Het consult
- Gepubliceerd in Psychologie
- Lees 1319 keer
De aard van de ontmoeting
De belangrijkste doelstellingen van het consult zijn:
- Het opbouwen van een goede relatie tussen de zorgverlener en de patiënt.
- Het uitwisselen van relevante informatie.
- Het nemen van relevante beslissingen.
Byrne en Long (1976) hebben vastgesteld dat het gemiddelde consult vijf fasen kent:
1) De arts legt een relatie met de patiënt.
2) De arts probeert te achterhalen wat de reden is van het consult.
3) De arts onderzoekt de patiënt ia een gesprek, lichamelijk onderzoek of beide.
4) De arts, de arts en de patiënt of de patiënt bespreekt of bespreken de aandoeningen.
De arts (en soms de patiënt) bespreekt de verdere behandeling of vervolgonderzoek.
Een andere manier is de belangrijkste elementen te onderzoeken die bepalend zijn voor het succes van een vraaggesprek. Ford, Schofield en Hope kwamen met 6 dimensies die effectief waren voor een medisch consult:
1) Arts is goed op de hoogte van medisch onderzoek en medische informatie en is in staat deze aan de patiënt over te brengen.
2) Het leggen van een goede relatie met de patiënt.
3) Vaststellen van de aard van het medische probleem.
4) Begrijpen in welke mate de patiënt inzicht heeft in het probleem en in de gevolgen ervan.
5) Het betrekken van de patiënt bij het besluitvormingsproces.
6) Het indelen van tijd.
Wie heeft de macht?
Kenmerken van de benadering waarbij de zorgverlener centraal staat:
- De zorgverlener houdt de leiding over het gesprek.
- De zorgverlener stelt vragen om informatie te verkrijgen (direct, gesloten)
- De zorgverlener neemt de beslissing.
- De patiënt accepteert deze beslissing passief.
Kenmerken van de benadering waarbij de patiënt centraal staat:
- De zorgverlener identificeert de bedoelingen van de patiënt en houdt hier rekening mee, evenals met zijn eigen bedoelingen.
- De zorgverlener luistert actief naar de patiënt en reageert op de juiste wijze.
- Communicatie:zorgverlener zet de patiënt aan tot betrokkenheid en vraagt aan de patiënt wat er volgens hem aan de hand is en hoe dit kan worden behandeld.
- De patiënt neemt actief aan het proces deel.
Er vindt geleidelijke verschuiving plaats van een model waarbij de zorgverlener centraat staat naar een benadering waarbij de patiënt centraal staat. Onder sommige omstandigheden is het nog steeds ‘de dokter weet wat het beste is’. Dit is bijv. zo bij belangrijke beslissingen bij borstkanker. Maar de uiteindelijke beslissing moet gezamenlijk worden bereikt. Kenmerken gezamenlijke besluitvorming:
- Bij een gedeelde beslissing zijn ten minste twee deelnemers betrokken.
- Beide partijen ondernemen stappen om over de behandeling te participeren.
- Het delen van informatie is een vereiste.
- Beslissing over de behandeling wordt genomen en beide partijen stemmen in.
Uit onderzoek blijkt dat mensen toch vaak voor de directieve benadering kiezen i.p.v. de gezamenlijke besluitvorming. Minder dan de helft van de mensen koos voor de gezamenlijk besluitvorming. Of ze willen dat de patiënt beslist, of de arts (maar dus niet gezamenlijk). Mensen met ernstige ziekten willen minder betrokken worden bij de besluitvorming. Hiervoor zijn twee mogelijke redenen:
1) De mogelijke wens om de kans te vergroten dat ze de juiste beslissing nemen door dit aan een deskundige over te laten.
2) Het mogelijk vermijden van het risico op spijt en schuldgevoel op de lange termijn, indien zou blijken dat ze de onjuiste behandeling hadden gekozen.
Ondanks dit voorbehoud kan de tevredenheid van veel mensen over het zorgverleningproces worden vergroot door een verhoogde betrokkenheid bij de besluitvorming; ook kan dit ertoe leiden dat het consult een betere uitkomst heeft.
Bij een gezamenlijke besluitvorming worden artsen ertoe aangezet elke onzekerheid die ze hebben te delen. Uit onderzoek blijkt dat het uiten van onzekerheid niet van invloed was op het vertrouwen van de patiënten. Belangrijker was de wijze waarop artsen de onzekerheid probeerden weg te nemen. Wanneer artsen passief leken nam het vertrouwen af, door actieve pogingen om onzekerheid op te lossen nam het feitelijke vertrouwen daarentegen toe.