benoemde overeenkomsten: staan in de wet om zo de zwakkere partijen te beschermen bv: huurcontracten
onbenoemde overeenkomsten: staan niet in de wet, waardoor partijen vrij zijn in het bepalen van de voorwaarde bv: sponsorcontract
consensuele overeenkomsten: er is een wil tussen de partijen die geldt als overeenkomst, waarbij geen geschrift vereist is bv: betalen voor cinema (waarbij geschrift het ticketje is)
formele overeenkomsten: overeenkomst moet voldoen aan bepaalde vormvereisten, waarbij als deze niet nageleefd worden er ook geen overeenkomst is bv: huwelijk, hypotheek, schenking
typecontracten: contracten die vooraf worden opgesteld voor een onbepaald aantal mensen. Ze worden zonder onderhandelingen opgesteld en vanaf het moment dat het wederpartij er akkoord mee gaat, wordt het een overeenkomst bv: verzekeringsoverkomensten, standaardcontracten
toetredingscontracten: er is 1 partij met de monopolie, dwz die alles eenzijdig oplegt, en de andere partij niet kan onderhandelen over de voorwaarden. Hier is echter wel gevaar voor misbruik bv: telefoonrekening, electriciteitsrekening, …
overeenkomst onder bezwarende titel: er is een gelijkwaardige verbintenis voor beide partijen bv: verkoper geeft de auto, de koper geeft het geld (win-win)
overeenkomst on niet: er is maar 1 partij die het voordeel haalt, zonder tegenprestatie en uit vrijgevigheid bv: schenking
kanscontracten: 1 van de partijen zal wellicht het voordeel halen, maar het is nog niet zeker wie precies bv: verzerkeringscontract: a. feit waarvoor men is verzekerd doet zich wel voor (voordeel verzekerde) b. feit waarvoor men verzekerd is doet zich niet voor (voordeel verzekeraar)
verbintenissen intuitu personae:
de identiteit van een bepaalde persoon is belangrijk voor het sluiten van de overeenkomst
wanneer die persoon zijn prestaties niet vervult komt de overeenkomst tot een einde
bv: arbeidsovereenkomst, bv: jij hebt verbintenis met David Guetta dat hij naar de fuif komt, hij moet dan ook echt komen
verbintenissen intuitu pecuniae: het belang ligt bij de prestatie, niet bij de persoon
bv: jij hebt een DJ geregeld voor je fuif, het maakt niet uit welke DJ, als er maar eentje komt optreden