Het centrale zenuwstelsel hersenen
- Gepubliceerd in Psychologie
- Lees 1100 keer
Betreft naast het brein de verschillende sensor systemen die informatie verzamelen van delen van het lichaam naar het motorsysteem dat de beweging beheerst.
Neuron = een cel dat elektrische activiteit bijeenbrengt en transporteert, tevens de meest belangrijke component in een zenuwstelsel. (totaal circa 100 miljard) Ieder neuron is een kleine computer: het menselijk brein is beter dan alle computers in de wereld, aangezien het veel sneller verbanden kan leggen en acties tegelijk uitvoeren.
BLZ 17!!! Algemene schrijfwijze:
Soma = hoofdlichaam (5-100 micrometer) in diameter.
Dendrite = korte zijtakken van de Soma, gegroepeerd in setjes
Axon = een lange buis (paar mm tot 1 meter) uitstekkend vanaf de Soma.
Axons verschaffen de gefixeerde paden die neurons gebruiken om met elkaar te communiceren. Aan het eind vertakken ze zich in knoppen die weer bijna contact maken met de Dendrite van een ander neuron.
Synapse = bijna contact maken tussen Axon en Dendrite van een ander neuron
Neurotransmitter = De chemische reactie dat optreedt op het membraam van de ontvangende Dendrite om de polarisatie of het elektrische potentiaal op de grens van de Axon te kunnen veranderen.
Nucleus = kern
Het binnenste van een membraam dat de neuron omsluit is 70mV negatiever dan de buitenkant vanwege de grote concentratie van negatieve ionen aan de binnenkant. Afhankelijk van de neurotransmitter kan het verschil in potentiaal toenemen of afnemen:
Excitatory = afnemen potentiaalverschil
Inhibitory = toenemen potentiaalverschil
Bij voldoende potentiaalverschil ontstaat depolarisatie bij het Axon-heuveltje, daar waar het de Soma vergezelt. Binnen de neuron wordt het positiever dan buiten = Action Potential
(spike) Wanneer deze impuls het einde van de Axon bereikt, worden neurotransmitters in
werking gesteld etc. Dit alles gebeurt in ca. 10 ms (> 1, < 100) Dit is veel langzamer dan een
pc, echter wij kunnen miljarden van deze impulsen tegelijk aan. Zie verder boek.
Informatie in het brein is een continue verandering van hoeveelheden. 2 soorten:
1) membraanpotentiaal kan variëren van meer positief tot minder negatief
2) Axon kan variëren in het aantal zenuwimpulsen dat het per seconde vervoert = rate of firing.
Neuronen werken op elkaar in door het activatie-niveau van andere neuronen op te voeren (excitation) of door het niveau af te remmen (inhibition).
grondslag voor menselijke cognitie.
Hoe wordt iets herkend als zijnde een voetbalterm of een andere taal? Deze gewaarwordingen kunnen alleen geconstateerd worden middels lange reeksen patronen.
Onderzoek heeft aangetoond dat hersenactiviteit verandert bij het horen van losse woorden naar zinnen en naar complete verhalen. Het lijkt erop dat het brein overtollig informatie opslaat zodat bij eventuele ontbrekende cellen, toch het patroon kan bepalen dat gedecodeerd moet worden. Tevens lijkt het erop dat het brein een ander soort overvloed aan informatie opslaat dan een computer, omdat een neuron niet vast gekoppeld zit aan een bepaald gedrag.
Door het veranderen van synapsverbindingen kan worden geleerd (met behulp van neurotransmitters) of iets worden gereproduceerd.