Emmanuel Kant
- Gepubliceerd in Wetgeving
- Lees 1105 keer
combineert het emprisme met het rationalisme
Kritik der reinen Vernunft
- das Ding-an-sich (werkelijkheid op zich) zent zintuiglijke waarnemingen uit naar ons verstand
- Ons verstand is echter geen onbeschreven blad,
maar een gestructureerd instrument dat werkt met vakjes: kwantiteit, kwaliteit, relatie, tijd, …
- Het vervormt automatisch onze zintuiglijke ervaring
- We kunnen dus in feite niets over het Ding-an-sich weten
Kant noemde het Ding-an-sich het ‘Nou-menon’ (wat niet via de zintuigen, maar geest gekend wordt) en de ervaringen van de zingtuigen ‘Fenomenen’
Hij onderscheidde analytische oordelen (gezegde al in het onderwerp) van synthetische oordelen (verband met element of uit ervaring)
Hij onderscheidde empirische oordelen (volledig op ervaring van u of vertrouweling) van ‘a priori’ oordelen (meer nodig dan ervaring)
Gevolg: - geen enkele van de grote waarheden nog bewijsbaar
- leidde tot wanhoop (zelfs zelfmoord) > als niets zeker, wat is de zin? > 2de boek
Kritik der praktischen Vernunft (moraalfilosofie)
- vraag naar uitzicht: rechtvaardigheid
-> kan alleen door god worden verzekerd
-> vrije wil is nodig, anders kan mens zelf niet beslissen
-> bewijst moreel, niet rationeel, het bestaan van God
- vraag naar zinzicht en geluk hangt af van beoefening ervan
we zitten dus op 2 niveaus
- intellectueel niveau: ‘kritiek van het zuivere verstand’, diepe onwetendheid (agnosticisme)
- morele niveau: aanvaarding bestaan God, onsterfelijkheid, vrije wil
agnosticisme en verwerping metafysica zetten aanzet tot opnieuw zoeken van absolute waarheid:
- idealisme: ‘idee’ voorrang (cfr. plato) kennistheoretisch: idee boven het zijn
ethisch: idealen als norm
- materialisme: kennistheoretisch: materie voorrang – geest, alles als product van deze materie
ethisch: bezitsdrang