William James: de pragmatische waarheid
- Gepubliceerd in Sociologie
- Lees 1113 keer
Het pragmatisme is een filosofie van het nuttige, praktische handelen. Wat is waarheid? Om de betekenis van een idee te kennen, moeten we nagaan welke consequenties die heeft voor ons handelen. Ideeën die geen gevolgen hebben voor ons handelen betekenen letterlijk niks. Dus: waarheid is datgene wat een idee in het handelen oplevert. Waar is ‘wat werkt’ (je moet er iets mee kunnen aanvangen), dus geen absolute, eeuwige grootheid. Vb. Bestaat God? James ‘wanneer aanname dat God bestaat een zinvolle consequentie heeft in je leven, dan wel.’
Dus: de mens maakt voortdurend de werkelijkheid. Er is geen objectieve, ware wereld die voorgoed vastligt. Er zijn alleen handelende mensen die hun wereld voortdurend ‘waar maken’. Hij zegt dat er een vals onderscheid is tussen subject en object. Subject: self, denkend, bewustzijn en Object: dingen, wereld. James zet dat die twee dingen in elkaar lopen, het zijn geen twee aparte dingen. De dingen hebben geen wezen want dingen rusten niet. Er is alleen maar actie, beweging, proces.
Er is enkel een pragmatische waarheid, deze verschilt van persoon tot persoon en samenleving tot samenleving. Vb. Bijgeloof van een Afrikaan in katten: enkel in Afrika, niet in België
Het bewustzijn kan ook geen vast gegeven zijn aangezien de wereld van de objecten niets anders is dan een handelingsproces. ‘Het’ bewustzijn bestaat niet, er is alleen één lange bewustzijnsstroom. De identiteit van het subject is dat wat hij ‘het zijne’ kan noemen: zijn lichaam, vrienden, vrouw, werk, reputatie, enz. dit verandert constant als gevolg van de handelingen die men stelt (verhuizen, relaties, …) of als gevolg van dingen die iemand overkomen (iemand sterft) Subjecten zijn wie ze zijn, door de activiteiten die ze ondernemen. Dus: ook identiteit is procesmatig: wie of wat je bent ligt niet vast. Vb. indien je op je 2jaar ontvoerd werd naar een ander continent dan had je nu anders geweest.