Menu

Item gefilterd op datum: december 2012

voeding en sociale ongelijkheid

In een arme economie = Voeding vergt een groot aandel van de totale uitgaven. Zolang dit aandeel niet afneemt, kan er weinig of geen ruimte komen voor andere bestedingen

 De strikte doorbraak voor de massaconsumptie lag bij de voeding

Reële prijs =
> Wordt uitgedrukt in minuten of uren om een product te kopen

Sociale grenzen = Rijke mensen verschafte de voeding een aangenaam middel om sociale grenzen af te bakenen en allerlei aspiraties te tonen

Voeding betekende verzadiging onder het motto

  • Zelfstandigen: 'Goed en veel'
  • Arbeiders: 'Veel primeerde, niet het proberen van een of ander nieuw gerechtje'

De geïndustrialiseerde wereld kent na de WO II geen honger of monotone, eenzijdige maaltijden meer. Honger en ziektes werden geëxporteerd naar andere delen van de wereld

In de 19e eeuw leidden dure voeding en schaarste tot scherpe sociale tegenstellingen, de overheid besloot om basisvoedsel goedkoop te houden

Overheid grijpt in = Door de combinatie van relatief lage prijzen verbeterde de gemiddelde voeding (1890-1930)

Gevolgen van industrieel kapitalisme = De arbeidersgezinnen kregen met de gevolgen van de economische sectoren te kampen, hongercrisissen , ernstige conflicten en toenemende invloed van de vakbonden heeft het land wakker geschud

Conspicuous consumption = De rijke klasse wenst zich te onderscheiden door demonstratieve consumptie (Opvallende consumptie)
> Thorstein Veblen

Eetcultuur = Eten en drinken was een sterk middel om sociale grenzen af te bakenen. Het creëerde een gevoel van herkenning en klassenverbondenheid voor de bourgeoisie van verschillende landen
> Haute cuisine

 De enorme kloof in de voeding weerspiegelt de grote sociale ongelijkheid uit de 19de eeuw
Gevolg? Massaal arbeidsverzet omdat de kloof tussen arm en rijk steeds groter werd

Commodity flow = Landbouwproductie + Invoer – Uitvoer
> Rekening houdend met schade, industriële verwerking, fraude

Hoogkapitalisme (1870-1950) = De big companies oefenden grote invloed uit op wat en hoe geproduceerd werk en hoe producten werden verkocht

Gevolg? Arbeidersklasse begon anders te denken en te werken als gevolg van de nieuwe behoeften van de grootindustrie

- Harder werken tijdens kortere arbeidsduur

- Calorierijk voedsel gepromoot

- Verbruik van suiker steeg heel snel

 Kunnen kiezen werd een hoofdkenmerk van het economische systeem

Vlees is een goede parameter van kwalitatieve en kwantitatieve veranderingen

Consumptiemaatschappij is geboren = Langzaam maar zeker werd de consumptie van arbeidersgezinnen opgenomen in het economisch systeem. Loon diende niet enkel voor zijn gezin in leven te houden maar ook om de vraag naar consumptiegoederen te bevorderen

Tussen 1950 en vandaag groeit de economie sneller dan ooit van tevoren dankzij

  • Groeiende internationalisering
  • Verwaarlozing milieu
  • Westen is enorm rijk ten koste van de rest van de wereld
  • Consumptie enorm = 2 inkomens en dan vaak ook nog lenen

Industrialisering en commercialisering van voedingsindustrie leidde tot massaconsumptie bewerkte voedingswaren

Onvoorstelbare paradox = Arme mensen besteden hun weinige geld aan relatief duur voedsel (chips, hamburger, ..)
> Onder invloed van de publiciteit

Hoogconjunctuur (1970)

  • Aandacht voor traditionele schotels verslapt
  • Consumeren van nieuwe dure voedingsmiddelen
  • Lichaamsideaal: slank en gezond

Lees meer...

consumptie en levensstandaard

Gezinsbudgetonderzoeken = Niet alleen inkomens maar ook uitgaven worden vermeld
> Onderzoeken hoe en wanneer de samenstelling van de totale uitgaven is veranderd en welke verschillen er tussen gezinnen bestaan (Tabel p120)

 De structuur van de bestedingen is radicaal veranderd, helaas bevatten budgetenquêtes slechts rudimentaire indelingen

De wet van Engel

WET 1: 'Naarmate het inkomen laag is, is het procentueel aandeel van de uitgaven voor voeding hoog'
> De assumtpie dat mensen slechts in staat zijn een beperkte hoeveelheid voedsel te komen ligt aan de basis

WET 2: 'Naarmate het inkomen hoog is, stijgt het procentueel aandeel voor woninguitgaven'
> De assumtpie dat mensen streven naar meer huishoudelijk comfort, ruimere woningen en meer luxe indien zij zich dit kunnen veroorloven, ligt aan de basis

Kritiek op deze wetten
Weg met de wetten van Engel?

  • Sociale leven zit complexer in elkaar dan dit
  • Wellicht speelt de status en het zelfbeeld van een persoon meer rol

 Een verklaring voor de uitgaven kan niet worden gegeven.

Lees meer...

consumptie en inkomen

Voor de evolutie van consumptie gebruikt men statistieken

  • Voordeel = Kwantificeren en redelijk nauwkeurig meten
  • Nadeel = Uitsluitend uitgaven in geld kunnen onderzocht worden
    > Goederen en diensten die buiten de markt blijven, worden niet in de gezinsuitgaven vermeld

Commodificatie = Groeiende ‘vermarketing’ van het dagelijkse leven. De mensen zijn eer en meer aangewezen op de markt om aan je basisbehoeften te voldoen, in tegenstelling tot vroeger toen we onze eigen basisbehoeften voorzagen dankzij ‘huishoudelijke productie’

Drie kwantitatieve mogelijkheden om de evolutie van de consumptie te onderzoeken

  1. Nationale rekeningen
  2. Gezinsbudget enquêtes
  3. Commodity flow methode

Private consumptie = Vormt een van de drie conventionele manieren om de nationale boekhouding te benaderen

Consumptiebestedingen = Vorm een nauwe band met de evolutie van het reëel inkomen

Reëel inkomen = = Koopkracht

Herstel van de gezinsbesteding = Gebeurde in België relatief snel door de goede infrastructuut van de Belgische industrie

Lees meer...

Demografische veranderingen

Demografische veranderingen

  • Technologische innovaties stellen de vrouw meer baas over haar eigen lichaam
    > Gecontroleerde fertiliteit (Pil)
    > Massale intrede in de arbeudsmarkt
  • De nieuwe vruchtbaarheidsstrategie zorgt ervoor dat de bevolking in België niet meer groeit,

maar zelf krimpt

  • Vruchtbaarheidscijfer daalt tot onder het reproductieniveau (veel eenoudergezinnen)
  • Huwelijk raakt status als universele mijlpaal in de levensloop kwijt

Conclusie lezen p113

Lees meer...

de arbeidsmarkt

21ste eeuw = Dienstensector neemt een dominante positie in
> Diensteneconomie is een kenniseconomie die een hoog scholingsniveau vereist en een bredere arbeidsmarktparticipatie

Leeftijdsgrenzen versmallen verder = Door een vervroeging van de ouderdomspensioen (Invoeren brugpensioen) en verlenging van de duur van het schoollopen

Stijging van de vrouwelijke arbeidsparticipatie

  • Huishoudwerk wordt gerationaliseerd of uitbesteed
  • Omslag in het overheidsbeleid: Beschermen van de vrouw ipv afschermen
  • Consumptieverwachtingen kunnen niet meer door 1 inkomen gedekt worden

 Toenemende feminisering bijna uitsluitend een zaak van de dienstensector (Deeltijdarbeid)

Dualisering van de arbeidsmarkt = De werkloosheid eigen aan de postindustriële transitie concentreert zich onder de kort- of laaggeschoolden

Structureer gegeven = De overheid beschouwde de ontoereikende vraag naar arbeid niet meer als een conjunctureel probleem, maar als een structureel gegeven

Activeren van werkloosheidsuitkering = Diensten die in het zwart werden aangeboden, konden zich integreren in de formele markt

De postindustriële transitie heeft een flexibilisering van de arbeidsmarkt meegebracht wat zich uit in nieuwe vormen van vooral laaggekwalificeerde arbeid

Lees meer...

Hoe een nieuwe arbeids-en levenspatroon vorm krijgt tijdens de postindustriele transitie (1975-2000)

Landbouw daalt 5%
Industrie blijft gelijk 45%
Dienstensector stijgt 51%

De stijgende werkloosheid in de industrie werd door de overheid bekampt met een Keysiaanse strategie van banencreatie die de macro-economische kost van vermeende conjuncturele werkloosheid dienste te compenseren

De sterke stijging van de loonkosten maakte kapitaalinvesteringen in het productieproces lonend.
arbeidsintensieve bedrijfstakken werden gedelokaliseerd naar lagelonenlanden (Tijgerstraten)

Lees meer...

De arbeidsmarkt

Oorzaken vernauwing leeftijdsgrenzen van de werkzame bevolking

  1. De instelling van het ouderdomspensioen (65 jaar)
  2. De verlenging van de duur van het schoollopen (14 jaar > 18 jaar)

Arbeidsparticipatie

  • Mannen: Bleef schommelen rond 60% tot 70%
  • Vrouwen: Halvering van de beroepsactieve vrouwen (30% tot 40%) door het huwelijk

Er ontstond een verkorting van de arbeidsduur (Zondagrust, 40-urenweek, betaalde vakantie, betaalde feestdagen), maar men moest wel harder en intenser werken

De triomf van de kostwinner

Succes van de 20ste-eeuwse huismoeder als rolmodel verklaard door

  • Economische wijzigingen bemoeilijkten de combinatie beroepsarbeid en huiselijke zorg
  • Het stijgend loon van de man
  • Politieke ingrepen
    - Ontmoedigingsbeleid voor de arbeidende vrouw Vb. Discriminerende mechanismen binnen de sociale zekerheid en de fiscaliteit
    - Geen werkloonuitkering voor de vrouw
    - Bestraffing als de partner van de vrouw werkloos is
  • Gewijzigde maatschappelijke visie: Hoog opgeleide vrouwen bleven vaak noodgedwongen ongehuwd
  • Het vrouwelijk huishoudelijk werk werd gevaloriseerd als een cruciale bijdrage tot de gezondheid en het welbehagen van de gezinsleden

Mythe van het gezinsloon = Niet in alle sociale milieus zou het gemiddelde loon van de echtgenoot toereikend geweest zijn om de nagestreefde levensstandaard te bereiken
> Vrouwen moesten een handje toesteken in de informele sector, maar dit was een teken van armoede

Niet-gehuwde vrouwen werkten in de dienstensector

Buitenlanders fungeren als schokdempers

Immigratiesamenleving = Ontstaan door de arbeidsnoden van het industriële België

West-Vlaamse vierhoek = Diksmuide, Roeselare, Ieper en Brugge
> De regio waaruit ieder jaar de trek naar Frankrijk werd ondernomen kromp in

Zware industrie = Zocht potentiële werknemers (laaggeschoold) in het buitenland
> Massaal beroep op arbeidsmigratie
> Vlaamse pendelaars waren goedkope oplossing voor de arbeidstekorten, maar missen loyaliteit

Staking (1932) = Waalse arbeiders eisten het ontslag van alle vreemdelingen
> Ook Vlaamse pendelaars waren vreemdelingen
> Overheid verplicht werkgevers om bij ontslag de buitenlander voorkeur te geven

Lees meer...

Demografische veranderingen

Demografische veranderingen

  • Levensverwachting stijgt door groeiende levensstandaard en de vooruitgang van de geneeskunde
  • Gecontroleerde vruchtbaarheid werd veralgemeend waardoor de huwelijksleeftijd daalde
  • Het huwelijk kende een heropleving
  • Moralisering van de maatschappij met duidelijk afgelijnde rolmodellen
    > Vrouw = Huismoeder Man = Kostwinner

 20ste eeuw liet de disruptieve omwenteling van de 19de eeuw achter zich en leeft algemeen gelende morele codes na. Het intensief arbeidsmodel van de rijpe industriële maatschappij verving de extensieve arbeidsinzet van het vroege industriële kapitalisme

Lees meer...

De arbeidsmarkt van het hoogindustriele belgie (1920-1975)

Technologische innovaties (Eind 19de eeuw) = Een technologische versnelling
> 2de industriële revolutie

Mechaniseren = Energieaandrijvers (Gas- en benzinemotoren) werden ingezet in het productieapparaat
> Rurale huisnijverheid en ambachtelijke productiewijze werden definitief verdrongen uit de markt

Doorbraak industriële economie = Verdere verschuiving van de beroepsbevolking weg van de landbouw

Dienstensector = Een sterke daling van het personele dienstpersoneel vanaf 20ste eeuw. Deze kwam pas op gang na de WOII gericht op dienstverlenende bedrijven en overheidsfuncties

Na WOI = Groeiende vraag naar ebrid voor een grotere macht van de arbeidsbewegingen en een stijging van de reële lonen
> Stijging van de lonen maakte kapitaalinvesteringen in het productieproces lopend

Fordistische productie-organisatie = Een gestroomlijnd arbeidsproces gericht op gestandaardiseerde massaproductie
> Na WO II massale vervanging van arbeid door kapitaal

Lees meer...

De markt voor de Belgische industriële arbeiders: Een beschermende arbeidsmarkt?

Opkomst interventionistische staat

  • Waals industriebekken deed beroep op de arbeidskrachten uit heel België
  • Vlaamse rurale economie heeft haar genadeslag gekregen
  • Landbouw was niet meer de bron van inkomen
  • Pendelarbeid subsidiëren door goedkope treinabonnementen en een dicht tramnetwerk
  • Fysische kloof tussen wonen en werken

Na 1886 = Overheid reguleert de arbeidsmarkt

  • Rekruteringsbasis van de industrie werd versmald
  • Vrouwenarbeid in de industrie werd gereglementeerd
    > Ze werden uitgesloten van zware, gevaarlijke en nachtarbeid
  • Kinderarbeid werd gebannen en invoeren van leerplicht tot 14 jaar
  • Invoeren van de achturendag

Gevolg? De grotere rol van de staat in het sociale leven die de politieke elite opeiste na 1886 had voor de mobiele armen vooral meer repressie tot gevolg
> Sleutelwoorden = Afschrikking en heropvoeding van landlopers

  • Belgische landlopers = Werkwillig heropvoeden of straffen
  • Buitenlandse landlopers = Onmiddellijk uit het land gezet

Alle landlopers kregen een veroordeling wegens landloperij van minimum vier maanden opsluiten in de strafkolonie ongeacht of het Belgische of buitenlandse landlopers zijn

Dit betekende de doorbraak in het vreemdelingenbeleid wat een groot belang wordt voor het reglementeren van de arbeidsmarkt

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen