Menu

Mag men zomaar officiële bronnen geloven?

Officiële bronnen = bronnen geproduceerd door de OH

Nee, op die bronnen moeten ook de regels van de historische kritiek op worden toegepast!

Economische historici maken veel gebruik van economische concepten:

  • De wet van vraag en aanbod
  • Philipscurve: verband tussen inflatie en werkloosheid ( lage inflatie  stijgende werkloosheid)

Niet elk historisch feit is uniek. Er zijn toch recurrenties in de geschiedenis. Geef een voorbeeld.

Stakingen voor loonsverhoging hebben meer kans op succes als de werkloosheid laag is en omgekeerd.

Wat is ‘The benefit of hindsight’?

De historicus weet hoe het historisch proces is afgelopen en kan die afloop proberen te verklaren door het fenomeen in een historische context te plaatsen.

Wat is hier vaak het probleem bij?

Het ‘anachronisme’. = Het verkeer in de tijd situeren van een gebeurtenis.

Een publicatie van Keynes uit 1919:

“The economic consequences of the peace”
= de zware herstelbetalingen die Duitsland na WOI kreeg opgelegd, ontwrichtten de Duitse economie, wat een hoge inflatie teweegbracht en een voedingsbodem was voor de nazi’s.
 Achteraf bleek Keynes’ analyse juist te zijn!

Lees meer...

Hoe gebeurt die constructie van het verleden?

Dit gebeurt zeker en vast niet willekeurig, maar volgens een specifieke methode en is gebaseerd op bronnen.
Deze bronnen zijn de sporen van het verleden, en kunnen verschillende vormen aannemen.
->Geschreven bronnen: dit is een traditionele manier, vaak bestemd voor een breed publiek en daarom gepubliceerd. Maar ze worden niet altijd gepubliceerd, omdat sommige bronnen tot stand zijn gekomen bij een administratief proces. (Vb. Verslag van Raad van Bestuur)
Wnr deze vorm van bronnen niet langer bruikbaar is worden ze overgebracht naar archiefdepots, zowel publieke als private.
->Niet-geschreven bronnen (worden meer en meer gebruikt: dit zijn zaken zoals audi-visuele producten, mondelinge geschiedenis en materiële relicten zoals gebouwen, monumenten of landschap zelf. Dit is een zeer belangrijke vorm van bronnen, want vroeger had men niet altijd de kans om gebeurtenissen neer te schrijven.
Belangrijke bij bronnen:
-heeft de auteur kennis uit eerste hand of gaat hij af op geruchten
-heeft hij voldoende kennis om de feiten te begrijpen
-voor wie (publiek) is deze bron bedoeld want de opstelling wil een bepaald effect bereiken (arbeiders <-> mng’s)
-rekening houden dat auteurs van bronnen hun eigen visie er in kunnen verwerken

Lees meer...

Werkveld van een historicus

Het werkveld van de historicus is zeer breed geworden. MAAR vroeger ‘Histoire bataille’, hieronder verstaan we enkel aandacht voor militaire maar ook politieke zaken.
De laatste decennia is dit al uitgebreider geworden. Er is een toenemende aandacht voor sociaal, economie, cultuur, dagelijks leven,…
De mijlpaal van deze uitbreidingen vinden we terug in ‘Annales’: het is dan ook in dit tijdeschrift dat er niet langer alleen politieke geschiedenis beschreven wordt. Maar economische-sociale geschiedenis.
De historici van Annales zochten vooral naar de structuren die het historische proces bepalen. Deze structuren zijn gelaagd:
-grondlaag: relatie van het individu tot het milieu (zeer trage evolutie)
-tweede laag: sociaal-economische structuren en de ideologieën. ( al iets sneller, dit vormde ook de basis voor eco gesch)
-derde laag: politieke geschiedenis (veel sneller, van dag tot dag)

Lees meer...

Wat doet een historicus?

Hij schrijft geschiedenis
-hij beschrijft feiten die zich in het verleden hebben voorgedaan
-geeft aan de feiten een samenhang
-geeft/zoekt een verklaring

Zijn activiteiten worden vastgelegd in
-boeken
-artikelen
-digi-audi prod. (vb.tv-doc = Vrouwen voor gelijk loon)

Lees meer...

Waarom blijft de geschiedenis tot op de dag van vandaag zo belangrijk?

1.Men gebruikt dit vaak om een gebeurtenis in te kaderen +begrijpen. Dmv inzich in de geschiedenis kunnen we hedendaagse fenomenen beter begrijpen, afwegen, belang inschatten.
Illustratie: Zoals hierboven vermeld is kennis van geschiedenis belangrijk om hedendaags zaken beter te begrijpen. Zo ook ‘Psychologie van het brood’ uit cijfers blijkt dat de prijs van brood doorheen de jaren enorm is gestegen daarom is de consumptie enorm gedaald. Toch wijst dit op een paradox. Omdat brood slecht 0,9% van het gezinsbudget bedraagt. Indien we de geschiedenis van het brood zouden kennen, zouden we dit zeker en vast kunnen verklaren. Brood was vroeger één van de belangrijkste voedingsbestanddelen. De gedachte dat brood vroeger belangrijker en een groter deel van ons gezinsbudget nam (5%) blijft leven.

2. Daarnaast blijft geschiedenis ook nuttig om ons bewust te maken dat fenomenen en structuren uit de eigen tijd het resultaat zijn van een historische ontwikkeling, van een historisch proces.
Illustratie: Een passende illustratie hierbij is de indexering. Het mechanisme van de koppeling van de lonen aan de stijging van de kleinhandelsprijzen is historisch gegroeid. Dit systeem is, met enkele onderbrekingen en wijzigingen tot vandaag grotendeels overeind gebleven.

3. Zo worden herinneringen actief levendig gehouden. Er worden zaken zoals monumenten gebouwd. Maar ook binnen het bedrijfsleven kunnen we de geschiedenis nog steeds goed nalezen.
Er zijn twee soorten bedrijfsgeschiedenissen.
Hagiografisch: zetten alleen hun sucessen in de verg en laten mindere periodes links liggen.
Andere: laten professionele historici toe om met de hulp van archief alles (zelfs de mindere periodes) neer te schrijven.

Deze twee soorten spelen ook een belangrijke rol inzake betrouwbaarheid.
Bovendien wordt geschiedenis ook vaak gebruikt om ‘corporate identifty’ in de verf te zetten. Vb. Bepaalde etiketten drukken.

Lees meer...

CRISIS EN NEOLIBERALISME: NAAR HET POSTFORDISME?

  • Eind aan economische groei
  • Werkloosheid zet sociale zekerheid onder druk
  • Crisis van de ’70: aanhoudende inflatie
  • Neoliberalisme <-> Keynesianisme

-ž Economie moet aan de markt worden overgelaten, geen regulering

ž - Privatisering nodig

ž - Overheidsuitgaven beperkt zodat belastingen kunnen dalen

  • Competitiviteit neemt plaats in van productiviteit onder het fordisme

-ž neoliberalisme

ž - globalisering economie

ž - liberalisering van de wereldhandel

  • Decentralisering van het overleg: van de sectoren naar de bedrijven
  • Nationale staten verliezen directe greep door europees niveau
  • Lonen worden voordurend aangepast om de concurrentiekracht van een bepaald land op peil te houden
  • Sociale zekerheid grootste deel betaald door heffing op lonen
  • Sociale zekerheid is door staat beheerst
  • Werkloosheiduitkering negatief effect arbeidsmarkt
  • Tendens privatisering van verschillende overheidsbedrijven (bv: de post)

ž - Strijd tegen monopolies
ž - Overheid moet toezien dat de concurrentie kan spelen en consumenten optimaal gebruik maken van de voordelen van de vrije markt

Lees meer...

productiviteit, het sluitstuk van het fordisme

1950 = Structurele problemen van de Belgische economie komen aan het licht

  • Vakbonden en WG startten informele onderhandelingen
  • De vruchten van stijgende productiviteit worden verdeeld tussen WG en WN
  • Koopkracht WN moet periodiek stijgen op koopkracht op peil te houden, in gelijke tred met de stijging van productiviteit
  • Interproffesioneel minimumloon
  • Jaren 60 = Elk jaar reële loonstijgingen om consumptie en sociale zekerheid te garanderen
  • Stakingen nemen gevoelig af
  • Overlegsysteem institutioneel voltooid
  • Vredesplicht afdwingbaar
Lees meer...

Het sociaal pact

Sociaal past bestaat uit drie delen

  1. Maatregelen worden aangekondigd voor de periode onmiddellijk na de Bevrijding
  2. Een verplicht sociaal zekerheidsysteem
  3. Een stelsen van sociaal overleg

 Vaak voorgesteld als bewijs dat WG en WN wel degelijk tot consensus kunnen komen, ze waren naar elkaar toegegroeid door de ontberingen van de oorlog

Sociale zekerheid (1944) = Wordt gefinancierd door bijdragen van werkgevers en werknemers, aangevuld met een staatssubsidue

Rijksdienst voor maatschappelijke zekerheid (RMZ) = Verdeeld het geld over de verschillende takken van de sociale zekerheid

Verplichting = Elke werknemer in de privé-sector is onderworpen aan de sociale zekerheid

Economie = Moet zorgen voor een nieuwe maatschappelijke vooruitgang en de voordelen van een stijgende productie moeten rechtvaardig verdeeld worden tussen kapitaal en arbeid

Economische vooruitgang = Enkel mogelijk al WN en WG samenwerken

Sociaal pact heeft behoefte aan nuancering

  • Belang van verplichting mag niet onderschat worden (vanuit economisch/politiek vlak)
  • Sociale zekerheid georganiseerd en gefinancierd door de staat
  • Beperkt tot WN
  • Niet gedragen door alle organisaties
  • Niet enige project voor nieuw sociaaleconomisch systeem
  • Anders was het terug naar het vooroorlogse overleg

Sociale zekerheid (1944)

  • Bijdragen van WG en WN
  • Elke WN is onderworpen
  • Uitbereiding van paritair comité tot alle overlegniveaus
  • Economische vooruitgang: resultaat van WN en WG die samenwerken

Nationale arbeidsconferentie

  • Kon het pact niet in zijn geheel aanvaarden maar stemde wel toe voor loonsverhoging van 60%
  • Discussie: monopolie van de vertegenwoordiging van de WN in de onderneming
  • Syndicale delegatie verplicht in bedrijven > 20 WN (comités)

Gutt-operatie = Regering maakt regels op met WN en WG
> Relatief succes

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen