Cogito ergo sum, de term die Descartes in de wereld brengt en die hem ook aan psychologie linked, Ik ben want ik denk. Descartes gelooft in het duale stelsel van ‘mind’ en ‘body’. Tevens legt hij de voedingsbodem voor de discussie nature/nurture met zijn theorie over aangeboren en ontstane ideeën..
Descartes denkt ook al na over het zenuwstelsel, hij praat over holle buizen waardoor een soort vloeistof gaat. Hierbij maakt hij ook de vergelijking tussen mens en dier. Hij gelooft dat de mens veel complexer is, omdat deze geschapen is door God. Descartes definieert de zes passies van de mens: Wonder, Love, Hate, Desire, Joy en Sadness.
Tevens vindt Descartes dat dieren geen zelfbewustzijn of taal kunnen ontwikkelen, omdat ze geen ‘mind’ hebben. Hij plaatst de mensen dus duidelijk boven de dieren, wat maakt dat dieren gebruikt kunnen worden voor proeven door Cartesians (het verhaal van de os en het oog dat Descartes opensnijdt, om te zien dat een beeld door het oog wordt omgedraaid.)