Item gefilterd op datum: februari 2014

Stabiele sector: vooraf geplande en ondersteunende PR-activiteiten kunnen gehandhaafd worden.

Snelgroeiende sector: hebben snel reagerende en ook proactieve programma’s nodig. Men moet als bedrijf bekwaam zijn om te reageren om de dynamische markt.

Voorbeelden van verschillende sectoren: Overheid => gemeenschap, Snoepsector=> marketingcommunicatie,…

Stakeholders: personeelsleden, leveranciers, afnemers, aandeelhouders, geldschieters en dergelijke. De micro-omgeving. Dit zijn zaken dichter bij huis en zij ook beter beheersbaar.

Dit publiek kan onderverdeeld worden in 4 groepen naargelang hun relatie (linkage):

• Enabling linkages: verbinden de organisatie met stakeholders die het bestaan vd organisatie mogelijk maken. Zij hebben de macht en de middelen om te beslissen over het voortbestaan van de organisatie
• Functional linkages: Verbinden de organisatie met groepen die maken dat de organisatie werkelijk functioneert => vb. leveranciers, afnemers,…
• Normative linkages: heeft een organisatie met groepen die op de een of andere manier een oordeel vellen over de organisatie: vb. media, vakbonden,…
• Diffused linkages: Verzamelnaam voor alle overige individuen of groepen die op een of andere manier belang hebben bij de organisatie

Organisatie heeft hier geen vat op: bijv. overheidsbeslissingen, maatsch. trends,…

Wordt ook de maatschappelijke omgeving genoemd omdat maatschappij grote invloed heeft

Om de macro-omgeving te onderzoeken is er het STEP instrument: Sociaal, Technologisch, Economisch en Politiek

• Vb. van een STEP analyse: Sociaal (levensstijlveranderingen, koopgewoonten,…), Technologisch (nieuwe technologieën, ontwikkelingskosten,…)

Economisch (rentekoersen, werkgelegenheidspeil, waarde van de euro,…)

Politiek (arbeidsrecht, handelsrecht, politieke verdragen,…)

Voorbeelden van verschillende maatschappelijke trends:

• Globalisering: Vooral grote bedrijven doen dit, maar ook kleine bedrijven (vb. kleren halen in een ontwikkelingsland

• Informatie en informatietechnologie: heeft verband met globalisering aangezien informatie onmiddellijk ontvangen en verzonden kan worden overal ter wereld. Dit heeft ook nadelen, zo kan een lek in een geheim dossier meteen de hele wereld rondgaan (vb. wikileaks)

• Pluralisme: het idee dat de maatschappij bestaat uit diverse soorten groepen met verschillende culturen en dat al deze groepen in principe dezelfde rechten en mogelijkheden hebben.

• Consumentisme en individualisme: De consumenten eisen meer en meer en door deze vele eisen evolueert de maatschappij ook meer en meer. Hoe meer eisen we stellen hoe meer bedrijven zich gaan aanpassen aan onze eisen en behoeften.

• Nieuwsmedia: de media beïnvloed de publieke opinie en de publieke agenda. Vroeger diende het nieuws enkel om informatie te brengen, nu niet meer.

= Van vitaal belang, bepaalt toekomst organisatie.

De externe omgeving kan opgedeeld worden in 2 gebieden:

Bij ieder bedrijf is het belangrijk om rekening te houden met de omgeving. Zij moet meegaan met veranderende trends en zich aanpassen aan de wensen van het publiek. => vb. Google: zij hebben op de wensen ingespeeld en voor 1 goede zoekmachine gezorgd.

Omgeving van bedrijven is dynamisch. De maatschappij verandert continu.

Vroeger waren er enkele mannen die werkten, nu niet meer en op extern vlak moet de organisatie veel meer verantwoordelijkheid afleggen aan het publiek.

Networking: netwerk is zeer belangrijk, mensen kunnen vertrouwen op netwerken.

Perscontacten en de media: bespeel media om PR te voeren

Evenementen: Organiseer evenement en trek veel volk

Lobbying

Website

Corporate communication: communicatie die het bedrijf voert vanuit bedrijfsniveau.

Interne communicatie: communicatie met het personeel

Perscontacten

Woordvoerderschap

Crisiscommunicatie

Issuemanagement: beperken van een issue (=iets waarmee je de confrontatie aangaat, je kan het niet laten voorbijgaan=> Vb. Milieuproblemen)

Finaciële comm

Public affairs: relatie met de overheid

Sponsoring: naambekendheid in ruilvoor geld

Vb. Klanten, concurrenten, pers, personeel, vakbond, aandeelhouders, overheid,…

PR = Het onderhouden van de relatie met alle doelgroepen

Publieke opinie en imago staan centraal.

• Oude economie zal aanpassingen ondergaan door concurrentie van nieuwe, virtuele wereld
• M-commerce
  • Mobiele telefonie
  • Europa = voorloper
  • Applicaties op smartphones
  • Persoonlijke conciërges
  • Verbinding internet / prijs abonnement
  • Nieuwe mogelijkheden (vb.: parkeerticket betalen via sms)
• U-commerce
  • Type van handel waar een commerciële transactie veilig kan worden uitgevoerd
  • Geïntegreerde aanpak
  • Combinatie van fysieke en digitale
  • Fusie van e-commerce, m-commerce, t-commerce en bricks and mortar
  • 4 fundamentele dimensies
    • Alomtegenwoordigheid  ubiquity: gebruikers hebben vanaf elke plek en op elk moment toegang tot de netwerken
    • Uniciteit  uniqueness: stelt gebruikers in staat om een unieke identificatie aan te meten
    • Universaliteit  universality: apparaten zijn universeel inzetbaar en multifunctioneel
    • Harmonie / eenstemmigheid  unison: geïntegreerde gegevens over meerdere applicaties zodat gebruikers een consistente kijk hebben op informatie
• E-commerce in KMO’s
  • Veel KMO’s in België laten kansen liggen  veel bedrijven hebben nog geen eigen website
  • Veel KMO’s worden aangeprezen door buitenlandse bedrijven
• Social shopping
  • Aangename ervaring
  • Marketingstrategieën
  • Persoonlijke data