Logo
Print deze pagina

Stereotypering

  • Stereotype = verzameling van vaststaande, simplistische en sterk veralgemeende opvattingen over een groep van mensen
  • Groepsstereotypen vormen een onderdeel van impliciete persoonlijkheidstheorie  eigen groep is positief, andere groep is negatief
  • Waarom stereotypen  realiteit vereenvoudigen
  • Hoe beter we de anderen kennen, hoe positiever we gaan denken
  • Stereotypen zorgen voor vooroordelen, zorgen ervoor dat personen uit andere groepen als “anders” en soms ook minderwaardig worden gezien

Vooroordeel = emotioneel geladen houding tegenover personen op grond van hun lidmaatschap van een groep en is vooral negatief

Ingroepfavoritisme = leden van een groep hebben de neiging om hun eigen groep als superieur te beschouwen

  • Hoe verdrijven?
    • Beter leren kennen
    • Veel tijd doorbrengen en contact hebben met anderen
    • Contacthypothese = gedwongen samenwerking tussen groepen  een paar keer met elkaar in contact brengen is niet genoeg
  • Oorsprong van vooroordelen
    • Ze concurreren met elkaar voor schaarse goederen
    • Neiging om op andere groepen neer te kijken is eigen aan de menselijke cultuur
    • Theorie van de sociale vergelijking = we begrijpen en evalueren onszelf in belangrijke mate door te kijken naar de groepen waartoe we behoren  groep waartoe we behoren moet het goed doen in vergelijking met andere groepen
  • Experiment: zinloos geweld
    • Als het slachtoffer een allochtoon was, werd het geweld als minder zinloos gezien dan wanneer het slachtoffer een Belg was

Copyright © 2017. All rights reserved.