Vernieuwingen sinds 1 juli 2003
- Gepubliceerd in Economie
Alle formaliteiten mbt het opstarten van een zaak kunnen bij het ondernemingsloket geregeld worden. Een onderneming heeft 1 uniek ondernemingsnummer.
Alle formaliteiten mbt het opstarten van een zaak kunnen bij het ondernemingsloket geregeld worden. Een onderneming heeft 1 uniek ondernemingsnummer.
“Kooplieden zijn zij die daden uitoefenen, bij de wet daden van koophandel genoemd, en daarvan, hoofdzakelijk of aanvullend, hun gewoon beroep maken.”
1. Een handelaar kan zowel een natuurlijke (van vlees en bloed) als een rechtspersoon (enkel een persoon op papier) zijn
De natuurlijke personen moeten “bekwaam” zijn. De belangrijkste handelsvennootschappen erkent als rechtspersoon zijn:
- De BVBA en EBVBA, de NV, de CV
2. Daden van koophandel of handelsdaden
Daden met een winstoogmerk: aankopen en verkopen van goederen en diensten evenals alle daden gesteld door de handelaar in verband met zijn handel.
3. Beroep van maken
De persoon stelt deze daden regelmatig: als hoofdactiviteit of als bijkomende activiteit.
Mensen die nooit zelfstandig ondernemer kunnen worden:
‐ Minderjarigen
‐ Mensen die een veroordeling opliepen of failliet gingen
‐ Mensen met een vreemde nationaliteit die niet in het bezit zijn van een beroepskaart
‐ Mensen die een ander onverenigbaar beroep uitoefenen zoals een notaris, rechter, gerechtsdeurwaarder, politieman, pastoor…
- Collecterende handel: verzamelen van grondstoffen
- Distribuerende handel: verdelen van de afgewerkte producten
- Nationale handel
- Internationale handel
o Invoer/import, IC-verwerving
o Uitvoer/export, IC-levering
o Doorvoer/transit: als de goederen gestockeerd worden of veranderen van transportmiddel
IC = intracommunautair = binnen de EU + de verhandelingen met de EVA-landen.
‐ Groothandelaar: aan-en verkoop van grote hoeveelheden, verkoopt meestal aan de kleinhandelaar
‐ Kleinhandelaar: aan- en verkoop van kleine hoeveelheden, verkoopt aan de consument
Dankzij de handel kan de verbruiker over de goederen beschikken:
‐ In de gewenste hoeveelheid
‐ Op de geschikte plaats
‐ Op het gepaste ogenblik
‐ In de verlangde toestand
De goederen van de producent naar de consument brengen. Er worden geen wijzigingen in de aard van de goederen aangebracht.
Dienstverlenende ondernemingen: verzekeringsmaatschappij/bank -> enkel behoeftebevredigend als het probleem zich voordoet.
Voorbeeld: brandverzekering -> als er een brand is geweest
= het geheel van bedrijfstakken die zich met de opeenvolgende fasen van het productieproces bezighouden: chronologische volgorde die het product aflegt.
Bevat enkel bedrijven die bijdragen aan de totstandkoming van het product en die eigenaar worden. Consument behoort niet tot de bedrijfskolom.
Een bedrijfstak = groep van gelijksoortige bedrijven, ze verzorgen hetzelfde deel van een productieproces.
Collecterende handel: verzamelt grondstoffen
Distribuerende handel: verdeelt de producten
De bedrijfskolom is een vereenvoudigde voorstelling en kan veranderen:
- In de lengte:
o Integratie: wordt korter
o Differentiatie: wordt langer
- In de breedte:
o Parallellisatie: uitbreiden assortiment
o Specialisatie: beperken assortiment
Voor het produceren wordt er beroep gedaan op: natuur, arbeid, kapitaal en management.