James Mill (1773-1836) and John Stuart Mill (1806-1873)
- Gepubliceerd in Psychologie
- Lees 815 keer
James, geboren in een klein schoenmakersgezin, begint in 1806 met het schrijven van
zijn magnus opus, grootste werk, over Brits India. Het duurt 12 jaar voor hij het af heeft. In 1820 schrijft hij zijn ‘Essay on government’, een essay gericht op democratische
overheid. James Mill is voorstander van birth control en ook verdienen vrouwen geen
recht om te stemmen.
James Mill maakte een verschil tussen complexe en simpele ideeën. Complexe ideeën
kunnen gecombineerd met andere ideeën duplex ideeën vormen. Combinaties van ideeën
vormen hun som (hout + spijkers = vloer).
meest belangrijke psychologische werk van James Mill was Analysis of the Phenomena of
the Human Mind, gepubliceerd in 1829. hij nam de bekende positie dat de 2 basis
elementen van de geest sensaties en ideeën zijn, aan, waarbij ideeën zwakke kopieën
van sensaties zijn. aan de klassieke 5 zintuigen van Aristoteles – visie, gehoor, smaak,
geur en aanraking – voegde Mill spier gevoel, die zorgt voor spier sensaties (kinesthese);
niet georganiseerde sensaties, zoals die die resulteren vanuit kietelen of jeuk; en
sensaties van het spijsverteringskanaal, aan toe
Zijn zoon wordt rigoreus opgeleid en schrijft op zijn 11e grote stukken over de Romeinse
democratie. Hij is sterker voorstander van minderheden dan zijn vader. Op zijn 12e had
hij een educatieniveau vergelijkbaar met dat van zijn vader.
In 1826 is hij getroffen door een mentale crisis, al dat werken en studeren had van hem
een koude ratiomachine gemaakt. Vanaf toen werd hij zich meer bewust van de waarde
van emotie en gevoel. John Stuart geloofde dat alle individuen, mannen
en vrouwen, blanken en zwarten, gelijk zijn. Voorstanders van slavernij, zo beweerde
John Stuart, deden het werk van de duivel. Mill ontwikkelde ook het utilitarism, als antwoord op het hedonisme (iedereen
is op zoek naar geluk en zo min mogelijk pijn). Hij vond dat het hedonisme niet inging op
sympathy en hulp aan anderen, dus ontwikkelde hij de theorie van utilitarism, een
filosofie die zegt dat acties zo slecht zijn als de proportie van de pijn die ze doen aan
anderen.