Constante kosten
- Gepubliceerd in Economie
- Reageer als eerste!
zijn kosten die op korte termijn vastliggen en onafhankelijk zijn.
zijn kosten die op korte termijn vastliggen en onafhankelijk zijn.
vormen de geldswaarde van de opgeofferde productiemiddelen.
Onder productiemiddelen verstaan we alles wat een bedrijf bij de productie nodig heeft, zoals:
- Onderlinge leveringen
- Arbeid
- Kapitaalgoederen
Kosten vallen in 2 groepen uiteen
1. Constante kosten
2. Variabele kosten
is een overzicht van opbrengsten en kosten en de daaruit voortvloeiende winst (of het verlies) over een bepaalde periode.
kan van de balans worden afgelezen. Onder liquiditeit verstaan we de verhouding tussen de vlottende activa en de kortlopende schulden. De liquiditeit zegt ons iets over de vraag of een bedrijf de schulden op de korte termijn kan betalen. Een liquiditeit moet minimaal 2 zijn.
moeten binnen een jaar worden terugbetaald. Bijv. belastingschulden of crediteuren.
zijn schulden die niet binnen een jaar hoeven te worden terugbetaald. Bijv. de hypothecaire lening.
van NV’s en BV’s bestaat onder andere uit het geplaatst aandelenvermogen.
kunnen doorgaans binnen een jaar in geld worden omgezet. Debiteuren zijn vorderingen op afnemers. Liquide middelen zijn betalingsmiddelen die onmiddellijk gebruikt kunnen worden. Denk aan het bank- en girosaldi en aan kasgeld.
kunnen langer dan een jaar worden gebruikt. Gebouwen en machines kunnen een aantal productieprocessen meegaan en zijn aan slijtage onderhevig.
die de fusie beoordeelt op onder meer de gevolgen voor de concurrentieverhoudingen in Nederland.
Bedrijven, zeker de grote, publiceren elk jaar hun jaarverslag. Een verplicht onderdeel daarvan is de
jaarrekening, die uit drie onderdelen dient te bestaan:
1. De balans
2. De resultatenrekening
3. Een toelichting op beide
Een balans is een overzicht van bezittingen, schulden en eigenvermogen van een bedrijf op een bepaald tijdstip.
zijn behoudens enkele uitzonderingen alle concurrentiebeperkende afspraken tussen bedrijven verboden.
verdeelt de markt geografisch, om ervoor te zorgen dat men elkaar niet voor de voeten loopt.
spreken de deelnemers af niet meer dan een bepaalde hoeveelheid te produceren. Het doel is de prijs hoog te houden door een beperkt aanbod.
is het verschijnsel dat beslissingen over de productie van goederen en diensten door steeds minder bedrijven worden genomen.
Hoe kunnen bedrijven het voor elkaar krijgen dat de economische macht bij een steeds kleiner aantal bedrijven terechtkomt?
1. Grotere bedrijven worden nog groter en kleinere bedrijven gevende strijd op. Grotere bedrijven hebben meer mogelijkheden om te investeren, om onderzoek te doen en dergelijke. Kleinere bedrijven hebben die mogelijkheden in mindere mate.
2. Zelfstandige bedrijven gaan op in een nieuwe grotere onderneming. Dat kan door middel van fusies en /of overnames.
3. Zelfstandige bedrijven gaan samenwerken zonder hun zelfstandigheid te verliezen. Een van de meest gebruikte samenwerkingsvorm is het kartel.
We spreken van een fusie als twee min of meer gelijkwaardige partners besluiten op te gaan in een nieuwe rechtspersoon.