Gedrag ten aanzien van medische controles
- Gepubliceerd in Psychologie
- Lees 1086 keer
Doelstellingen van medische controles:
- ontdekken van vroege, asymptomatische tekenen van ziekten, zodat deze kunnen worden behandeld.
- identificeren van risicofactoren voor ziekte, zodat een gedragsverandering kan worden teweeggebracht.
Screening voor het detecteren van ziekten
Medische controles voor het detecteren van ziekten zijn gebaseerd op een biomedisch model. Volgens dit model kunnen, wanneer afwijkingen van de cel- of orgaanfunctie worden ontdekt, behandelingen worden geïmplementeerd voorafgaand aan het ontstaan of de verergering van symptomen van de ziekte. Eigenlijk is dit secundaire preventie, doordat een specifieke test wordt geboden aan mensen van wie is vastgesteld dat ze op grond van bijv. hun familiegeschiedenis of hun leeftijd een matig tot groot risico lopen op een bepaalde aandoening. Bekende voorbeelden: test op borstkanker en baarmoederhalskanker, prenatale tests en bepaling van botdichtheid.
Screening op risicofactoren
Het testen op risicofactoren bij personen die als gezond worden beschouwd is gebaseerd op het principe van vatbaarheid. Deze vorm van controles heeft als doel te identificeren hoeveel risico iemand heeft op een toekomstige ziekte, om advies en informatie te bieden of om nader onderzoek en behandeling te plannen. Voorbeelden zijn: tests op het risico op hart- en vaatziekten, oogonderzoeken om te testen op diabetes of staar, genetisch onderzoek of iemand drager is van bepaalde genen, prenataal genetisch onderzoek.
De kosten en baten van screening
Er komen steeds meer screeningsprogramma’s voor ’t opsporen van ziekten en risicofactoren. Toch is het nog altijd de vraag of de voordelen voor de betrokkenen die aan deze programma’s deelnemen even groot zijn als die voor de maatschappij als geheel. Ook is de vraag of het zal leiden tot gedragsverandering dat het individuele risico op ziekte zal verkleinen.
Op pagina 102 wordt een lijst weergegeven met criteria die van toepassing zijn op genetische onderzoeken. O.a. de aandoening moet ’n gezondheidsprobleem zijn, het moet vroeg te herkennen zijn, behandeling moet duidelijke voordelen opleveren, de test dient algemeen geaccepteerd te worden, de kosten moeten in verhouding staan tot de voordelen.
Gevoeligheid van een test: de kans dat een test correct positief of correct negatief is; een gevoelige test heeft bijv. een succespercentage van 95% bij het detecteren van een ziekte onder patiënten waarvan bekend is dat ze die ziekte hebben en een kans van 95% dat geen ziekte wordt gedetecteerd bij ziektevrije personen.
Specificiteit van een test: de kans dat een test weinig vals-positieve en weinig vals-negatieve resultaten zal opleveren; dat wil zeggen geen positief resultaat oplevert in een negatief geval en omgekeerd.
Bij een oproep voor een screening worden meestal geen negatieve gevolgen gemeld omdat dat een negatieve invloed op de deelname zou kunnen hebben door personen die er wel baat bij zouden kunnen hebben.
Op veel websites worden alleen de voordelen genoemd, waardoor de lezer geen volledige informatie krijgt om zijn keuze op te baseren.
Zelfonderzoek
Het is belangrijk dat interventies zich richten op de waarde die individuen aan ‘risicovol’ gedrag hechten.
Bij gezondheidscampagnes wordt geprobeerd zelfonderzoek te bevorderen (borsten, testes en huid).
Er wordt een samenvatting gegeven van een groot onderzoek in China, waarbij er twee groepen vrouwen werden geselecteerd. Bij de ene werd aangeleerd hoe ze een borstonderzoek moesten uitvoeren. De andere groep kreeg deze uitleg niet. Om zo te kijken of zelfonderzoek leidt tot minder sterfte als gevolg van borstkanker. Bij de eerste groep werden meer knobbeltjes ontdekt, maar veel daarvan waren goedaardig. Uiteindelijk bleek dat er geen verschil was in het aantal sterfgevallen als gevolg van borstkanker tussen de beide groepen. Het leidt niet tot minder sterfte door kanker, maar wel tot onnodige medische ingrepen.
Acceptatie van medische controles
Er is een toegenomen beschikbaarheid van screeningsprogramma’s voor veel ziekten en voor risicofactoren voor ziekte wat heeft geleid tot een grotere deelname. Toch blijft de acceptatie op een lager niveau dan optimaal wordt gevonden m.b.t. een vermindering van het aantal ziekten op maatschappelijk niveau.
Factoren gerelateerd aan gedrag wat betreft screening: laag opleidingsniveau, leeftijd (jongeren nemen minder vaak deel), gebrek aan kennis (over aandoening, over doel screening), angst (dat er iets slechts wordt ontdekt, voor pijn tijdens de procedure).