, derdenverzet, herroeping van gewijsde(echt heeel uitzonderlijk)