Zelfbewustzijnstheorie
- Gepubliceerd in Psychologie
- Lees 3289 keer
Op het zelf gericht. Aandacht leidt tot het bemerken van zelfdiscrepanties en daardoor motiveert het tot het vermijden van het zelfbewustzijn of tot gedragsverandering.
- In bepaalde situaties (spiegels, camera’s, voor een publiek) wordt het zelfbewustzijn verhoogd. Sommige mensen zijn zelfbewuster dan anderen.
- Onderzoek met kinderen die 1 snoepje mogen pakken en er meer pakken als er geen spiegel staat en er minder pakken als er wel een spiegel staat.
- Zelfbewustzijn richt de aandacht op de zelfdiscrepanties en kan een tijdelijke reductie van de zelfwaardering tot gevolg hebben.
Om met dergelijke discrepanties te kunnen omgaan, kan men:
- Het gedrag aan de standaarden aanpassen (zelfdiscrepanties verminderen),
- Zich afkeren van situaties die de aandacht op het zelf richten (zelfbewustzijn vermijden). Alcoholisme, druggebruik, masochisme kunnen worden beschouwd als een middel om het zelfbewustzijn te ontvluchten. (!dronken zelfinflatie)
Welke van de 2 wordt gekozen is afhankelijk van de verwachte reductie van de zelfdiscrepantie.
Zelfrichtende personen + situaties: induceren verhoogd zelfbewustzijn. Vb experiment met de letter “E” op voorhoofd schrijven.
- Privaat zelfbewustzijn persoonlijkheidskenmerk van personen die introspectief zijn en vaak aandacht hebben voor hun interne toestand.
Letter E leesbaar voor zichzelf.
- Publiek zelfbewustzijn:persoonlijkheidskenmerk van personen die aandacht hebben voor zichzelf als een sociaal object, zoals gezien door de anderen.
Letter E leesbaar voor anderen spiegelschrift.
Limieten zelf regulatie:
- Ø Ironische processen leiden er soms toe dat de inspanningen tot verhoogde zelfcontrole een averechtse uitwerking hebben, met als gevolg dat men anders denkt en zich anders voelt dan aanvankelijk de bedoeling was. De kans tot mislukken stijgt naarmate men harder een gedachte, een gevoel, … probeert te onderdrukken.
- Ø Sport: te hoog zelfbewustzijn, dat gepaard gaat met overdreven aandacht voor de ledematen, … kan de soepele prestaties hinderen.
Vb “denk niet aan een witte beer”, “beweeg niet”
Mechanismen van zelfverheerlijking
- Ø De meeste mensen hebben een hoge dunk van zichzelf en beschermen hun zelfwaardering. Voorbeelden:
- Overdreven optimisme mbt de toekomst
- Bijna iedereen scoort zichzelf boven het gemiddelde
- Men overschat zijn bijdrage tot de groep
- Naam-letter-effect: men vindt de letters uit de eigen naam mooier dan de andere letters van het alfabet.
Implicit egotism; Onbewust zelfverheerlijking
tweefactor-theorie van emoties;
de theorie dat de emotiebeleving gebaseerd is op twee factoren: fysieke opwinding en een cognitieve interpretatie van deze opwinding
- Ø Er bestaan 4 manieren om zelfwaardering te beschermen:
- Via zelfdienende cognities: succes aan zichzelf toeschrijven, maar de schuld voor een mislukking op anderen schuiven. Vb construeren van uitgebreide theorieën om de rooskleurige toekomst te ondersteunen.
- Zelfhandicapering: gedrag bedoeld om de eigen prestaties te ondermijnen en zichzelf zo een excuus te bezorgen voor de mislukking. Vb door druggebruik of door minder inspanningen te leveren Voordelen: geeft een uitleg voor de mislukking en als men tegen de eigen verwachting in toch slaagt is dit een extra stimulans voor de zelfwaardering omdat men bekwamer is dan men had gedacht. Welke van deze 2 voordelen men nastreeft is afhankelijk van de zelfwaardering. "Sandbagging"
- Birging (Bask In Reflect Glory): mensen koesteren zichzelf dikwijls aan het succes van anderen en blazen hun zelfwaardering op door associaties met succesvolle anderen. Gaat samen met een even grote neiging tot “uitsluiting van de mislukking van anderen”. "Corf" (Cut off reflected failure)
- Neerwaartse sociale vergelijkingen: mensen vergelijken zichzelf vaak met anderen die minder gelukkig, minder succesvol of minder welstellend zijn. Het is voor de meeste mensen een grote steun te beseffen dat de levensproblemen van anderen nog groter zijn dan de hunne. Vb borstamputaties
- Ø Als anderen hen overtreffen op domeinen die ze zelf belangrijk vinden, worden ze jaloers en distantiëren ze zich à sociale vergelijkingsjaloezie
- Ø Als ze overtroffen worden op domeinen die niet zelfrelevant zijn, voelen ze zich trots en zoeken ze contact à birging door reflectie.
- Ø Op onvermijdbare opwaartse vergelijkingen reageert men door de betere persoon de hemel in te prijzen. “Hij/zij is geniaal! En dus ben ikzelf toch nog niet zo slecht.”
Zijn positieve illusies adaptief?
- Ø Personen met een lage zelfwaardering of depressieve gevoelens hebben doorgaans een meer accuraat zelfbeeld.
- Ø Recent onderzoek wijst uit dat sommige positieve illusies adaptief zijn en dus resulteren in een hoge zelfwaardering en een goede psychische gezondheid.
- Ø Een alternatieve opvatting is dat dergelijke illusies zelfhinderende gedragspatronen in de hand werken en dat mensen met een opgeblazen zelfbeeld minder sympathiek overkomen.
- Ø Effecten van positieve illusies zijn op lange termijn onduidelijk.
Zelf presentatie
- Ø Zelf presentatie is het proces waarbij men probeert vorm te geven aan de indruk die men op anderen maakt en zelfs aan de indruk die men van zichzelf heeft.
De twee zijden van zelfpresentatie
- Ø Er zijn 2 fundamentele motieven voor zelfpresentatie.
- Strategisch motief: pogingen om de indruk van anderen zodanig vorm te geven dat men geliefd (get along) of geprezen (get ahead) wordt wegens zijn of haar capaciteiten. Bv persoonlijke advertenties, politieke campagnes,…
- Zelfverificatiemotief: pogingen om aan de indruk van anderen vorm te geven zodat men gezien wordt zoals men zichzelf ziet. Geldt zowel voor personen met een hoge als een lage zelfsturing. Het verlangen naar zelfverificatie is groter als de behoefte tot zelfverheerlijking.
Individuele verschillen in zelfsturing
Zelfsturing: neiging om het gedrag af te stemmen op de gangbare zelfpresentatienormen van de situatie.
Individuele verschillen in de manier waarop ze het eigen gedrag sturen om aan de eisen van sociale situaties te voldoen.
Mensen met een hoge zelfsturing passen hun gedrag aan naar gelang van de situatie waarin ze verkeren. Hebben een repertoire van zelfen waaruit gekozen kan worden. Zijn gevoelig voor strategische zelfpresentatie. Beschouwen zichzelf als pragmatisch, flexibel en adaptief. Worden beschouwd als wispelturig of als onechte opportunisten.
Mensen met een lage zelfsturing gedragen zich consistenter en tonen altijd wat zij als hun ware zelf beschouwen. Prefereren zelfverificatie. Maken zich weinig zorgen over de sociale wenselijkheid van hun gedrag. Beschouwen zichzelf als principieel, rechtuit, … Worden beschouwd als pretentieloos, koppig, ongevoelig voor de omgeving, compromisloos.
⇒ Noch een hoge noch een lage zelfsturing is echt ongewenst, behalve als ze tot het uiterste wordt doorgedreven.
De gemiddelde zelfsturingscores dalen naarmate men ouder wordt.