Menu

Ruimere samenhang en verklaring

Volgens Elias worden deze tendensen verbonden met een toenemende rationalisering en psychologiseringvan de maatschappelijke interactie.

  • Rationalisering: het proces waardoor mensen leren hun directe impulsen te temperen, aan te passen, en te berekenen op de verwachte reacties van anderen.
  • Psychologisering: het proces waardoor men meer aandacht krijgt voor de verborgen motivaties, verlangens en intenties achter de open gedragingen van zichzelf en van anderen.

→ Deze processen gaan samen met de toenemende ‘vervlechting’ van

het sociale weefsel, dwz dat men meer en meer zijn psychische en manifeste gedragingen gaat afstemmen op die van anderen.

→ De verschuiving in de gedragsstandaarden komt eerst tot stand als gevolg van de Fremdzwang(dit betekent dat jij gedwongen wordt door een vreemde om je aan bepaalde standaarden te houden). Later zal die Fremdzwang omslaan in Selbstzwang(dit betekent dat je jezelf opdraagt om je aan bepaalde standaarden te houden).

Lees meer...

Constanten in het civilisatieproces

  • Verlaging pijnlijkheidgrens

Zowel bij diegenen die de gedragingen waarnamen als bij diegenen die zich niet aan de standaarden konden houden nam het schaamtegevoel toe. Het zien, ruiken, horen en aanraken van lichaamsproducten werd voortaan als pijnlijk ervaren. Die taboeëring strekte zich gaandeweg ook uit over de taal. Zo ontstond de ‘Bann des Schweigens’ of verhullende en wetenschappelijke taal (vb. penis).

  • Achter de coulissen plaatsen

Alles wat herinnert aan de biologische herkomst van de mens werd verlegd achter de coulissen van het maatschappelijke bestaan (vb. mensen eten dieren, naakt werd uit de publieke sfeer gebannen,…).

  • Individualisering

Er trad individualisering op (vb. individuele bedden, lepels,…)

Lees meer...

Inleiding

Norbert Elias probeert in Über den Prozess der Zivilisation de langetermijnsverschuiving van het gedragstandaarden in een bepaalde richting te verklaren. Deze verschuiving noemen wij ‘civilisering’ en gebeurt in het Westen tussen de 8ste en de 20ste eeuw.

Methode: etiquette- en opvoedingsboekjes

Lees meer...

Van een ‘bezield’ naar een mechanisch universum:

  • Deze open wereld werd gedemythiseerd en gemechaniseerd door de nieuwe fysica van Galilei.
  • Newton (1687): verklaarde zowel de aardse als de hemelse verschijnselen met dezelfde wetten.
  • Descartes (1596-1650): alle processen in de materiële wereld konden door middel van mechanica worden verklaard. (zie site slides!)
  • Vesalius (1543): “Dehumani corporis fabrica”: creëerde een nieuwe mensvisie: met zijn lichaam behoort hij tot de mechanische wereld, met zijn geest is hij in staat de wereld te begrijpen en eventueel te veranderen. Dit is de grond van de menselijke rede. (zie site slides)
  • Harvey(1628): (zie site slides)
  • Van uitzonderlijk naar een schakel in de evolutie:
  • Darwin (1858): On the origin op species
  • Freud (20ste eeuw)
Lees meer...

Dit alles resulteert in een dubbele verandering in de wereldvisie

  • Van een gesloten naar een open wereldbeeld:

In de middeleeuwen werd het heelal beschouwd als een bol waarbinnen zich concentrisch andere bollen bevonden. Het centrum daarvan was de aarde (geocentrisme). Ales in de wereld had een vaste plaats: de sterren, de zon, de aarde… De mens bevond zich in het centrum maar was opgesloten in het ondermaanse. Deze gesloten hiërarchie van sferen werd als positief aanzien. Men sprak over de ‘hiërarchie der sferen’.Ongetwijfeld was er een analogie tussen dit wereldbeeld en het statische mens- en maatschappijbeeld van die tijd.

Door ontwikkelingen in de 16de eeuw werd dit gesloten wereldbeeld opengebroken:

  • In 1543 door Copernicus met revolutionibus orbium caelestium:

het heliocentrisme met de zon als centrum, de sfeer van sterren blijft bestaan.

  • In 1583 door Bruno met zijn De l’infinito: het heelal is oneindig met een oneindig aantal zonnestelsels. De mens is het middelpunt en is een onooglijk stipje. Deze gedachten moest Bruno echter bekopen met de brandstapel. Later bewezen Galilei en Kepler deze visie.

Lees meer...

Het nieuwe wereldbeeld

Rond de 17de eeuw ontstaat er een nieuwe mentaliteit. Deze mentaliteit ontstaat uit de overtuiging dat men een nieuwe methode (New Learning) heeft ontdekt om kennis te verwerven. Dit uit zich vooral in de rede. Tevens ontstaat er een afkeer tov het middeleeuwse denken en tov opvattingen die niet op eigen onderzoek maar op autoriteit zijn gebaseerd. Vanaf nu moet de wetenschap zich bezighouden met onze ervaarbare wereld. Deze nieuwe denkwijze werd voor het eerst verwoord in het werk van Francis Bacon: Novum Organum (naam boek Aristoteles).

Lees meer...

Kennistheoretische reflectie op de Nieuwe Methode

1. Deze nieuwe methode heeft 2 karakteristieken:

- een wiskundige theorie: biedt een formulering van de relaties ts de grootheden

- experimenten: die bij benadering moeten beantwoorden aan de waarden die door de wiskundige wet werden voorspeld.

Men heeft lang geredetwist over wat nu het essentiële is van de theorie. Het heeft lang geduurd voor men het experiment als evenwaardig ging aanzien tov het wiskundige (Boyle was daarin de eerste).

2. Ook vroeg men zich af waar de bewijskracht van de theorie lag.

Dit is een vraag die nog niet definitief is opgelost.

Het zekerheidskarakter van een wetenschap berust op haar kwetsbaarheid: als de theorie fout is dan is dat gemakkelijk vaststelbaar.

Lees meer...

De wetenschappelijke revolutie

De experimentele methode heeft een explosief en een cumulatief karakter.

  • De nieuwe werkwijze is niet het gevolg van het voorafgaandelijk uitdenken van een nieuwe methodologie. Hij is ontstaan door de nieuwe problemen, theorieën en experimenten sinds de 1e studies van Galilei.
  • De grondslag van de experimentele methode ligt in de Archimedische werkwijze (= de neiging om wiskunde toe te passen op fysische problemen).
  • Dit werd succesvol gedaan door Galilei in de mechanica (= probleem van de val en de worp). Maar hier kan het mathematisch model niet op een intuïtieve manier ontstaan (te complex). Daardoor moeten de resultaten aan de feiten worden getoetst. Dit betekent dat de ‘Archimedische werkwijze’, zodra ze op de mechanica wordt toegepast, de onderzoeker bijna vanzelf tot de experimentele methode dwingt. Daardoor komt men tot het besefs dat het verificatieaspect van even groot belang is als het wiskundige.
Lees meer...

Inleiding

  • Aristotoles: legde de nadruk op de rol van de ervaring als bron van kennis. Maar in zijn ogen is ervaring (empeira) niet gepland,: ze denken dat men vanzelf ondervinding opdoet, door voldoende lang te leven.

Samenvattend kan men zeggen dat de Oudheid en de Middeleeuwen methodologisch in grote mate door Aristoteles bepaald werden en ons een aantal juiste observatiegegevens bezorgd hebben; maar daarnaast werden theorieën vooropgesteld die totaal verkeerd waren en niet getoetst.

  • De Griekse wiskunde (de systematische wiskunde) zorgde voor het ontstaan van enkele exacte theorieën van natuurwetenschappelijke aard: astronomie, statica, hydrostatica en begin van optica.

Deze theorieën bevatten algemene wetten die toelaten te voorspellen wat zich in een groot aantal particuliere gevallen zal voordien. Doordat deze wetten in een coherente axiomatische theorie worden afgeleid bieden ze ook een verklaring voor deze fenomenen.

We stellen vast dat deze theorieën wel interne limieten vertoonden. Deze theorieën geven dan ook geen aanleiding tot een verdere expansie van de natuurwetenschap.

Lees meer...

De wijsgerige kennisverwerving

Wijsbegeerte:

  • vorm van kennisverwerving wanneer men de eis van betrouwbaarheid stelt en dus kritisch wordt.

De wijsgerige houding is ontstaan in Griekenland vanaf de 6e eeuw v.C.

Men had de overtuiging opgedaan dat bewijsvoeringen wel degelijk mogelijk waren. Thales was zowel 1e wiskunde als 1e wijsgeer.

  • Het verschil met de mythische benadering ligt in de overtuiging dat deze laatste niet bevredigend is; dat discussie en controle nodig is en dat de definitiemethodes verbeterd moeten worden.
  • Wijsgeren hebben de al verworven resultaten van wetenschappen in hun denken geïncorporeerd. Wat hen van wetenschapsmensen onderscheidt is dat zij, ondanks de methodische tekorten, telkens opnieuw de totaliteit van vragen blijven stellen.
  • Ze gaan streven naar rationaliteit; rationeel denken.
  • In de brede wijsgerige zin van het woord is de rationele benadering gekenmerkt door de eis betrouwbare antwoorden te zoeken op alle vragen of zo dicht mogelijk te benaderen (wetensch. versoepelen)

→ Wijsbegeerte, rationaliteit in brede zin, heeft dus voor op de wetenschap dat de totaliteit van de grote vragen wordt gesteld, maar daardoor moet de betrouwbaarheid van de antwoorden enigszins in gedrang komen!!

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen