Logo
Print deze pagina

Structurele gezinstherapie

observatie spontane interacties tussen gezinsleden tijdens therapie het belangrijkste diagnostische instrument (therapeutisch systeem)

De therapeut beoordeelt 5 aspecten van het gezinsfunctioneren:

  • Gezinsstructuur; op basis van kenmerkende interactiepatronen in het gezin.
  • Flexibiliteit; de mate waarin het gezin in staat is zich aan te passen aan veranderingen in het gezin en in de omgeving.
  • Resonantie; de mate waarin gezinsleden reageren op het gedrag van een van hen.
  • Context gezin; stressfactoren en bronnen van sociale steun in de omgeving, de ontwikkelingsfase waarin het gezin zich bevindt.
  • Rol die problemen aangemelde patiënt spelen in handhaven bestaande interactiepatronen in het gezin.
Copyright © 2017. All rights reserved.